Een jaar of twee geleden begon het. Ad vergat veel en was altijd zoekende. Als je hem een verhaal vertelde, vroeg hij even later alweer hoe het zat. Ik werd er weleens kriegel van en dacht: weet je dat nou echt niet? Het kwam steeds terug, dus uiteindelijk zijn we naar de dokter gegaan. De praktijkondersteuner voerde wat testjes uit. Van sommige bracht Ad niks terecht. Zo kende ik hem niet. Hij was juist altijd handig, kon alles maken in en rond het huis.

Een officiële diagnose werd nog niet gesteld, maar we kregen wel een casemanager dementie toegewezen. Een hele fijne vrouw, die op vaste momenten langskomt. Vaak zijn onze kinderen ook bij de gesprekken. Samen kijken we wat er nodig is, niet alleen voor Ad maar ook voor mij.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Dubbele zorg

Tot nu toe wonen we nog zelfstandig, in het huis waar onze kinderen zijn opgegroeid. Dat gaat goed, omdat ik alles regel. Ik zeg weleens dat ik een dubbele zorg heb. Ad kan zichzelf douchen en aankleden, als ik zijn kleren klaarleg. Vroeger hoefde dat niet, hij was heel zelfstandig. Hij vindt nog wel zijn weg in het dorp maar als hij boodschappen doet, komt hij soms met het verkeerde thuis. En hij loopt ook niet meer zo goed: in een andere houding, krommer.

De kinderen zeggen regelmatig: moeder, je bent al 84. Als ik gezondheidsklachten krijg of wegval, kan Ad hier niet blijven wonen. Daar maak ik me soms zorgen over. Ook als Ad zelf ineens hard achteruit zou gaan, moet er iets gebeuren. Je kunt hem niet zomaar ergens plaatsen, zeker nu er geen bejaardenhuizen meer zijn. Die zouden ze van mij meteen weer open mogen doen. Het liefst zou ik nu al kleiner gaan wonen. Alleen niet in een appartement, een duiventil noem ik dat. Ik ben gewend om zo te wonen als nu.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Zorgboerderij

Het idee van de zorgboerderij kwam van onze dochter. Ze zag dat Ad thuis niet meer zoveel omhanden had. Eerst kluste hij graag aan fietsen en was hij veel bezig in de moestuin. Op een gegeven moment werd dat hem teveel – en mij ook. Hij zag dat zelf in en is er op eigen initiatief ermee gestopt. Toch zegt hij af en toe dat ik hem zijn hobby heb afgepakt. En zijn rijbewijs: ik voelde me niet meer veilig als hij reed en de auto stond bijna altijd stil. Dus toen hij op zijn 80e opnieuw gekeurd moest worden voor zijn rijbewijs, stelde ik voor om de auto weg te doen.

Ik hoopte dat hij op de zorgboerderij misschien weer wat zou gaan tuinieren, maar daar hoor ik nooit iets over. Wel wordt er samen gewandeld, gebiljart en naar muziek geluisterd. Hij heeft het er goed naar zin. Soms vraagt hij waarom ik nooit meega. ‘Mij willen ze daar niet hebben,’ zeg ik dan.

Eigen plan

Een tijdje geleden vroeg iemand van de gemeente om ergens te komen helpen als vrijwilliger. Dat zag ik niet zitten: ik heb thuis al vrijwilligerswerk genoeg! Toch voel ik me niet overbelast door de zorg voor Ad. Wel ervaar ik meer rust op de dagen dat hij bij de zorgboerderij is. Ik doe dan mijn poetsronde. Huishoudelijke hulp zou ik niet willen want ik kan alles nog veel te goed zelf. Ook ga ik graag met mijn elektrische fiets boodschappen doen, het liefst over de grens met België. Daar hebben ze net andere spullen in de supermarkt dan hier.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)



Als Ad ’s avonds thuiskomt eten we samen een warme maaltijd, soms warm ik iets voor hem op. Hij houdt erg van lekker eten. Bij mij luistert het niet zo nauw. De dagen dat hij naar de zorgboerderij gaat, eet ik tussen de middag zelf niet veel. Een stukje fruit of soms een boterham, daar heb ik wel genoeg aan.

Voor elkaar

Mijn kleinzoon vraagt weleens: ‘Oma, waarom koop je geen computer? Daarmee haal je de hele wereld in huis.’ Maar ik heb genoeg gezien, laat die wereld voortaan maar buiten. Ik zit liever te breien, overdag hier voor het raam en ’s avonds bij een lampje. Een mobiele telefoon heb ik trouwens wel, die kan ik tenminste meenemen als ik ga fietsen.

Zolang ik er ben, hoeven de kinderen niet bij te springen met de zorg. Ze helpen wel met klusjes in huis die Ad eerst deed, zoals de tuin bijhouden en apparaten repareren als ze het niet meer doen. Ik ben blij met onze kinderen, we hebben er veel plezier van. Maar wij zijn er natuurlijk ook altijd voor hen geweest.