Wat ik mis is de gewoonte om haar minstens 2 keer per dag te bellen om te horen hoe het ging met haar. Of ze zich goed voelde en geen hoofdpijn had. Dat ik de boodschappen kwam brengen. Wat ze nog nodig had en hoe ik haar telkens weer opnieuw uitlegde dat ze dan in de koelkast moest kijken of er nog melk, fruit, brood en dingen voor op brood waren. En in de keukenkast, om de thee- en koffievoorraad te inspecteren.

Dat eindeloos herhalen van wat er het laatste jaar is gebeurd met haar. Waarom ze in het ziekenhuis heeft gelegen en waarom haar knie nog steeds pijn doet, doe ik nog altijd en is dus heel vaak onderwerp van gesprek als ik bij haar ben in het verpleeghuis.

Het 2 keer per dag niet meer bellen mis ik, maar schenkt mij tijd voor mijzelf terug. Ik moet er nog aan wennen.

Bijzondere vogel

Op weg naar vrienden werd ik verrast door een aandoenlijk tafereel op het Amstelstation. Een man van middelbare leeftijd eet een croissant terwijl hij, net als ik wacht op de trein. Voor hem, min of meer aan zijn voeten, zit een spreeuw te kwinkeleren, zijn kop naar boven gericht, zijn klokkend keeltje zo mooi omfloerst door al die schitterend gekleurde veren, waar zonnestralen doorheen vallen…

Met zijn slimme zwarte ogen tracht hij of misschien wel zij, de man uit te nodigen een stukje van die heerlijke croissant te doneren. De man kijkt terug maar legt de link niet. De overduidelijke muzikale boodschap komt niet binnen.

Paarlen voor de zwijnen

Ze eten heus niet alles, de spreeuwen. Ze hebben door de jaren heen hun smaak behoorlijk verfijnd en halen tegenwoordig hun neus op voor een stukje appel, constateerde ik laatst, terugkomend van station Utrecht, na een bezoek aan een vriendin.

Ik sla deze scene met de zingende spreeuw gade en kijk om me heen om te zien of anderen het ook zien. Ik kan mij niet onttrekken aan de treffende overeenkomst met straatmuzikanten. Die spelen en zingen ook vaak zonder publiek de sterren van de hemel.

Niemand besteedt aandacht aan wat er zich voor mijn ogen aan afspeelt. De zingende vogel slaagt er jammer genoeg niet in de man met het croissantje te verleiden. Ik weet dat spreeuwen mooi kunnen zingen, telefoongeluiden kunnen imiteren, hondsbrutaal zijn, lopen als kieviten en met zijn duizenden samen in de lucht van die schitterende spreeuwenwolken kunnen maken, voor ze gaan slapen. Ik moet het doen. Ik spreek de man aan en vraag hem of ie dat ook zag, die zingende bedelspreeuw aan zijn voeten. Hij kijkt mij aan en haalde met opgetrokken wenkbrauwen zijn schouders op. “Sorry”?

Zoals alle Nederlanders altijd zo goed doen, schakelde ik over op vloeiend schoolengels en vroeg hem: “Did you notice that bird, singing for you?” wijzend op de spreeuw. “No”, antwoordde de man mij aankijkend of ie twijfelde aan mijn verstandelijke vermogens, “I did not”. De trein kwam er aan en de spreeuw vloog op. “Such nice birds and they sing so beautifully”, riep ik hem vertwijfeld na toen ie de eerste klas instapte. “I hate pigeons”, riep hij terug, verbaasd over zoveel onnodige prietpraat, waarna ik hem door de openstaande deur, harder dan de bedoeling was, nariep: “I also love pigeons!”

Onderzoek

De conducteur floot, de deur van mijn 2e klascoupe ging dicht en de vergeefse actie van de zingende spreeuw was verleden tijd. Ik vermoed dat hij deze truc daar op het perron vaker uithaalt en gek is op croissants. Ik moet gauw weer op reis met de trein en daar onderzoek naar doen. Met een croissantje in de hand, want voor een gewone bruine boterham gaat de spreeuw in kwestie vast niet zitten zingen.