Dat wil zeggen: ik schrik en voel boosheid omhoogkomen, die ik gelukkig geleerd heb te beteugelen. Niet mijn moeder pijn doen, dat kan niet. Trouwens, zo ga je toch niet om met oude mensen in de mondzorg? Hoewel ik geacht word op de gang te wachten, stap ik met ferme tred de kamer binnen, waar de lange man aan het werk is.

Onderkaak

Op een tafeltje ligt haar ondergebit onschuldig te wachten op wat er gaat gebeuren. Ik hoor mijzelf zeggen: "Wilt u voortaan even uitleggen wat u gaat doen en daarvoor toestemming vragen aan mijn moeder?". Er kwam geen antwoord van de man met de grote handen. Wel maakte hij van de gelegenheid gebruik om te laten zien hoe moeders onderkaak door de jaren heen was geslonken. Terwijl hij wederom beide handen gebruikte om mij mee te laten kijken in de mond van mijn moeder.

Hij merkte vervolgens op dat dat gewoon is bij zulke oude mensen. Bovendien constateerde hij dat het bewuste ondergebit niet goed was gemaakt. Maar ook dat gebeurde vaak, vertelde hij op geruststellende toon. Ik kreeg niet de indruk dat de man mij serieus nam. Kennelijk zag hij mij ook aan voor een oud mens – wat natuurlijk klopt – maar toevallig wel een ouwe hippie die zich niets wijs laat maken.

Kleine kans

Al eerder had de man die de vaste tandarts van het verpleeghuis is, via de zorgmedewerkster laten weten dat de kans klein is dat een nieuw gebit de gewenste verbetering zou brengen in het kauwvermogen van mijn moeder. Maar ik ken haar al een tijdje en weet dat ze nauwelijks meer in staat is een hapje van een koekje te nemen, chocolaatje, of een klein stukje appel zonder dat haar ondergebit daarbij alle kanten op glibbert. Uiteindelijk ging hij - weliswaar tegenpruttelend – akkoord met mijn verzoek om mijn moeder een nieuw gebit aan te meten en toog aan het werk.

Diplomatie

Na het happen mompelde hij dat we terug moesten komen over 2 weken en dat er dan gepast ging worden. Om de planning hiervoor te regelen in mijn agenda liep ik naar het bureau van de assistente. Daardoor verdween ik kennelijk uit het blikveld van moeder want ik hoorde haar tegen de gebittenman zeggen: "Voor mij hoeft dit niet hoor, maar mijn dochter wil het en ik luister maar naar haar..." Omdat ik haar ken en zij mijn moeder is, word ik hier niet boos om. Heb ik ook geleerd, van haar, om – soms – tactisch te zijn en een diplomatiek antwoord te geven, wanneer dat nodig is.

Maar ik kies voor de waarheid en roep "Mamma, ik hoor wat je zegt" terwijl ik me toch ook wel een beetje schaam voor de netelige situatie waarin ik mij bevind en die ik nog een beetje probeer te redden. Dan antwoordt ze met – haar reddende vergeetachtigheid – "wat bedoel je?".

Zorgen

Zorgen maak ik mij om het feit dat mijn moeder als afgedaan wordt beschouwd op mondzorggebied. Dat het maken van een nieuw, beter zittend gebit, dat de kwaliteit van leven aanzienlijk verbetert en notabene uit de basiszorg betaald wordt, als onnodig wordt geëtiketteerd. Terwijl het één van de belangrijkste items is van de Kwaliteit-van-Zorggolf die de samenleving binnenrolt, maar kennelijk nog niet bekend is bij de specialisten die dit nieuwe beleid moeten uitvoeren.

Goede mondzorg is belangrijk voor onze ouderen, in een instelling of thuiswonend om gezond te blijven, om alles te kunnen eten wat ze nodig hebben om zo vitaal mogelijk te blijven. Nu maar hopen dat het nieuwe gebit goed past en dat het mijn moeder gaat helpen beter te kauwen dan zij in lange tijd heeft kunnen doen.