Ik heb diabetes type 1. Sinds ik dat weet, hou ik meerdere keren per dag bij wat mijn glucosewaarde in mijn bloed is en reguleer ik die met insuline en voeding. Is de waarde te hoog? Dan heb ik insuline nodig. En als de waarde te laag is, moet ik wat eten.
Het was september 2008. Ik was met een groep vrienden bij de wok uit eten geweest. Thuisgekomen had ik heel veel dorst. Dat was vreemd, want ik had voldoende gedronken. Mijn moeder schonk chocolademelk in voor mijn broertje en ik vroeg of ik ook mocht. Zo dronk ik drie glazen achter elkaar leeg. Omdat mijn broer ook diabetes type 1 heeft, herkende mijn moeder de signalen. Ze vond dat ik mijn waarde moest checken met zijn meter.
Een tas vol prikken
De meter kan tot 33 meten en geeft daarna ‘too high’ aan. Bij mij stond er ‘too high’. Mijn moeder belde naar de HAP. Omdat het zaterdagavond was, gaf de verpleegster aan dat ik maandag maar naar het spreekuur moest komen. Binnen vijf minuten werden we door een arts terug gebeld. Deze waarde was levensbedreigend en ik kon in coma raken.
Vervolgens verbleef ik drie dagen in het ziekenhuis. Hier leerde ik wat de aandoening inhield, zodat ik thuis verder kon. Ik kreeg een tas vol naalden, pennen en teststripjes mee.
Onder begeleiding van de diabetesverpleegkundige en diëtist leerde ik welke impact voeding op mijn waardes heeft en hoe ik daarmee om kan gaan. Nog steeds ben ik onder begeleiding en dat zal ik ook blijven. Daar ben ik blij mee, want ik kan altijd hulp inschakelen als dat nodig is.
(Het verhaal gaat onder de foto verder)
Alles moet gecontroleerd zijn
De controle over mijn glucosewaarde houden is heel belangrijk. Een onstabiele suikerwaarde heeft invloed op mijn humeur en energie. Bij een te hoge suikerwaarde krijg ik snel hoofdpijn en bij een te lage waarde ga ik trillen en zweten. Door de schommelingen word ik moe. En dat heeft weer invloed op m’n energie en humeur.
Ik gedij het best op een gewoon dagritme. Ik ben juffrouw voor groep zes en werk twee-en-een-halve dag. Nu de vakantie weer voorbij is, merk ik direct dat het beter gaat. Mijn ritme is weer normaal, ik eet op gezette tijden, ik doe iedere dag iets actiefs en slaap voldoende.
Makkelijker leven met hulpmiddelen
Voor sommige mensen met diabetes is een dieet of vast voedingspatroon noodzakelijk. Voor mij is stabiliteit zeker belangrijk, maar ik hoef me niet te houden aan een dieet. De maaltijden vind ik mooie momenten op een dag, samen genieten van lekkere en gezonde maaltijden.
De maaltijdboxen van Hello Fresh zijn ideaal voor mij, omdat bij iedere maaltijd het juiste aantal koolhydraten erbij staat. Normaliter zijn avondmaaltijden best een gepuzzel om de juiste hoeveelheid insuline toe te dienen.
Een ander middel dat mijn leven met diabetes gemakkelijker maakt is mijn insulinepomp. Ik heb een sensor in mijn lichaam die continu de glucosewaarde meet. Deze is gekoppeld aan de pomp. De pomp anticipeert op mijn waarde. Bij een dalende lijn stopt de insulinetoediening en bij een stijgende lijn geeft de pomp extra.
(Het verhaal gaat onder de foto verder)
De pomp kan niet de hele insulineregulatie overnemen. Wanneer ik een maaltijd eet, dien ik mezelf een insulineshot toe via de pomp. Als mijn suiker te laag is, moet ik nog steeds wat extra’s eten.
Stabiele waardes voor zwangerschap
In januari werden mijn man Erwin en ik ouders van ons eerste kindje, Roan. De periode van zwanger worden was ingewikkeld. Mijn glucosewaarde moest stabiel zijn, zodat mijn lichaam zoveel mogelijk zou lijken op een gezonde vrouw. Tijdens de zwangerschap zijn stabiele waardes nodig om afwijkingen in de organen van de baby te voorkomen. Ik kreeg daarom tijdens de zwangerschap vrije toegang tot de diabetesverpleegkundige.
Ik mocht zo vaak bellen als ik wilde en dat heb ik ook zeker gedaan. Ik had veel last van misselijkheid, waardoor ik geen eten binnenhield, terwijl ik al wel insuline had gespoten. Op zo’n moment belde ik de verpleegkundige. In die periode ben ik afgevallen, maar Roan groeide goed.
Toen Roan er eenmaal was, heb ik vier maanden borstvoeding gegeven. Die periode was ook lastig, omdat je veel suiker weggeeft via de borstvoeding. Hierdoor kreeg ik weer last van onstabiele waardes. Ik vond het jammer om te moeten stoppen, maar het lukte niet meer. Toch was het allemaal echt dubbel en dwars waard.
(Het verhaal gaat onder de foto verder)
Steun en toeverlaat
Aan het begin van ieder schooljaar vertel ik mijn klas mijn verhaal. Ik vind het heel gaaf hoe kinderen daarop kunnen reageren. Dit jaar vroeg een ventje ‘vindt u het niet heel irritant?’. Dan heb ik een lach op m’n gezicht en een traan in m’n oog. Want soms is het heel frustrerend.
Mijn man Erwin is mijn steun en toeverlaat. ’s Nachts haalt hij een pakje appelsap en ontbijtkoek als ik weer eens een gigantische hypo heb. In het begin van diagnose heb ik heel veel gehad aan mijn broer die ook diabetes heeft. Nog steeds is hij mijn suikermaatje.
Ik probeer diabetes niet als negatief te zien. Loes Heijmans van het Instagramaccount ‘Doe mij maar diabetes’ hielp daarbij. Ik moet controle houden, daar heb ik geen keus in, maar ik kan wel in die controle genieten van wat er allemaal is. Het blijft een leerproces, maar met de jaren komt er meer rust. Ik ben namelijk niet van suiker.
Wat is diabetes? Bekijk het op ZorgkaartNederland >