Marjon: “Mijn vader vond het maar niets, alleen in dat grote, vrijstaande huis. En ik had al vaker nagedacht over de mogelijkheden om dichtbij mijn vader te wonen. Dus toen er grond te koop kwam net buiten het dorp, maakten we meteen plannen om daar samen te gaan wonen . Onze schetsen kregen steeds meer vorm en uiteindelijk besloten we de stoute schoenen aan te trekken. We kochten de grond. Mijn man en ik verkochten ons huis, mijn vader deed hetzelfde met zijn huis. Ik woonde met mijn man en drie dochters in een woonunit op de bouwkavel. Mijn vader kon vlakbij tijdelijk een woning huren. Zo woonden we dus al voordat de bouw begon dicht bij elkaar in de buurt. Het was best een stap, zeker ook voor mijn vader.”
Jan: “En toch zag ik het wel zitten. Het huis waar ik woonde was veel te groot voor mij alleen. Bovendien kostte het onderhoud veel teveel tijd. Natuurlijk is het moment dat je de deur achter je dichttrekt wel even emotioneel. Er liggen zoveel herinneringen in zo’n huis.”
Marjon: “Ik werk als wmo-consulente bij de gemeente Reusel-de Mierden en had dus al behoorlijk wat kennis over de regels rondom mantelzorgwoningen. Veel mensen weten niet dat je in veel gevallen vergunningsvrij een mantelzorgwoning kunt bouwen. Of dat het ook mogelijk is om te bouwen als je ouders nog niét ziek zijn. Zoals in ons geval, want mijn vader was dan wel alleen maar mankeerde nog nauwelijks iets toen we aan het project begonnen.
Geen ingewikkelde procedures
Toch blijft zo’n bouw een hele onderneming. Gelukkig hebben we weinig last gehad van de coronapandemie. Het heeft ons eigenlijk een voordeel opgeleverd: omdat alle sociale verplichtingen stillagen, hadden we meer tijd voor de bouw. We zijn gestart met de schuur en hebben daar de woning voor mijn vader aan vastgemaakt. In december 2021 was zijn huis klaar en hebben we met z’n allen daar kerst gevierd. Afgelopen zomer zijn wij met ons gezin verhuisd van de woonunit naar ons nieuwe huis. Voor ons is het ideaal, maar voor iedereen is zo’n situatie natuurlijk anders. Je moet je goed afvragen waar je aan begint. Mogelijkheden zijn er genoeg, het wordt erg gestimuleerd. Zelfs als je ouders nog gezond zijn kan en mag er zonder al te ingewikkelde procedures best veel. De tuin is het volgende project waar we mee aan de slag gaan. We houden er rekening mee dat mijn vader ook behoefte heeft aan privacy. Er komt dus een apart stuk tuin bij zijn woning, afgeschermd van onze tuin.
lees verder onder de foto
Voor- en nadelen
Ik vind het eigenlijk alleen maar voordelen hebben dat mijn vader dichtbij woont. We hebben vooraf geen afspraken gemaakt over wanneer we elkaar zien. Hij eet gemiddeld twee keer per week gezellig met ons mee. Ook op zaterdag komt hij vaak mee lunchen. Omdat we zo dicht bij elkaar wonen, lopen we ook gedurende de week regelmatig bij elkaar binnen voor een bak koffie. Mijn vader is niet iemand die zich opdringt of uren blijft hangen, hij trekt zich ook graag terug en die mogelijkheid is er gewoon. We hebben het fijn samen en de kinderen genieten ook enorm van opa’s aanwezigheid.”
Jan: “Ik vind het echt rijkdom dat ik op deze manier oud kan worden, met mijn dochter, schoonzoon en kleindochters om me heen.”
Marjon: “Dat vind ik ook. Het is ongelofelijk fijn dat we het zo kunnen doen. Onze meiden van 14, 12 en 8 jaar oud vinden het ook erg leuk dat opa zo dichtbij is. Vooral de jongste is er regelmatig te vinden en speelt graag een potje Rummikub met opa. Hij heeft haar laatst ook het kaartspel Duizenden geleerd, dus er zullen nog heel wat spelletjes gespeeld worden denk ik.
lees verder onder de foto
Elkaar helpen
Wat ik mooi vind is dat ik mijn vader help, maar hij ook nog veel voor ons kan betekenen. Ik help hem met de administratie of zijn mobiele telefoon. Aan de andere kant helpt hij ons door de hond uit te laten of de tuin te doen. Mijn man en vader kunnen het goed vinden en samen hebben ze al heel wat zaterdagen klussend doorgebracht. Voor ons is het ook fijn om te weten dat onze dochters nooit helemaal alleen zijn als wij een avondje weg zijn. Opa is op de achtergrond aanwezig, mocht het nodig zijn.
Jan: “Ik heb de laatste jaren veel ingeleverd qua gezondheid. In het begin van de bouw kon ik nog veel helpen, nu is dat minder. Ik heb spierreuma en ben niet meer zo stabiel. Gelukkig gaat Marjon ook mee naar de dokter en helpen ze me bijvoorbeeld met mijn medicatie.”
Marjon: “Het geeft ons allemaal een veilig gevoel dat we hem daarmee kunnen helpen en dat we dichtbij zijn als hij hulp nodig heeft. Mijn schoonouders wonen gelukkig ook in het dorp, dus ook hen zien we gelukkig regelmatig. Kwaliteit van leven hoeft niet ingewikkeld te zijn. Het zit hem wat ons betreft niet in geld of materie. Het zit hem in het zo gezond mogelijk samen zijn en genieten van de kleine dingen. Samen een spelletje doen, samen eten, daar gaat het om. Want sinds mijn moeder is overleden, ze was pas 68, sta ik er toch meer bij stil dat het zomaar afgelopen kan zijn.”