Zo’n 14 jaar geleden ben ik gestopt met roken. Ik kreeg het steeds benauwder en ging hoesten. De huisarts stuurde me naar de longarts. Ik moest allerlei testen doen. Daar bleek dat 50% van mijn longblaasjes weg was, COPD fase 2. Nu heb ik 3 puffers en gaat het redelijk.

Bewegen

Als begeleiding voor mijn COPD ga ik elke week 2 keer naar fysio-fitness waar een fysiotherapeut me begeleidt. Ik doe dit graag. Hier ontmoet ik andere mensen. Bij de gewone sportschool heb ik niet de contacten die ik bij deze fysio heb. Ik weet dat hier mensen komen die het nodig hebben voor bepaalde klachten. Dat schept een band.

Wanneer ik 3 weken niet sport, bijvoorbeeld vanwege vakantie, merk ik verschil in mijn conditie. Dit is voor mij een motivatie om door te gaan. Ik blijf zo veel mogelijk in beweging. Lopen doe ik ook veel, zeker nadat ik een paar jaar geleden een hernia-operatie heb gehad.

Ik loop regelmatig naar de winkels en mijn man en ik lopen naar de stad. Dan zijn we een paar uur onderweg. We doen lekker op ons gemak. Gaan op een bankje aan het water bij de Erasmusbrug zitten om naar de boten te kijken. De 1ste keer dat mijn man en ik de Erasmusbrug over liepen was ik trots. ‘Het is me gelukt’, dacht ik. Nu loop ik er zo overheen. Onze zoon van 22 liep een keer mee. Hij was kapot!

Familie

Over 2 jaar gaat mijn man met pensioen. Ik heb nog 10 jaar te gaan. We proberen zo veel mogelijk te doen samen. Plannen vakanties en gaan lekker weg. Onze zoon gaat niet meer mee op vakantie. We missen het wel een beetje. Hij blijft nog even thuis wonen. Dat is gezellig.

Ik werk graag in de tuin. Het is heerlijk ontspannend. Ik heb mijn ritme aangepast. Alles in één keer achter elkaar gaat niet meer zoals vroeger. Ik ging in een stuk door. Nu doe ik wat meer op mijn gemak. Neem een pauze tussendoor.

COPD

Voor mijn COPD ga ik regelmatig naar de longarts voor controle. Ik ben altijd alert en moet goed opletten, aangezien ik ongeveer 1 keer per half jaar een longontsteking krijg. Als ik het benauwd heb, is dat best spannend. Ik krijg geen lucht en kan er niet van slapen. Mijn zoon heeft er heel wat mee te stellen gehad. Hij was bang dat ik snel achteruit zou gaan. Nu is hij er wel een beetje aan gewend.

Bij deze aandoening weet ik dat het nooit meer over gaat en dat alleen maar achteruit kan gaan. Ik heb angst voor zo’n zuurstoftank. Dan loop ik continu met die slangetjes. Zoals het nu is, is het gelukkig goed te doen. Ik ben stabiel. Zo kom ik er wel.

Fotografie en interview: Fleur Kooiman