Zelf leid ik sinds een paar jaar een naastengroep en ben ik bijna dagelijks te vinden in de gemeenschapstuin van onze wijk.

Toen ik mijn vrouw leerde kennen, heeft ze me meteen verteld dat ze last had van manisch-depressieve klachten. Mijn moeder had dat ook, dus ik wist ongeveer wat het inhield maar ook weer niet helemaal. Ik heb even de tijd genomen om voor mezelf te verkennen of ik het aan zou kunnen als partner.

Gezin & werk

Vrij snel zijn we gaan samenwonen en kregen we kinderen. Tijdens de zwangerschap moest mijn vrouw stoppen met haar medicatie, vanwege een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen. Dat was wel spannend, maar het is erg goed gegaan. In de periode dat de kinderen naar de basisschool gingen, kreeg ze meer last van depressies. Ze lag toen verschillende keren enkele maanden op bed en is ook een paar keer opgenomen.

De zorg voor de kinderen en het huishouden kwamen in die tijd volledig op mij neer. Ik werkte destijds als leerkracht en raakte overbelast. Op een gegeven moment had ik zoveel ziekteverlof, dat ik mijn baan niet heb kunnen behouden. Vanaf die tijd heb ik geen betaalde baan meer. In het begin vond ik dat zeer lastig en onrechtvaardig. Ik voelde me niet begrepen.

Inmiddels heb ik er voor een groot deel rust in gevonden en een goede basis gecreëerd voor mijn gezin. Ik heb een aantal fijne hobby’s en werk onder andere als vrijwilliger bij een zorgkwekerij. Ik heb er nooit moeite mee gehad om het huishouden te doen, al doe ik het niet genoeg op de manier van mijn vrouw – zij kijkt wat nauwer dan ik.

(H)erkenning

Als mensen lichamelijk ziek zijn, krijgen ze vaak veel bezoek. Als ze psychisch ziek zijn, durft bijna niemand aan hun bed te komen. Bovendien weet de omgeving ook niet altijd dat er iets aan de hand is. Mijn vrouw heeft weleens gezegd: hang de vlag maar halfstok als ik op bed lig, zodat het zichtbaar is. We hebben weinig contact met de familie en ook onze vriendenkring is in de loop der jaren aardig uitgedund. Mensen tonen wel begrip, maar worden het op een gegeven moment moe en vinden het lastig dat ze niets kunnen doen om te helpen. Een luisterend oor bieden, zonder een mening of oplossing aan te willen reiken, doet vaak al veel – maar dat is geen eenvoudige opgave.

Zelf ga ik sinds een tijdje met een jonge man met psychische klachten wandelen, koken of filmkijken. Met zijn ouders heb ik nu regelmatig gesprekken over de ervaringen van mijn vrouw en mij, eerder praatte ik er nauwelijks over. Ik heb wel steun gehad van een oudere buurtgenote die het nodige heeft meegemaakt in haar leven en zelf in de zorg heeft gewerkt. Zij heeft een duidelijk beeld over hoe sommige zaken in de zorg anders zouden kunnen.

Ook met de naastengroep die ik leid via Stichting Zelfhulp Netwerk kan ik mijn ervaringen delen. We hebben één keer per zes weken een bijeenkomst. Eigenlijk merk ik dat ik alleen bij deze groep echte herkenning en erkenning heb.

Betrokkenheid als naaste

Sinds een tijdje werkt mijn vrouw weer. Ze geniet daar erg van en het geeft haar zelfvertrouwen. Ze maakt alleen lange dagen en heeft op haar werk niet over haar kwetsbaarheid verteld, uit angst om haar baan te verliezen. Op mijn beurt ben ik bang dat ze nu teveel hooi op haar vork neemt. De laatste keer dat ze een terugval had, was een jaar of vier geleden. Ze is gestopt met alle begeleiding door de ggz, omdat ze er na veertig jaar wel klaar mee was. Ze voelt zich meer thuis bij wandelen, yoga en mindfulness maar als het misgaat, zijn we toch aangewezen op de reguliere hulpverlening.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Omdat ze nu niet meer ingeschreven staat, heb ik als partner ook geen ingang meer naar de ggz als ik bepaalde signalen opmerk die erop duiden dat het niet zo goed met haar gaat. Het is zo jammer als er eerst weer een crisis nodig is. Preventief werken kan veel ellende voorkomen, zoals een opname, een lange hersteltijd en de enorme kosten die ermee gepaard gaan.

