Ik luisterde eens naar een radioprogramma over een wetenschappelijk experiment om de leeftijd van een mens te verlengen. Een man deed - onder begeleiding - van alles om gezonder te leven. Een computer voorspelde wat het effect van de maatregelen was, op de levensverwachting van de proefpersoon. Die ging inderdaad met sprongen vooruit.

Helaas ervoer de man ook erg veel stress. Na het invoeren van de factor ‘stress’ in het computersysteem, daalde zijn levensverwachting weer waardoor zijn andere verbeteringen teniet werden gedaan. Ook inspanningen voor een gezond leven moeten met mate, lijkt het.

Een schepje erbovenop

Twee maal in mijn leven kreeg ik bij een sportblessure het medisch advies om het rustiger aan te doen. In beide gevallen kreeg ik te horen: ‘U bent geen twintig meer, meneer’. Ik was in die tijd nog maar net veertig, dus die uitspraak was voor mij hoogst onbevredigend.

Gelukkig trof ik beide keren een fysiotherapeut die mij aanspoorde om er een schepje boven op te doen. ‘Rust roest’, was hun devies. Ik versterkte met krachttraining mijn zwakke plek. Dat had ik tien jaar eerder moeten doen. In plaats van ‘u bent geen twintig meer’ sta ik op zaterdag tussen twintigers te volleyballen.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Kees doet sportoefeningen in het bos

Volhouden

Op mijn leeftijd duurt het wel iets langer om conditie op te bouwen. Hij gaat bij een onderbreking, bijvoorbeeld een korte vakantie, ook snel achteruit. Het kost dan extra tijd om de conditie weer op te halen. Ik vind het daarom belangrijk om het sportritme vast te houden. Het vraagt wel discipline, maar het kost mij per saldo minder tijd.

Nu ik ouder word, sport ik wel minder intensief. Om het vol te houden wissel ik wel wat af, de sportschool voor de krachttraining, op zondag hardlopen of zwemmen en ik heb een roeiapparaat gekocht zodat ik bij slecht weer een alternatief in huis heb.

Wanneer ik mijn besluit heb genomen over wat ik die dag ga doen, stap ik snel uit bed, want ik weet dat als ik nog even blijf liggen ik geen zin meer heb om te sporten. Door de afwisseling en door de volleybalcompetitiedrang houd ik dit ritme toch al twintig jaar vol.

Fanatiekeling

Mijn familie vindt mij wel een fanatiekeling. Dat is ook wel een beetje zo. Ik heb naast mijn medisch paspoort bijvoorbeeld ook een fitheidpaspoort opgesteld: Hoe word ik fit honderd. De beloning van het sporten is voor mij echter onmiskenbaar. Het houdt mij fit en geeft mij energie om in de tuin te werken en om met onze kleindochters te spelen.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Kees en zijn twee kleindochters

Naast het sporten ben ik ook bewust bezig met wat ik eet en drink. Zeker ook om mijn immuunsysteem, dat niet helemaal stabiel meer is. Ik heb kritische vragen bij de relatie tussen mijn voeding en mijn immuunsysteem, en over de zin en onzin van voedingssupplementen. Ik eet bewust veel groente en fruit maar ook iedere dag vlees of vis. Ik mag thuis graag snoepen en ik drink met mijn volleybalteam graag een biertje na afloop. Door het sporten slaag ik er desondanks in om in mijn gewicht op peil te houden. Ik kan het iedereen aanbevelen.

Ik heb wel geleerd van de proefpersoon in het radioprogramma. Je moet het sporten een beetje afwisselen en vooral inpassen in jouw levensritme. Het moet wel leuk blijven, anders ben je wel fit maar word je niet oud.

Dit blog is een bewerking van het interview uit het leefstijlboek Fit4Life – het doktersrecept, met leefstijltips van onder andere het Voedingscentrum, artsen en wetenschappers.

Wat moet u ervoor doen of laten om fit oud te worden? Vul de vragenlijst in en breng het in kaart. Hiermee adviseert u ook de overheid voor betere zorg.