Ons gezin straalde warmte uit. Mijn vader en moeder waren er voor me. Ze probeerden me te beschermen. Er was saamhorigheid vroeger. Niet dat ik die tijd terug wil hebben hoor. Nu is er tenminste vervoer op maat.

Geaardheid

Vroeger werd er niets over seksualiteit verteld. Dat accepteerde je gewoon. Ik trouwde met mijn man Henk en we kregen een kind. Rond mijn 43ste ging ik naar andere vrouwen kijken. Ontdekte mijn geaardheid. Ik ging naar de dokter om te vragen of die me er van af kon helpen. Zo ging dat toen.

Rond die tijd leerde ik een vrouw kennen die boeken over homoseksualiteit verkocht. Ze wilde graag mijn levensverhaal horen. Vanaf dat moment ben ik met een aantal anderen onze ervaringen uit gaan dragen in verenigingsgebouwen, op studentenavonden en in zorgcentra om mensen te informeren over seksualiteit.

Acceptatie

Ik ben niet bang uitgevallen. Dat zien mensen aan je ogen. Ik accepteer het niet als mensen me pesten of negeren. We zijn allemaal gelijk. Ik accepteer iedereen, maar wil met respect behandeld worden. Ik heb mijn mondje bij me. Niet iedereen is zo gebekt.

Toen ik in deze flat kwam wonen, merkte ik dat sommigen moeite met mijn geaardheid hadden. Toen heb ik mijn levensverhaal verteld. Daarmee nam ik een tussenweg. Ik werd geaccepteerd. Zo’n verhaal moet met een grapje kunnen. Dan zeg ik bijvoorbeeld: ‘Wat heb jij een leuke roze bloes aan. Kunnen we een zieltje winnen?’.

Liefde

Tijdens mijn huwelijk had ik een latrelatie met mijn vriendin. Mijn man Henk was ziek. Hij lag al jong aan een kunstnier en kreeg daarna een nieuwe nier. Die laat je niet in de steek. Ik ben wel altijd eerlijk geweest. Heb zo veel lief en leed met mijn man gedeeld. Maar ik moest hem toch mijn geaardheid vertellen. Hij gaf me veel vrijheid. Henk is inmiddels overleden. 

Met mijn vriendin heb ik samen een heel leven gehad. Zij was een zakenvrouw en ik kwam uit een volksbuurt. Dan moet je niet samen willen wonen. We hebben gewoon gezelligheid gehad met elkaar.

Toen mijn vriendin een aantal jaar geleden stierf wist ik niet wat ik moest beginnen zonder haar en Henk. Ik heb van allebei veel gehouden. Ik dacht nu kan ik hier gaan zitten kniezen, maar ik kan beter iets doen. Ik heb een boksbal genomen. Moest mijn agressie kwijt.

Met één van de meiden van de zorg doe ik wel eens een soort yoga. Dan komt ze even langs in haar pauze. We zetten een achtergrondmuziekje op in mijn hobbykamer, doen de deur dicht en zetten de telefoon uit.

Meditatie

Ik ben onlangs 3 keer naar een soort klooster geweest. Om mijn hoofd leeg te maken. Dat is goed bevallen. Je bent er niks verplicht. Er komen schrijvers en tekenaars. Je komt elkaar tegen met eten en drinken. Ik ga er mediteren. Soms vraagt een gezelschap me mee om wat te bekijken in de omgeving.

Strijdlustig

Ik neem niet de makkelijkste weg. Wat je aankan moet je doen. Altijd eerst zelf proberen. Voor mij geen bejaardentehuis. Ik ga niet achter de geraniums zitten.

Nu ben ik met toneel en cabaret bezig. We treden op in theater Walhalla. De roze salon organiseert het. Ik speel een strijdbare vrouw. Als boegbeeld van de mensheid. Dat je opkomt voor jezelf. Het vertelt een stukje van mijn leven. In een andere rol vertel ik over de natuur. Dat gaat meer uit van het Boeddhisme. Bijvoorbeeld: ‘Een boom aanvaard de omstandigheden waar hij in verkeerd. Vecht niet tegen zon, water en storm.’

Ik ben altijd vol met plannen. Een paar jaar geleden ben ik nog naar Kaapverdië geweest. Dat vergeet ik van mijn leven niet meer. Het was wel de laatste verre reis. Ik denk altijd 'pluk de dag, een andere dag kan het zo maar anders wezen'.

Fotografie en interview: Fleur Kooiman