Op het gebied van naastenbeleid valt dus duidelijk nog veel winst te behalen. Daarom zit ik namens onze naastengroep in een overleggroep met de ggz over dit thema. Zelf had ik vaak het idee dat ik als een bedreiging werd gezien door de hulpverlening en op afstand werd gehouden, terwijl ik als partner vaak veel beter wist hoe het écht met mijn vrouw ging.

Tuinieren als therapie

Voor mijzelf werkt tuinieren therapeutisch. Zes jaar geleden hebben we met een aantal mensen uit de wijk een stichting opgericht voor een gemeenschapstuin. Het terrein hebben we in bruikleen gekregen van de gemeente. We kweken biologische groenten, houden bijen en tuinieren op ecologische wijze, zoveel mogelijk in samenwerking met de natuur.

De tuin is ook een ontmoetingsplek voor mensen. Ik begeleid een aantal mensen en neem ze regelmatig mee naar de tuin. Dat zou ik wel meer willen doen: het is fijn om even met andere mensen buiten te zijn. Ook werken we als tuin samen met een dichtbijgelegen basisschool. Vorige week heb ik met de kinderen 400 bloembollen in de grond gezet voor de vlinders, de bijen en de biodiversiteit in de tuin. Zo beleven ze de natuur met al hun zintuigen, dat is toch anders dan via een digiboard.

Ook mijn vrouw heeft er een kruidentuintje, maar door haar werk heeft ze daar nu geen tijd voor. Zelf ben ik iedere dag wel een paar uur in de tuin, in de zomer soms zelfs tot 23.00 uur ’s avonds: dan kijk ik naar de sterrenhemel.

Nu

Momenteel werk ik ’s avonds aan een familiedocument. Mijn vader en verschillende familieleden van hem hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Jappenkamp gezeten. De brieven die ze tijdens hun gevangenschap naar elkaar geschreven hebben, zijn bewaard gebleven en hebben we vanuit het Maleis laten vertalen.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Een paar jaar geleden hebben we een hond gekocht. Eerst was ik erop tegen, want het betekende nog meer zorg. Toch zie ik wel dat ze iets toevoegt aan het gezin, voor ons allemaal. Ik geniet zelf ook van haar gezelschap en we wandelen veel door haar.

Onze kinderen zijn inmiddels 19 en 22, de oudste is het huis al uit. Natuurlijk is het voor hen vaak pittig geweest, maar gelukkig hebben ze altijd veel vriendjes en vriendinnetjes gehad. Onlangs hebben ze ons een hotelovernachting cadeau gedaan, omdat we 23 jaar getrouwd waren. Binnenkort gaan we er dus even lekker ertussenuit en samen zorgeloos genieten!

Fotografie en interview: Tom van Limpt en Sandra Willemen

Rob komt graag in contact met mensen die mee willen denken over tuinieren als therapie- of begeleidingsvorm bij psychische klachten. Ook nieuwe tuinmannen en -vrouwen of bezoekers zijn van harte welkom!

Vermeld voor uw eigen veiligheid GEEN persoonlijke gegevens, maar laat in de reacties hieronder simpelweg weten dat u geïnteresseerd bent. Dan brengt de redactie u met elkaar in contact.

> Lees meer over depressie en de zorgverleners die u hierbij kunnen helpen

> Breng voor uzelf in beeld hoe u in het leven staat