De artsen dachten eerst dat het dementie was. Na ruim een jaar van onderzoeken en scans kreeg hij deze diagnose. Er was niets meer aan te doen. Toen hij de trap niet meer op kon, heb ik het huis verkocht en dit appartement gevonden. Hij heeft hier niet lang kunnen wonen. In 2015 overleed hij. We zijn 51 jaar getrouwd geweest.

Zwaar

Het zorgen voor mijn man was zwaar. Na verloop van tijd kon hij niets meer zelf. Er gingen geen signalen meer naar zijn hersenen. Zijn armen en benen leidden een eigen leven. In het begin werd ik soms boos. Dan wilde ik zijn schoenen aantrekken en boog hij zijn voet niet. Later bleek dat hij dat niet meer kon. Een grote, flinke man die zo aftakelt. Ik vond het vreselijk.

Hij kreeg na verloop van tijd een apneuapparaat en een condoomkatheter. Die rukte hij er ’s nachts af waardoor alles nat was. Ik verschoonde hem dan. Van die gebroken nachten werd ik vreselijk moe. Buurtzorg was een geweldige steun. De medewerkers kwamen ’s avonds mijn man in bed te helpen en namen de tijd om met me te kletsen.

Beroerte

Voor ons nieuwe appartement had ik alles geregeld: een douchestoel, een verstelbaar bed, een andere auto waar de rolstoel in kon. Hij heeft hier 2 weken gewoond. Toen kreeg ik een beroerte waardoor ik acuut opgenomen werd in het ziekenhuis. Mijn man is direct naar een verzorgingshuis gegaan. Mijn arts vond het te zwaar voor mij om voor hem te zorgen.

Herinneringen

Ik was om de dag bij hem in het verzorgingshuis. We gingen wat drinken, aten een bitterballetje of een kaasbroodje. Of gingen lekker even naar buiten. Er werd goed voor hem gezorgd, dat gaf mij rust.

Elke woensdag kwam hij naar huis met een busje. Dat werd wel steeds moeilijker. Hij kreeg slikproblemen. Kon niet meer zelf eten. Ik was bekaf na een dag. Samen luisterden we naar muziek en maakten we een wandeling.

We hebben samen gelukkig heel veel leuke dingen gedaan. Veel feest gevierd, met alle kinderen naar de wintersport. Dat was mooi. De nare dingen vergeet je na verloop van tijd een beetje. Nu komen gelukkig de fijne herinneringen weer boven.

Zelfstandig wonen met leuke buren

Ik leef op dit moment van de verkoop van ons huis. Nu mijn man overleden is, ontvang ik 70% van het pensioen. Mijn AOW is minder geworden. Er was in dit complex een kleiner appartement beschikbaar waar ik best in had gewild. Nu blijkt dat niet te kunnen. Mijn huidige inkomen is te laag om in aanmerking te komen voor een ander appartement. En dat terwijl ik nu maandelijks meer betaal. Ik moet eerst mijn spaargeld opmaken en dan kom ik in aanmerking voor sociale woningbouw en huursubsidie. Daar heb ik wel eens slapeloze nachten van, het voelt zo onredelijk.

Ik wil hier graag blijven wonen, heb leuke contacten met de buren. Hier beneden is een zitje. Daar drinken we in de zomer met een man of 10 koffie. In de winter zitten we hier bij mij thuis in de woonkamer. Reuze gezellig. Elke woensdag gaan we met 3 vrouwen eten in een oude school hier in de buurt. Er zit ook een leuke huiskamerkeuken.

Minder stabiel

Sinds mijn beroerte in 2015 voel ik me wel wat minder stabiel. Ik heb angst met lopen en moet opletten met stoepjes. Verder heb ik 3 keer kanker gehad, waarvan 2 keer borstkanker en 1 keer een melanoom. Ik had op een gegeven moment een soort puistje. De dermatoloog nam voor de zekerheid een biopt. Na 2 dagen kreeg ik de uitslag. Het was niet goed. Vervolgens kreeg ik diverse scans om te zien of het uitgezaaid was. De arts heeft het plekje verwijderd en ook mijn lymfeklieren zijn weggehaald. Het is nu al weer 7 jaar geleden. Ik sta nog steeds onder controle.

Dit heeft zich samen met het overlijden van mijn man allemaal de laatste jaren afgespeeld. Ik ben nog al een nuchtere, maar op een gegeven moment gaat het toch niet in je koude kleren zitten. Zorgen voor je partner is lichamelijk en geestelijk zwaar. Nu blijf ik ’s ochtends soms wat langer liggen en ga ik er een uurtje later uit.

Zorg door de kinderen

Mantelzorg door mijn kinderen vind ik onzinnig. Ze hebben allemaal fulltime werk en een gezin. Die hebben amper tijd voor zichzelf. Het is niet mogelijk om ook nog eens je ouders te verzorgen. Ik vind het onredelijk in deze maatschappij. Als ik wat krijg en afhankelijk word, ga ik naar een verzorgingshuis.

Toen mijn man ziek was zag ik dat de zorg heel intiem kan zijn. Veel mensen in mijn omgeving willen niet lichamelijk verzorgd worden door hun kinderen. Bij mijn eigen moeder vond ik het confronterend. Toen ze op de postoel moest, kon ik haar billen niet afvegen. Mijn man kon het wel. Op dat moment verdwijnt de ouder- kind verhouding. Dat is naar mijn mening niet goed.

Fotografie en interview: Fleur Kooiman