Ik liep destijds stage in Barcelona en was een weekje in Nederland voor de feestdagen. Vanwege het vele zware knalvuurwerk in de straat waagde ik me die nacht me niet buiten, maar bleef ik in de gang staan – op veilige afstand, dacht ik. Ineens hoorde ik een harde klap en voelde ik hevige pijn: mijn oog was geraakt door vuurwerk van de buren. Ik zag niets meer, mijn oog was helemaal opgezwollen en er stroomde bloed uit. Mijn moeder is direct met me naar de Eerste Hulp gereden, maar omdat er die nacht geen oogspecialist aanwezig was, kon ik pas de volgende ochtend worden geholpen.

Ik dacht nog dat het wel mee zou vallen. Helaas viel dat tegen: het regenboogvlies (iris) was afgescheurd en mijn netvlies was zo beschadigd, dat ik alleen nog wat donkere en lichte vlekken kon waarnemen. De kans bestond dat ik mijn oog zou verliezen, onder andere vanwege een veel te hoge oogdruk. Er volgden vier operaties dat jaar en vele onderzoeken. Vrijwel iedere week was het ziekenhuis in, ziekenhuis uit.

Up en down

In eerste instantie was ik optimistisch: ik ging ervan uit dat ik na de operaties mijn leven gewoon weer kon oppakken En dus ging ik, ondanks mijn gezwollen oog, de medicatie en de pijn, gewoon door met school. Met mijn stage in Barcelona moest ik natuurlijk wel stoppen.

Pas toen de artsen zeiden dat ik blind zou blijven aan mijn linkeroog, volgde de klap. Er spookten zoveel vragen door mijn hoofd. Hoe zou mijn leven eruit komen te zien? Zou ik ooit nog kunnen autorijden, kon ik het nog wel het werk gaan doen wat ik graag wilde en wat als ik mijn oog toch nog kwijt zou raken? Door de Prednison was mijn gezicht flink gezwollen en mijn oog was continu ontstoken. Ik raakte depressief en wilde me het liefst verstoppen.

Mijn moeder, bij wie ik een paar maanden logeerde, stimuleerde me om er toch op uit te blijven gaan. Dat viel nog niet zo mee, want ik moest wennen aan het kijken met één oog en raakte snel overprikkeld. Ik ben weleens een supermarkt uitgerend, omdat er zoveel mensen waren. “Wat gebeurt er toch met me?” vroeg ik me af. Ik kon me niet concentreren of overzicht houden: lezen, tv-kijken en op de computer werken lukte niet. Ook had ik veel nachtmerries en schrok ik van harde geluiden.

Emotioneel gezien voelde ik me een wrak. Dat had ook te maken met de spanningen met de buren van mijn moeder. Direct na het ongeluk zeiden ze illegaal vuurwerk te hebben gebruikt. Maar toen het verhaal officieel opgetekend moest worden voor de verzekering, ontkenden ze dit. Het is tot een rechtszaak gekomen, die we vanwege gebrek aan bewijs helaas hebben verloren.

Uiterlijk

Mijn linkeroog heeft geen kleur meer, doordat het regenboogvlies ontbreekt: je ziet alleen nog de zwarte pupil. Gelukkig heb ik hele donkere ogen, dus valt het niet zo op. Toch voel ik me er wel onzeker over. Ik vraag me vaak af hoe mensen naar me kijken, bijvoorbeeld tijdens sollicitaties. Of bij het daten: als ik een jongen ontmoet, wil ik wel op mijn best zijn. Ik durf mezelf dan niet meteen bloot te geven. Als iemand ernaar vraagt, wil ik best vertellen wat er gebeurd is. Maar een intiem, diepgaand gesprek vind ik nog spannend. Ook omdat dan de beelden en emoties van toen weer naar boven komen.

Binnen mijn vriendenkring speelt uiterlijk best een belangrijke rol: we zijn veel met onze looks bezig. Bij foto’s van mezelf kijk ik altijd als eerste hoe mijn oog eruitziet. Ik sta ook regelmatig model voor mijn moeder, die gelegenheidskleding ontwerpt. Ze gebruikt me graag als levende paspop en ik woon bij haar om de hoek.

Nazorg

Voor de rest van mijn leven moet ik elk half jaar op controle. Mocht ik naar het buitenland willen, dan adviseren de artsen me om eerst te checken of daar goede zorg beschikbaar is. Doordat mijn oog kwetsbaar is, blijf ik hier toch wel wat afhankelijk van.
Rond de wisseling van de seizoenen, als de airco of verwarming weer aangaat, raakt mijn oog gemakkelijk ontstoken. Dat komt doordat mijn oogbol door de littekens niet helemaal bevochtigd raakt als ik knipper. Omdat mijn ogen verbonden zijn, raakt mijn goede oog dan ook ontstoken. Soms ben ik bang dat beide ogen aangetast raken of ik dat ik mijn slechte oog alsnog verlies.

Om de ontstekingen te voorkomen gebruik ik oogdruppels. Verder is er een buisje in mijn oogbol geïmplanteerd voor het afvoeren van traanvocht. Op mijn werk worden mijn ogen ook eerder droog, vooral als ik langere tijd ingespannen naar een beeldscherm kijk. Eigenlijk moet ik zorgen voor voldoende afwisseling in mijn werkzaamheden, maar ik heb het nog niet ter sprake gebracht. Het lijkt me niet relevant, omdat ik volledig mee kan draaien.

Ik ben wel voorzichtiger dan voorheen. Vuurwerk kijken doe ik vanaf de zesde verdieping van de flat waar ik woon, met uitzicht over de stad. De oogspecialist die mijn eerste operatie uitvoerde, was echt boos dat mijn oog zo was beschadigd door vuurwerk. Hij en zijn collega’s zien hoe mooi en kwetsbaar het oog is en hoeveel mensen er oogletsel oplopen tijdens de jaarwisseling. In 2013 was ik er blijkbaar het ergste aan toe wat oogletsel betreft. Het liefst zouden de artsen het vuurwerk een halt toeroepen. De laatste jaren is de discussie over een eventueel vuurwerkverbod volop gaande in Nederland, ook in de gemeente waar ik woon.

Inzicht

Het zijn heftige jaren geweest, maar ik merk dat ik sterker ben geworden door alle ervaringen. Ik heb een kant van mezelf ontdekt die ik nog niet kende: dat ik door kan gaan bij tegenslag, lef kan tonen en opzij kan zetten wat andere mensen van mij zouden kunnen vinden. Zonder het ongeluk was ik me daar misschien niet bewust van geworden.

Fotografie en interview: Tom van Limpt en Sandra Willemen