Nu nog voor elkaar zien te krijgen dat ik niet meer elk uur van de dag met mijn gedachten bij haar ben. Ik moet met eigen ogen zien of het verpleeghuis waar ze nu is ok is. Het is wel je moeder, zegt dat stemmetje steeds.

Afkicken

Afkicken moet ik, maar dat blijkt lastig te zijn na recente ervaringen met de zorg die meer te maken had met verwaarlozing van onze ouderen dan met goede revalidatiezorg. Mijn behoefte om met eigen ogen te zien dat het goed gaat met mijn moeder heeft te maken met de dingen die er gebeurd zijn na haar val in huis, waar zij al heel lang zelfstandig woonde. Met de hel die volgde toen ze na ontslag uit het ziekenhuis in een revalidatieoord terechtkwam waar ze door ondervoeding en bloedarmoede bijna het loodje heeft gelegd.

Vertrouwen

Ik moet vertrouwen op de nieuwe situatie. Die stukken beter blijkt te zijn dan die uit het verleden. Ik moet wennen aan het idee dat de situatie in het nieuwe verpleeghuis echt beter is. Tegenover controle houden door elke dag even te kijken of het goed gaat met moeder. Moeder allang blij en ik vind mezelf elke dag terug fruit schoonmakend tussen de koffiedrinkende ‘oude meisjes’ die kippig of blind soms, kakelend van de lach, een partje appel of mandarijn van het aangeboden schoteltje scharrelen.

Vermaak

Maar omdat ze nu bijna elke dag van de week aan één of andere activiteit in het huis deelneemt, tref ik haar regelmatig niet meer aan in haar kamer. Er is gymnastiek, geheugentraining, bakken of koken, koffiedrinken in de gezellige koffiehoek. Dan kan ik haar niet vinden en loop ik hijgend trap op trap af op zoek naar het ”Hofplein” of de, hoe heet die andere ruimte ook weer, want ik ben nog niet helemaal gewend aan het nieuwe leven van mijn moeder.

Mijnkwaliteitvanleven.nl - mantelzorg

Geregeld vind ik haar na enige tijd terug. Vrolijk meezingend met muziek, de armen in de lucht heen en weer zwaaiend, naar het voorbeeld van de vrijwilligster, die ook blij is met het enthousiasme waarmee mijn moeder deelneemt aan elke activiteit die er in het huis georganiseerd wordt. Ze wint ook nu weer met sjoelen, zoals ze vroeger deed van mijn vader, van mijn oma en opa als er op feest- en verjaardagen spelletjes werden gedaan thuis.

Omgekeerde wereld

Het lijkt wel of mijn moeder op zichzelf is gaan wonen. Het huis uit is. Elke morgen wil ik naar haar toe, maar dat hoeft niet meer. Ze wordt goed verzorgd. Het losmaken is eindelijk begonnen. Ik weet nu hoe zij zich voelde toen ik op mijn 20ste vertrok naar het buitenland. Alles is inmiddels omgedraaid. Ik roep 'blazen' tegen haar als ze tijdens de lunch. klaagt dat de soep zo heet is. Ze moet erom lachen als ik het verleden ophaal en vertel dat zij dat altijd tegen ons riep tijdens het avondeten en ik herinner mij de bittere andijvie en dito lof met Maizena saus, de gekookte aardappelen en de gehaktbal met jus.

Financiën

Elke keer als ik met haar alleen ben, vraagt ze wie er betaalt voor haar kamer, het lekkere eten, de aardige meisjes die elke dag haar bed komen opmaken, de afwas doen, haar haren borstelen na het douchen. Ze is blij met haar mooie kamer, trots op het feit dat er 2 ramen in zitten waardoor het er licht zo mooi binnenvalt. Het gaat niet goed in de zorg maar op deze plek waar moeder nu sinds een maand of 3 verblijft gaat het prima. Vergeleken met de barre omstandigheden in dat revalidatieoord, waar dingen zijn gebeurd die niet door de beugel kunnen, is het leven voor haar hier in dit tehuis prima.

Los?!

Eindelijk krijg ik wat meer energie om mijn eigen leven weer in te vullen. Denk ik na over een vakantie in een oord waar het lente of zomer is. Krijg ik weer zin in schilderen en beeldhouwen, wil een schrijfcursus volgen en sta vroeg op om al die prachtige musea om de hoek weer eens te bezoeken. Om mijn ziel te laven en mijzelf op te laden voor de rest van mijn eigen leven.

Wraak

Smeed ik snode plannen om dat centrum waar mijn moeder tweemaal naar het leven werd gestaan door een incompetente arts, aan te klagen. Zoals moeder terugkeerde uit de dood zo keert mijn eigen leven zo langzamerhand ook weer terug.

Missen

Of zij mij mist nu ik er niet meer elke dag ben, betwijfel ik. Wel roept ze zoals gewoonlijk: Wat ben je lekker vroeg, als ik haar eindelijk heb gevonden in de gymruimte of de spelletjesafdeling, ongeacht het tijdstip waarop ik binnenkom. Ze is vrolijk en ziet er goed uit, met haar kwaliteit van leven is het dik in orde.

Fotografie: Romi Tweebeeke