Het gaat nu goed. Ik woon samen; met vriend, hond en katten. Daarnaast heb ik diverse vrijwilligerstaken op me genomen en ondersteun de mensen om mij heen waar mogelijk. Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) is er ook, natuurlijk. Soms heb ik energie voor tien, maar soms gebeurt het ook dat ik niks voor elkaar krijg. Dat vindt vooral mijn hoofd vervelend, want dat blijft nadenken, dat loopt dan vast. Dat zijn dingen die ik moet accepteren. Heel veel willen is niet hetzelfde als heel veel kunnen. En dat hoeft ook helemaal niet.

Een tijd heb ik gedacht dat het thema NAH teveel werd voor mij, dat ik teveel taken op me had genomen om het onzichtbare zichtbaar te maken. Maar dat was het niet. Ik had de rust niet gevonden. Nu die er is, weet ik dat ik wil blijven schrijven, wil blijven vertellen. Dat is wat ik doe.

Dat ik het spreken als gastspreker vorig jaar maar al te leuk vond, is zo’n voorbeeld. De leerlingen van de MBO waar ik te gast was, waren respectvol en boden de volledige les een luisterend oor. Dat smaakte naar meer. Schrijven deed ik nog, voor mezelf.

Er waren ook televisieprogramma’s waarin ervaringsdeskundigen een soortgelijke rol vervullen als wat ik heb gedaan. Dit stimuleerde mij om die extra stap te zetten. Om weer te gaan schrijven voor een open publiek. Kom maar met de nieuwe uitdagingen. Laat mij vertellen, de medemens luisteren en samen groeien. Over een jonge pas afgestudeerde die de wereld wou verkennen. Over een ongeluk dat alles veranderde. Maar ook over de veiligheid van het leven in een land waar niet alles perfect is, maar er wel veel kan. Over karakter. Over het leren ‘nee’ te zeggen. Over van jezelf houden.

Ik ben Suzanne en ik heb een verhaal.