“Ik zag in de advertentie dat er gezocht werd naar studenten om mensen uit de doelgroep van het onderzoek op te zoeken en hen te helpen bij het invullen van de vragenlijst. Ik vind het ontzettend leuk om met mensen in contact te zijn én ik zocht toen een bijbaantje voor in de zomervakantie. Dus ik dacht: dit is perfect! Ik heb meteen gereageerd en werd al snel gebeld. Daarna ben ik langsgegaan op het kantoor in Utrecht om meer over het programma te horen en andere studenten te ontmoeten. Samen hebben we een brainstormsessie gedaan om manieren te bedenken hoe we het beste mensen uit de doelgroep konden benaderen.”

Tijd nemen om de mensen echt te laten vertellen

“We kregen allemaal een tablet, informatiefolders en uitleg over het programma. Toen ben ik op pad gegaan. Eerst bij familieleden om een beetje te oefenen met de vragen. Daarna ben ik bij buren langsgegaan voor zover zij ook bij de doelgroep hoorden. Meestal vroeg ik mensen na het interview of ze andere mensen kenden die misschien ook wilden meedoen. Vaak vonden mensen het gewoon fijn dat er iemand langs kwam. Ik heb dan ook een hele hoop thee en koekjes gehad die zomer. Twee jaar geleden heb ik opnieuw een paar interviews met de vragenlijst gedaan in een andere gemeente. Ook toen was het weer ontzettend leuk om te doen. Ik leer nu tijdens mijn studie over vaardigheden die belangrijk zijn bij het doen van onderzoek. Over hoe belangrijk het is om echt de tijd voor mensen te nemen, zodat ze zelf hun verhaal kunnen vertellen. Als iemand namelijk niet goed op een antwoord kan komen, heb je al gauw de neiging om wat voorbeelden te gaan noemen. Dit gaat, als interviewer, soms onbewust: je wilt natuurlijk graag iemand helpen. Het is alleen ontzettend belangrijk om dit toch niet te doen. Het gaat namelijk echt om iemands eigen antwoorden én eigen verhaal.”

Vaker naar opa of oma

“Het is belangrijk dat je het echt leuk vind om naar mensen te luisteren. Ik heb best veel verdrietige verhalen gehoord. En sommige verhalen zal ik ook niet meer vergeten. Dat zoveel mensen zo afhankelijk zijn: dat is schrijnend. Ook hoor je dat mensen niet eens naar hun medische afspraken kunnen, omdat het ver weg is, ze er geen geld voor hebben en er niemand is die hen kan brengen. Soms zeiden mensen op de vraag “wat gaat goed?” dat het enige dat ze konden bedenken was dat ze het zo gezellig vonden dat wij met ons interview die dag langs waren geweest. Ik heb dan ook echt gemerkt hoeveel, vooral oudere mensen zich eenzaam voelen. Ik heb zelf helaas geen grootouders meer, maar ik probeer nu vrienden aan te sporen wat vaker naar hun opa of oma te gaan.”

Taart met koffie

“We zijn uiteindelijk naar verschillende plaatsen geweest om mensen te vragen of zij mee wilden doen met het interview. Ook naar een plek waar mensen wonen die wat extra zorg of begeleiding nodig hebben. Ik ben toen samen met een vriendin, tevens collega, op pad gegaan. Na een gesprek met de organisatie hebben wij eerst de bewoners geïnformeerd dat we later die week langs zouden komen. We hadden aangegeven dat we in het koffiehoekje zouden zitten om mensen te helpen én dat we lekkere zelfgebakken taarten zouden meenemen. Of het kwam door de appeltaart: dat weten we niet. Maar uiteindelijk had iedereen het goed onthouden, want er kwamen die dag ontzettend veel bewoners langs voor het invullen van de vragenlijst.

Ook ben ik samen met deze vriendin in kleine dorpen geweest. We lieten ook hier mensen van tevoren weten dat we die week langs aan de deur zouden komen en waarvoor we precies kwamen. Dit deden we door flyers uit te delen en door in de brievenbussen kaartjes te gooien waarop onze gegevens stonden en de datum met het tijdstip waarop we langs zouden komen. Inclusief een fotootje, zodat mensen wisten hoe we eruit zagen. Uiteindelijk wilde niet iedereen meedoen, maar er waren toch altijd wel een paar mensen die hun verhaal graag wilde delen. En daar deden we het voor, want ieder verhaal telt mee.”