De val

Ze heeft keurig gewacht met uit haar bedje vallen tot het moment dat ik mijn koffer van een weekje weg had uitgepakt, de inhoud had gewassen, de berg post had geïnspecteerd en mijn adoptiekat had geknuffeld. Gistermorgen ging om acht uur mijn telefoon. Aan de lijn het tehuis waar moeder zich ophoudt sinds haar val zes weken geleden, afgezien van een korte stop in het ziekenhuis.

Neutrale toon heeft een averechts effect

Het is best raar, maar ik reageer altijd heel onredelijk op mededelingen die zo neutraal mogelijk worden gedaan. Die neutrale toon hanteren de mensen van het tehuis, zodat mensen niet schrikken. Op mij heeft dat echter een averechts effect. Ik ontvlam meteen: roep met overslaande stem, zonder na te denken dingen die ik niet wil roepen. Meestal ook nog dingen die volkomen niet to the point zijn.

Ik weet het, maar ik kan er niets aan doen. Achteraf schaam ik me altijd kapot dat ik zo stom reageer op zulke gebeurtenissen. Ik kan mezelf niet coachen, ondanks dat ik daar ooit een opleiding voor heb gedaan. Misschien moet ik maar eens op herhaling.

Zo leef ik van dag tot dag

Ik ben niet gebeld vanmiddag door de arts van de rijdende röntgen, dus ik kan rustig gaan eten en slapen. Hij zou namelijk bellen als er iets niet goed zou zijn met moeder.

Zo leef ik van dag tot dag. Ook al sta je de ene dag op het hoogste gebouw van de wereld, ergens in het Midden Oosten, het leven op de begane grond ontrolt zich gewoon volgens de plots die je zelf niet hebt geschreven. En dan kan een halve meter – de afstand van een bed tot de grond – je dagen tot een kookpunt brengen. Waar zit die uitknop dan toch ook weer?

Ik was een heerlijk weekje weg, heel gezond gegeten, bijzondere dingen gezien, maar allang weer gewend aan thuis, de stad, de winkels en het nieuws. Maar waar ik nooit aan wen zijn die doormidden brekende krengen van crackers. Die kan ik niet uitstaan. Bah.

Fotografie: Romi Tweebeeke