Nadat zij was vertrokken naar een andere dimensie, stippelde ik verre reizen uit. Inmiddels heeft kat numero 15, Snoes, daar een stokje voor gestoken met haar blauwe ogen en charmante tijgerlook. Een adoptiepoes die mijn hart, ondanks dappere voornemens dat niet te laten gebeuren, opnieuw deed smelten.

Haar rituelen zijn intussen de mijne. Elke ochtend om half 7 maakt ze mij wakker en doen we samen de zonnegroet. Daarna spoort ze me ongeduldig aan haar visje te koken, waarna ze zich terugtrekt voor een slaapje van een uur of 2.

Geen reisplannen

Een andere reden om mijn reisplannen opnieuw uit te stellen, is al bijna 10 jaar mijn moeder. Nadat zij opnieuw met succes is hersteld van haar laatste val in het verzorgingshuis - een gebroken bekken en pols waren dit keer het resultaat van haar vergeetachtigheid - ben ik wat huiverig voor reizen naar het buitenland van langer dan een week.

Ze stapt ‘s nachts haar bed uit en denkt dat ze weer gewoon kan lopen. Haar alarm gebruikt ze niet, omdat ze vergeet waar dat ding om haar hals voor is.

Bellen voor hulp doet ze nooit. De gevoelige mat voor haar bed alarmeert de nachtzuster of –broeder. Dan is het een kwestie van op tijd komen om haar op te vangen of, als het te laat is, zoals de laatste keer, op te rapen. En voor de 1.000e keer (ik heb het uitgerekend, het is veel meer dan duizend keer intussen) vertellen wij haar dat ze het alarm moet gebruiken, dat ze niet zonder rollator naar het toilet mag lopen. In het verzorgingshuis hebben ze gelukkig ook engelengeduld.

Op reis

Maar er is ook nog een andere reden. Ik ben treurig door de ziekte van mijn kleinzoon. Hij is 20 en heeft een ernstige ziekte die in het ziekenhuis wordt aangepakt met chemokuren. God, neem mij alstublieft, bid ik. Maar laat ik niet voor mijn beurt roepen. Ik sta vast ook nog wel ergens op de lijst.

Nu moeten we allemaal zo vrolijk en positief mogelijk blijven voor de zoon van mijn zoon. Die opgroeide als vaderloze tiener omdat deze andere dingen aan zijn hoofd had dan er zijn voor zijn enige zoon. Het is niet eerlijk dat een jong mens door zo’n ziekte wordt geveld. Zijn vader is er wel voor hem, dat is mooi. Hij is in mijn gedachten, het kind van mijn zoon, die veel steun heeft aan zijn twee zusjes en de grote, hechte familie om hem heen. Dit is ook leven, denken aan de dood.

Nu even geen kwaliteit van leven maar zicht op rauwe werkelijkheid. Die haal ik uit de liefdevolle zorg voor mijn moeder en de hoop dat mijn kleinzoon beter wordt en verder kan met zijn jonge, pas begonnen mannenleven, zoals het hoort. Als hij hersteld is en hij bezweert mij dat dat gaat lukken –gaan we samen op reis. Niet langer dan een weekje want anders gaat Snoes me missen.

Ik draai voorlopig op de automatische piloot, doe mijn dagelijkse dingen als boodschappen en beantwoorden van e-mails en appjes. En de wereld draait gewoon door. Gelukkig, want dat is een bewijs van leven.

Fotografie: Romi Tweebeeke