Van mijn 4e tot mijn 26e woonde ik in een blindeninstituut in Zeist. Daarna ging ik in de kost bij oudere mensen en woonde ik op kamers. Hier leerde ik mezelf koken.

In 1987 kwam ik in Den Bosch terecht, in een wijk die toen nog bekend stond als een achterbuurt. Ik voelde me er niet prettig, maar kon niet weg: ik had namelijk geen geld en geen werk.

Toen mijn moeder in 2011 overleed, erfde ik een bedrag en schreef ik me in als woningzoekende. Onverwacht snel kreeg ik een seniorenpluswoning toegewezen: ik was net opnieuw geopereerd aan mijn heup en lag nog in het ziekenhuis. Tijdens de revalidatie heb ik mijn verhuizing geregeld.

Minder mobiel

Mijn huidige woonsituatie betekende een enorme stap terug in mijn mobiliteit en dat ervaar ik nog steeds zo. De omgeving blijft onbekend voor me, omdat het vanuit mijn rolstoel lastig is om me te oriënteren.

Voordat ik mijn heup brak, kon ik me prima redden met mijn stok. Ik deed zelf boodschappen en ging in mijn eentje de stad in. Een hulphond heb ik daarom nooit gewild: die moesten ze maar aan mensen geven die het harder nodig hadden. Wel had ik voor de gezelligheid een klein hondje, dat vorig jaar helaas is overleden.

Nu ik in een rolstoel zit, ben ik veel afhankelijker van anderen. Als ik naar buiten wil, moet dat samen iemand.

Radiostilte

Ook op een ander vlak is mijn verbinding met de buitenwereld wat afgenomen. Met veel plezier heb ik 40 jaar radio-uitzendingen verzorgd als zendamateur. De berichten leerde ik allemaal uit mijn hoofd, omdat ik natuurlijk niets voor kan lezen. De interactie met luisteraars maakte dat de moeite waard. De laatste jaren kwam er echter steeds minder respons. Daarom ben ik er recent mee gestopt. Jongeren maken gebruik van andere media om hun boodschappen te verspreiden.

Ik kan overigens zelf wel aardig uit de voeten met de computer, dankzij een brailletoetsenbord en een speciaal programma dat alle teksten voorleest. Mijn beeldscherm staat dus meestal uit.

Love is in the air

Toch heeft de radio nog voor een hele positieve verandering in mijn leven gezorgd. Vorig jaar heb ik via het radioprogramma Adres onbekend namelijk mijn jeugdliefde teruggevonden, met wie ik komende zomer ga trouwen.

We bellen 4 à 5 keer per dag en logeren regelmatig bij elkaar. We zijn nu op zoek naar een huis in haar woonplaats Utrecht, het liefst een aangepaste woning. Tot we iets geschikts gevonden hebben, trek ik bij haar in. Op dit moment zijn we druk bezig met inpakken. Bij het regelwerk in Utrecht worden we geholpen door het buurtcomité van mijn verloofde, waar ik dadelijk ook onder ga vallen.

Zorg voor elkaar

Mijn verloofde heeft geen visuele beperking, maar is wel slecht ter been. Daarom hebben we onlangs een scootmobiel voor haar gekocht. Mijn rolstoel heb ik via de Wmo. Ik weet nog niet of ik die mag meenemen naar Utrecht.

Ik heb nu 1 keer per week huishoudelijke hulp en krijg iedere ochtend en avond zorg aan huis voor mijn steunkousen en medicijnen. Ook worden mijn boodschappen voor me gedaan. Mijn verloofde neemt deze taken dadelijk over. De zorg willen we zoveel mogelijk vermijden, want we willen het liefst alles zelf doen. Als we bij elkaar zijn, is het leven goed.

Fotografie en interview: Tom van Limpt en Sandra Willemen