Ik was 29 weken zwanger toen ik dezelfde signalen kreeg als in het begin van de bevalling van onze dochter Joëlle (2 jaar). Ik besloot het even aan te kijken. Maar op zondag kreeg ik weer dat gevoel. Omdat er net maatregelen voor het coronavirus heersten, stuurde de verloskundige mij direct naar het ziekenhuis. Daar bleek alles met de baby en mij in orde te zijn. De arts moest alleen de laatste check nog doen: de ontsluiting meten.

Ik bleek vier centimeter ontsluiting en een uitpuilende vochtblaas te hebben; de bevalling was uit het niets veel te vroeg begonnen.

Aan het infuus

Toen kwamen we in een sneltrein terecht waar we pas drie maanden later uitstapten. Ik moest in het ziekenhuis blijven en kreeg longrijpers voor Daniël en weeënremmers. Bij kinderen die veel te vroeg worden geboren, zijn de longen nog onvoldoende gerijpt. Longrijpers zorgen ervoor dat dit proces sneller gaat en daarmee latere complicaties worden voorkomen. Alles werd op alles gezet om de bevalling drie dagen uit te stellen zodat de longrijpers hun werk konden doen.

Ook werd ik alvast met de ambulance naar het Sofia Kinderziekenhuis gebracht zodat de baby na de geboorte direct de juiste zorg zou krijgen. Op woensdag – drie dagen later – werden de weeënremmers gestopt, omdat ze dan geen zin meer hebben. Mijn man Janco ging naar huis om opvang voor Joëlle te regelen voor de komende periode. Hij moest gewoon werken en ik moest volledige rust houden om te voorkomen dat de bevalling zou doorzetten. Hij was net weg en toen ik me weer onrustig begon te voelen. De verpleging checkte mijn ontsluiting en ik zat al op zes centimeter. Janco werd gebeld en ik ging naar de bevalkamer. Driekwartier later was Daniël er.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Arianne en Daniël

Hij werd direct naar de IC gebracht. Mijn man en ik mochten de eerste keer samen bij hem kijken en daarna moesten we apart vanwege corona. Dat was moeilijk, want ik had graag mijn emoties met mijn man gedeeld. Gelukkig konden we wel weer samen toen Daniël overgeplaatst werd naar het Maasstad Ziekenhuis. Later kregen we hier steeds meer modus in. Ik ging ´s ochtends naar Daniël en ´s middags was ik er voor Joëlle. Janco ging vaak ´s avonds naar Daniël. Iedere dag was er oppas voor Joëlle en vaak deden zij ook nog iets in het huishouden. Deze hulp was onmisbaar.

Thuis

Daniël deed het supergoed. Met de uitgerekende datum kwam hij thuis. Ik was daar ook aan toe, want artsen en verpleegkundigen zorgden al die tijd voor hem en zij namen alle beslissingen. Maar het is ons kind en ik wilde voor hem zorgen. In het ziekenhuis zei ik dat heel stoer, maar eenmaal thuis vond ik het heel spannend. Ik besefte dat we een zorgenkindje hadden.

Joëlle was bij de geboorte een flinke baby. Gevoelsmatig weet je dat zo´n baby wel tegen een stootje kan. Daniël had dat niet. Daarbij kende ik hem nog niet. Ik was weer zijn mama, maar de zorg was steeds heel technisch geweest en ik had er weinig gevoel bij. Het was beangstigend. Gelukkig sprak de couveusenazorg mij de moed in. Ze zei ´je voelt het supergoed aan´, ´je doet het supergoed´ en ´jij kan dit´. Zij hielp mij vier ochtenden en dat was voor mijn zelfvertrouwen voldoende. Ik ben haar heel dankbaar.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Arianne in de babykamer

Dubbel gevoel

Een kindje krijgen is iets heel erg moois, maar op deze manier heel dubbel. Sommigen wisten ook niet of ze ons moesten feliciteren. Natuurlijk zei ik dan, want wij zijn superblij met de komst van Daniël. Het ziekenhuis vierde alle mijlpalen dan ook. Daniël even uit de couveuse? Dat betekende feest. Medicijnen afbouwen? Weer feest. Deze kleine - en toch grootse - vieringen hebben ons erg goed gedaan.

Als je me die zondag had verteld dat ik binnen vier dagen zou bevallen, had ik het niet geloofd. We hebben zelfs in de auto zijn naam nog bedacht.

We hadden ook nog veel voorbereiding in te halen. Gelukkig hielp het ziekenhuis ons daarmee. Op de dag voor de bevalling kregen we een voorbereidend gesprek met de kinderarts. Hij vertelde alles wat we konden verwachten. Ook konden we hem alles vragen wat we wilden. Dat maakte een enorm verschil. We wisten bijvoorbeeld exact wat er zou gebeuren met Daniël als ik zou bevallen en waar hij naartoe zou gaan.

Genieten

Mijn schoonzus is een paar weken bevallen na een voldragen zwangerschap. Dat vond ik best confronterend, want ik had het ook graag op de ´normale manier´ gedaan. Voordat iedereen het besefte, was Daniël er al. Joëlle sliep nog op de babykamer. Ik zou nog alle kleertjes verzamelen en wassen. Mijn buik zou nog dikker worden, mijn man zou de schopjes nog beter gaan voelen en ik zou nog talloze vragen krijgen wanneer de baby komt. Het is alsof ik het leukste onderdeel van de zwangerschap heb gemist.

Stapje voor stapje kom ik verder in de verwerking van de hele gebeurtenis. Ik merk dat ik soms kan verlangen naar een nieuwe, voldragen zwangerschap. Alsof ik het kan afmaken. Er had ontzettend veel mis kunnen gaan en dat is ons gelukkig bespaard gebleven. Daniël doet het erg goed en het is eigenlijk wel goed zo. We willen nu van de rust en balans genieten die er is in ons gezin.

Heeft u een mantelzorgtaak, zoals de mantelzorg voor uw kind? Hoe vindt u dat? Breng in het in kaart met de vragenlijsten 'Mijn mantelzorgtaak'.