Mijn man en ik hadden vroeger een bakkerij. Daar woonden we naast. Nadat hij overleed, hebben mijn zoon en ik het bedrijf voortgezet. Ik heb altijd in de winkel gestaan en leerde daardoor veel mensen kennen. Die wilden vaak hun verhaal kwijt. Daar krijg je mensenkennis door. Het was altijd heel leuk om te doen.

Met een eigen bedrijf was er continu spanning. Het moest allemaal op tijd gebeuren. Op mijn 64ste verhuisde ik naar deze flat. Ik maakte altijd nog een briefje voor de bakkers, waarop stond wat er moest gebeuren. Op het laatst werd ik om twee uur ’s nachts een keer wakker en liep naar de bakkerij om nog iets op het briefje te zetten. Toen had ik het wel gehad. Op 69-jarige leeftijd stopte ik met werken.

Ondernemend

Vanwege de bakkerij had ik nooit ergens tijd voor. Nadat ik stopte, heb ik me meteen aangesloten bij diverse organisaties. Nu heb ik veel mensen om me heen. Zo ben ik lid van twee verenigingen: de KBO-PCOB en Vrouwen van Nu. We fietsen bijvoorbeeld naar Oostvoorne. Daar overnachten we in een hotel en fietsen diverse routes van soms wel 60 kilometer. Dat kan dankzij mijn elektrische fiets. Daarmee ga ik ook naar mijn dochter. Dat is 12,5 kilometer fietsen en je moet de tunnel door. Zo vermaak ik me wel. ‘Never a dull moment’, zeggen ze dan toch?

Mijn gewone fiets gebruik ik voor de boodschappen in het dorp. Of ik fiets in de zomer naar de volkstuin van mijn zoon en haal daar sla, andijvie en andere groenten. We maken er dan grappen over dat ik op zijn landgoed zit. Het is belangrijk om de humor er in te houden. Je moet het leven van de vrolijke kant bekijken.

Eén keer in de week ga ik zwemmen. Dit deed ik al toen ik nog in de bakkerij werkte. We zijn met een vaste groep van ongeveer zestien dames en het is gezellig. Er zijn er al veel afgevallen. De jongste is vijfenzestig. Ik ben een van de oudsten. We babbelen veel en drinken koffie en thee na afloop. Het voelt goed voor mijn hele lijf. Alles blijft soepel.

Verder hou ik van puzzelen en ben ik lid van een boekenclub. De boeken die we lezen bespreken we met elkaar van A tot Z. Het blijft wonderlijk, want de een kan iets mooi vinden en de ander helemaal niet.

Woning

Hier in de flat is het gezellig. In dit appartement schijnt het zonnetje de hele dag. Het balkonnetje met de plantjes vind ik leuk en naast me is het rustig. Ik heb de ruimte hier en het is dicht bij het dorp. Er komen steeds meer bekenden om me heen wonen. Allemaal van het dorp. Af en toe drinken we koffie met elkaar. Het is geen verplichting. We spreken af zoals het past.

Een keer in de 14 dagen is er hulp. De rest houd ik zelf bij. Het voelt hier hartstikke veilig. We hebben met elkaar afgesproken dat we ’s avonds de deur niet meer open doen tenzij we iemand verwachten. Pas was er controle van de brandtrap. Ik dacht: als er brand is laat ik me gewoon van het balkon in de bosjes rollen, haha.

Samen

Ik ben opgegroeid in een andere tijd. Mensen waren heel eensgezind. Nu is het meer ieder voor zich. Tegen de kinderen zeg ik dat ik blij ben als ze langs komen. Het is geen verwachting of móeten. We appen dagelijks. Zo blijven we op de hoogte. Natuurlijk zie ik mijn kleinkinderen ook graag.

De kinderen hebben gelukkig goed contact met elkaar. Naar mijn idee moet je in de omgang met elkaar altijd de goede dingen laten prevaleren. Iedereen heeft wel iets. Het is net hoe je er tegenaan kijkt.

Twee jaar geleden zijn we met de hele familie naar Spanje gegaan. Dick, mijn vriend, was er ook bij. We hebben een latrelatie en gaan samen veel op reis. We kunnen allebei goed alleen zijn en hebben besloten om niet bij elkaar te wonen. Af en toe blijft hij een weekend hier, we gaan naar verjaardagen of we zitten bijvoorbeeld samen op het balkon. Dat is hartstikke gezellig.

Ik heb altijd veel leuke dingen met vriendinnen gedaan, heb de hele wereld af gereisd. Naar Rusland, Tanzania, de Galapagos eilanden, Brazilië en met een schip naar Casablanca. Nu heeft de een Parkinson en de ander weet het allemaal niet zo goed meer. Een andere vriendin is inmiddels overleden. En hoe veel mensen zijn er nu nog samen? Zo gaat dat in het leven.

Interview en fotografie: Fleur Kooiman