Ik hoor van haar medebewoners dat zij samen met een vrijwilliger op de duofiets is vertrokken voor een ritje door de buurt. Zij kan dan rustig niks doen en om zich heen kijken, terwijl de berijder naast haar het zware werk verricht. Huh? Fietsen met deze kou? De vragen buitelen over elkaar: is ze voldoende warm aangekleed? Heeft ze handschoenen aan? En haar warme winterjas?

Mijn moeder blijkt dankzij haar wonderlijke opstanding na een hartstilstand een bijzondere taaiheid te bezitten. Goede genen uit een ver verleden die via mijn overgrootmoeder werden doorgegeven aan de generatie die twee oorlogen meemaakte.

Zorg om de zorg

Als ik buiten kom om weer met mijn eigen fiets naar huis te trappen, zie ik haar net aan komen. Ineengedoken als een bevroren musje, met ongekamde haren, en als ik haar beetpak, ijskoude handen. Ze zegt dat ze het niet koud heeft, maar ik zie het tegendeel. De vrijwilligster die moeder heeft “meegekregen” vindt ook dat ze moeder best wat warmer hadden kunnen aankleden.

Ze heeft haar herfstjas aan en niet haar winterjas, draagt geen handschoenen en geen muts en heeft een geleende sjaal om. Door de vrijwilligster aan haar gegeven, toen ze merkte dat het toch wel erg fris was. Kijk, dat zijn de dingen waarvan ik ‘s nachts wakker word en die mij ertoe aanzetten haar zo vaak mogelijk te bezoeken. Niet dat ik dat soort dingen dan kan voorkomen, helaas.

Tuchtcollege

Ruim twee jaar geleden moest zij met gebroken ledematen revalideren in een grote organisatie buiten de stad. Waar de verzorging voor demente ouderen met breuken te wensen overlaat. Dat was behalve voor mijn moeder ook voor mij als mantelzorger een stressvol jaar. Onlangs was ik op de derde zitting van het Tuchtcollege aanwezig in het Paleis van Justitie in Den Haag. Tijdens het beroep – na de vrijspraak van het College – heb ik nogmaals benadrukt dat er sprake was van medische nalatigheid en verkeerde diagnose van de maagbloeding die moeder bijna – ze werd gereanimeerd – noodlottig zou worden.

De arts die ik in een eerder blog met een nickname had gepresenteerd (Dokter Death) zat druk te praten met zijn advocaat, in de ruimte waar ik ook moest wachten tot onze zaak aan de beurt was. Omdat ik optrad namens mijn moeder kon ik geen raadsheer meebrengen. Althans dat kon DAS juridisch bekeken niet onder de verzekering laten vallen. Ook Stichting MEE, het ondersteuningsorgaan voor cliënten, kon niet helpen, zodat ik zelf het woord moest doen.

Kwaliteit van leven

Zonder mij opnieuw diep te hebben ingewerkt – de zaak lag nog fris in mijn geheugen – heb ik gezegd wat mij op het hart lag en vooral de kwaliteit van leven van mijn moeder in haar nieuwe woonomgeving benadrukt. Samengevat meldde ik, staand achter een katheder, het volgende:

“Door ontbrekende communicatie tussen zorg, arts en mantelzorger ontstond een gevaarlijke medische situatie die mijn moeder bijna noodlottig is geworden. Zij werd tot tweemaal toe naar het ziekenhuis vervoerd voor een bloedtransfusie waarbij het mij opviel dat dat een gebruikelijke gang van zaken was in het oord waar moeder revalideerde. Meerdere broodmagere patiënten werden daar als broodjes verzonden om terug te keren na een aantal dagen met weer wat kleur op hun gezicht. Patiënten die al weken lang niet of nauwelijks aten. De verschijnselen die moeder vóór de tweede opname in het ziekenhuis had, werden verkeerd beoordeeld door de arts in kwestie. Daardoor werd onjuiste medicatie voorgeschreven. Moeder werd wel gereanimeerd tegen de afspraak met de arts tijdens het familieberaad waar zij bij aanwezig was, door een ontbrekend “vinkje” in de papieren die de arts had meegegeven aan de ambulancemedewerkers.”

Winst

Mijn verhoogde cholesterol gaat weer omlaag sinds een jaar, mede dankzij de plantaardige pillen die mijn diëtiste had aangeraden en het zwaard van Damocles hangt hoger dan ooit. Maar het hangt er wel en beweegt zachtjes in de wind. Binnenkort vieren wij wederom de verjaardag van onze moeder.
Op dezelfde locatie waar wij al voor het achtste jaar komen om dat te doen. “Leuk”, roept mijn moeder als ze het hoort, telkens opnieuw, en ze kan zich de plaats en de feestelijkheden van vorig jaar goed herinneren. Mijn kleinzoon die hard werkt aan zijn permit om mee te mogen doen aan een nieuwe behandelmethode voor zijn ziekte, zal ook op het feestje zijn.
Dat is allemaal winst, toch?

Foto's: Romi Tweebeeke