In 2006 maakten mijn man en ik met een vriendin een grote rondreis door Noorwegen. Op een middag had ik een beetje buikpijn. 's Avonds in bed voelde ik met mijn hand een hele grote knobbel in mijn onderbuik. Ik wist meteen dat het niet goed was.

Ik besloot om nog niets tegen mijn man te vertellen. Dat had geen zin. We zouden vijf dagen nodig hebben om thuis te komen en dan zou het weekend zijn. Ik kon dan toch niet meer naar de dokter. Ik wilde niet dat mijn man ging stressen en misschien onveilig zou rijden. Wel gaf ik aan dat ik na de overtocht met de boot graag meteen naar huis wilde in plaats van nog een paar dagen in Denemarken te blijven.

Maandags na de vakantie constateerde de huisarts ook dat het foute boel moest zijn. Hij vroeg meteen een echo aan. Ik bleek een hele grote tumor in mijn eierstokken te hebben. Dezelfde week nog kreeg ik alle prescreenings. De week erna werd ik al geopereerd.

(lees verder onder de foto)

Hoe ervaart u uw kwaliteit van leven? Of uw naaste? Vul de vragenlijst in en help uzelf en de zorg vooruit.


Pech gehad

De oncoloog die de operatie deed, kwam aan mijn bed en zei: “Ik heb geen goed nieuws voor u. Het is eierstokkanker in het één na slechtste stadium. U bent dus ongeneeslijk ziek. U krijgt nog wel chemo maar als die niet aanslaat, heeft u pech gehad.” Ik wist het voor mezelf al, dus ik schrok er niet vreselijk van. Hij bracht het zo bot dat ik er bijna om moest lachen.

Toen ben ik meteen alle soorten boekjes die ze in het ziekenhuis hadden over kanker gaan lezen. Daar bleek uit dat de overlevingskans in mijn geval inderdaad heel gering was. De kanker was uitgezaaid in mijn buik. Daar werd alle aangetaste weefsel weggehaald. Maar de lymfeklieren vanuit mijn buik naar mijn aorta waren ook aangetast en die konden ze niet verwijderen.

Alternatief & regulier

Ik ben altijd positief en heb zoiets van ‘ik zal ze een poepie laten ruiken'. In ieder geval wilde ik er zo lang mogelijk zo goed mogelijk mee omgaan. Daarom ben ik meteen op zoek gegaan in het alternatieve circuit. Ik wist dat er mogelijkheden bestonden. Eerder had ik zelf een tweejarige opleiding natuurgeneeskunde en acupunctuur gedaan en me daar verder in verdiept.

Bij één centrum kon ik alleen geholpen worden als ik precies deed wat zij wilden. Maar ik had niet het idee ik dat ik het alleen met alternatieve geneeskunde kon oplossen. Ik wilde allebei: het één ter ondersteuning van het ander. Via mijn drogist kwam ik bij een antroposofisch arts, die me injecties voorschreef. Deze heb ik zes jaar gebruikt, tot ik deze medicatie in Nederland niet meer kon krijgen en de apotheek ze niet meer mocht verkopen.

Ondertussen had ik al vier chemokuren gehad. Zodra die stopten, groeiden de kankercellen steeds meteen weer aan. Uiteindelijk zei de oncoloog: “Ik heb alles geprobeerd. Ik kan u alleen nog iets experimenteels aanbieden.” Hij gaf me een kuur tegen darmkanker en die bleek aan te slaan. Nog steeds krijg ik deze kuur één keer in de drie weken. Verder neem ik chemotabletten. En vanuit mijn homeopathische achtergrond gebruik ik nog druppels ter ondersteuning van mijn lever, nieren en lymfesysteem.

Voeding

In het ziekenhuis noemen ze me een buitengewone uitzondering. Dat ik nog leef, heb ik niet alleen aan mezelf te danken. Er komt ook geluk bij kijken. Wel kun je zelf veel doen door zo puur mogelijk te leven. En door op onderzoek te gaan. Ik was als kind altijd al heel nieuwsgierig. Zodra ik kon lezen, werd ik lid van de bibliotheek. Ik ging naar de hbs-b en heb verschillende studies gedaan.

Voordat ik kanker kreeg, zat ik een periode niet lekker in mijn vel. Uit bloedonderzoek bleek dat mijn suiker wat aan de hoge kant was. ‘Kan ik daar zelf wat aan doen?” vroeg ik aan de huisarts. Volgens hem kon ik dat wel. Hij had zelf ook een opleiding homeopathie gevolg en stond open voor andere benaderingen. Hij regelde een prikapparaat voor me. Daarmee kon ik zelf gaan experimenteren. Ik merkte dat mijn bloedsuikerspiegel flink steeg en te hoog bleef als ik koolhydraten at. Ik schrapte suiker, zoetigheden, brood, pasta, rijst en aardappelen uit mijn menu. In plaats daarvan eet ik veel groente, vlees, kaas en eieren. Hierdoor is mijn bloedsuikerspiegel al jaren stabiel.

Tegenwoordig is er veel meer aandacht voor de relatie tussen voeding en gezondheid. Niet iedereen staat er voor open, maar soms krijg ik verrassende reacties van mensen als ik over mijn voedingspatroon vertel.

Bewustzijn

In de maand na de operatie kreeg ik een boek te leen over een spiritueel thema, de universele wetten. Het boeide me maar ik vond het ook wat zweverig. Ik gaf cursussen reiki en wilde de mensen die deze gevolgd hadden graag over de inhoud van het boek vertellen. Ik schreef een cursus in mijn eigen woorden en gaf deze aan een kleine groep.

Inmiddels heb ik al vijf cursussen geschreven en heb ik nog steeds leerlingen. Ik krijg er energie van als ik zie hoe mensen die de cursus volgen opleven en veranderingen in hun leven doorvoeren. In mijn eigen ziekteproces heeft het bezig zijn met deze materie ook een grote rol gespeeld. Ik ontwikkelde mijn bewustzijn en leerde om te leven met de dood. Eigenlijk zou iedereen dat moeten doen. Leven alsof elke dag de laatste zou kunnen zijn.

(lees verder onder de foto)

Dankbaar

De cursus is één van mijn favoriete bezigheden. Verder maak ik graag zelf kaarten om aan mensen te versturen. Ik lees veel en maak cryptogrammen en Japanse puzzels. Op maandagochtend hebben we een koffieclubje, ik ga naar de gym en ben lid van een plaatselijke vereniging voor ouderen.

Wandelen doe ik alleen nog met nordic walkingstokken en bij gunstige weersomstandigheden. Als kind heb ik een ruggenwervel gescheurd. Inmiddels zijn bijna al mijn ruggenwervels beschadigd en kan ik niet goed rechtop staan. Ook autorijden lukt alleen bij goed weer. Ik heb ooit een netvliesloslating gehad en mijn ogen gaan nu hard achteruit. Daarom heb ik mijn rijbewijs laten verlopen.

Mijn man rijdt nog wel auto. Hij is mijn mantelzorger: hij doet alle boodschappen, kookt en houdt sinds een paar jaar de tuin bij. Natuurlijk mis ik sommige dingen weleens, maar ik blijf er niet in hangen. Ik berust erin. Er zijn nog zoveel andere mooie dingen. Onlangs heb ik mijn eerste achterkleinkind gekregen. En mijn man leeft nog. Veel leeftijdsgenoten zijn al alleen. Lichamelijk ga ik achteruit, maar het zij zo. Als ik doodga, kan ik alleen maar dankjewel zeggen voor het leven dat ik heb gehad.