Na mijn ongeval ben ik gezond verklaard. Ik kon weer gaan werken. Niet wetende wat er allemaal aan de hand was, wilde ik dit in de eerste instantie ook graag.

Proberen verder te komen

Na veel vallen en opstaan, vond ik een parttime baan als huishoudelijke hulp. Schoonmaken heb ik tijdens de studie als bijbaan gedaan. Zo is mijn studie Journalistiek afbetaald, dus ik heb er bepaald geen slechte herinneringen aan.

Schoonmaken kan ik met de ogen dicht. Mits het slechts eventjes is en ik verder geen bezigheden heb. Na mijn ongeval hield ik dit een paar jaar parttime vol. Inwonend bij mijn ouders, waar verder geen afleiding was. Nu woon ik op mezelf. Nu doe ik mijn eigen was. Ik werk niet meer, omdat ik niet langer gezond ben verklaard. Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) is in mijn dossier opgenomen.

Misvatting

Toen mijn contactpersoon van de gemeente zei dat mijn eigen huishoudelijke taken overgenomen konden worden, zodat ik als alleenstaande jonge vrouw de energie zou hebben om weer aan het werk te gaan, merkte ik dat ik het daar niet mee eens was. Deze goed bedoelde woorden zijn wederom een misvatting van mijn hersenletsel.

In plaats van de regie over mijn leven in mijn handen te laten, neemt men deze over en sta ik hulpeloos aan de zijlijn van mijn eigen leven. Dat werken zoals gewenst is als afgestudeerde jonge vrouw niet gaat, is de afgelopen jaren wel bewezen. Ik heb van alles gedaan. Om uiteindelijk gefrustreerd bij een arbeidsreïntegratiebureau op de stoep te staan.

Helpen waar mogelijk

Terwijl ik de wasmachine aandoe, strijk ik de andere was die nog in de mand ligt. Tijdens mijn parttime baan na het ongeval deed ik dit voor een ander. Ik was blij iets voor een ander te kunnen doen. Om me nuttig te voelen. Alleen echt goed was het niet. Ik heb naast hersenletsel, ook last van lymfe oedeem in mijn been. Lang fysiek werken gaat niet. Een tekort aan hulp maakte dat ik en mijn collegae van de huishoudelijke hulp overbelast raakten. Wat weer voor uitval zorgde, een spiraal waar we als team zo goed mogelijk mee om probeerden te gaan.

Ik kan mijn eigen was strijken. Ik weet hoe de stofzuiger werkt en ik vind koken leuk om te doen. Het geeft mij bovendien voldoening om mijn eigen huishouden te managen. Je helpt mij niet door dit uit te laten besteden aan iemand die in mijn ogen dit werk kan doen bij een ander voor wie het veel noodzakelijker is dat de hulp de strijkbout hanteert.

Erkenning

Wat ik niet kan, is constant werken onder druk. Ik kan geen gesprekken voeren waarbij ik de regie voer. Waarbij het belangrijk is de persoon tegenover me aan te blijven kijken, vragen te onthouden en datgene te horen wat er niet wordt verteld. Als afgestudeerd journaliste kan ik de journalistiek niet in. Daar is nu, 10 jaar na mijn ongeval, erkenning in gekomen.

Een baan als huishoudelijke hulp is al net zo onverstandig gebleken. Toen het UWV mij vragen stelde om te begrijpen hoe ik op mezelf kan wonen, vroeg men hoe ik de ruimte onder de bank schoon krijg. Ik heb stoelen staan die ik kan verplaatsen. Ook vroeg men naar de vaatwasmachine die ik niet heb. De wasmachine staat op goede hoogte en in de keuken weet ik waar alles staat.

Thuis heb ik mijn weg met NAH en lymfeoedeem gevonden. Elders kan dit niet. Mijn eigen was kan ik wel doen. Verhalen opschrijven ook. In eigen tijd en ritme. Dit is mijn manier om de regie in eigen hand te houden. Hier word ik gelukkig van.

Fotografie: Romi Tweebeeke