Adrie: Mijn vader is in 1890 op deze plek geboren. Na ons trouwen zijn wij hier gaan wonen bij mijn moeder. Tweeëndertig jaar geleden hebben we even kort anders gewoond, maar we wilden terug. Toen hebben we het woongedeelte van de boerderij die hier stond af laten breken en dit huis laten bouwen. De schuren van de boerderij zijn blijven staan, zodat Jan zijn tractoren en andere materialen kwijt kon. We zijn hier nog steeds heel blij mee.

Veranderingen

Jan: Ik heb altijd hard gewerkt. Ik verbouwde bieten, aardappels, erwten, graan, tarwe, gerst, haver, graszaad en spruiten. Toen ik een jaar of 67 was heb ik geleidelijk aan mijn land verkocht en het werken afgebouwd. Op een groot deel van dat land staan nu huizen. Ook in onze nabije omgeving, want vroeger was het uitzicht hier vrij. Toen woonden we in de polder. Nu is het helemaal vol gebouwd.
Adrie: In 2002 zijn ze hier tegenover gaan bouwen. Met de mensen die er zijn komen wonen hebben we niet zo veel contact. Ze zijn een stuk jonger, werken allemaal, hebben kinderen en zitten in een hele andere fase. Met de buren in dit rijtje hebben we wel regelmatig contact. De buurvrouw komt bijvoorbeeld wel eens koffie drinken en doet soms de planten als we weg zijn.

Huishouden

Eens in de twee weken hebben we hulp in de huishouding. Ze komt drie uur helpen en doet het hele huis. In 2012 brak ik mijn heup. Een vriendin zei: ‘Je moet ook hulp hebben’. Dat hebben we de andere dag geregeld. De hulp kwam in eerste instantie elke week. Daar zijn we mee gestopt, want ik vind het fijn om wat te doen. De buitenboel doe ik bijvoorbeeld grotendeels zelf nog. Vorige week heb ik met mooi weer alle oude hortensia’s geknipt. De buurvrouw gooit ze in haar compostvat. In de zomer krijgt ze ook ons gras. Zo helpen we elkaar een beetje.

Met elkaar

De afgelopen jaren heb ik een aantal keer wat gebroken. Gelukkig ben ik overal goed van hersteld. Alleen van mijn arm heb ik nog minimaal last. Na een val durfde ik niet meer te fietsen. Jan rijdt altijd met de auto en we halen samen de boodschappen.
Hij gaat graag naar de kringloopwinkel. We gaan dan op tijd van huis, anders zijn we laat met de lunch. We eten tussen de middag altijd nog warm.
Jan: Ik ga inderdaad graag naar de kringloopwinkel toe. Soms kom ik met spullen thuis, maar eigenlijk heb ik al genoeg. Een jaar of tien geleden kocht ik daar een oud keyboard. Na verloop van tijd heb ik een mooie nieuwe gekocht. Nu speel ik elke dag, alles uit mijn hoofd. Ik heb het mezelf aangeleerd.

Vakantie

Adrie: Dit jaar gaan we onze vijfde cruise maken. Mijn nicht brengt ons naar Schiphol en dan vliegen we eerst naar Tampa, Florida. Daar ligt het schip ‘de Rotterdam’. We varen naar de Cariben, vervolgens steken we over naar Frankrijk, meren af in België en gaan dan terug naar Rotterdam. Als we eenmaal aan boord zijn komt het wel goed. Op de boot kun je van alles doen. Er zijn excursies vanuit de boot of we nemen een hop-on hop-off bus. Wanneer we dichtbij een stad zijn gaan we wandelen en in de havens is ook altijd wat te zien.

Bezigheden

Jan: De reis bekijken we alvast op de Ipad, met Google Earth. Op de Ipad kan ik alles opzoeken: tractoren, auto’s, boten, motoren en huizen. Daar hebben we veel plezier van. We lezen ook veel. Het Agrarisch Dagblad bijvoorbeeld en de Boerderijkrant. Die krijgen we van de achterbuurman. Hij komt elke week op de koffie.


Iedere week ga ik met Wim, een vriend, mee naar zijn boerderij in Heinenoord. Daarna rijden we de Hoekse Waard door, naar alle boerderijen kijken. Ik weet van elke boerderij wie er woont. Ik schilder ook graag boerderijen uit de omgeving. Mijn eerste schilderijen waren primitief. Die ben ik nu aan het bijwerken. Ik ga af en toe een avond naar een vriend en leer dan bijvoorbeeld wolken schilderen.
 
Op dit moment ben ik een bankje aan het maken voor buiten. Daarnaast onderhoud ik altijd netjes mijn oude landbouwwerktuigen. Alles heb ik nog: wagens, tractoren en ploegen. Oud gereedschap verzamel ik ook. Dat koop ik soms in de kringloopwinkel.
Adrie: Ik ben altijd met de planten in de weer. De orchideeën krijgen elke week een badje en we stekken en verzorgen allerlei bloemen en planten. Het is zo fijn dat we hier de ruimte hebben. Heel soms denk ik er aan hoe het zou moeten als een van ons weg valt. Daar denken we maar niet te veel aan.
 
Fotografie en interview: Fleur Kooiman