Papillotten

Even later staan we gewapend met rollator samen in de lift op weg naar een sjoelwedstrijd op de 1ste verdieping. Zij zegt iets van mijn haar. Dat ze het niet mooi vindt zitten. Zou ze het gemerkt hebben, die schaamte van mij? Ik geef haar gelijk en ben terug in mijn vroege jeugd, wanneer zij ‘savonds voor ze mij naar bed bracht, krullers gemaakt van reepjes stof in mijn haren rolde. De volgende dag stond dit ritueel garant voor een bosje mooie krullen, waarop een grote witte strik belandde. Zo ging ik naar de kleuterschool aan het einde van onze straat. Ik heb nog een korrelige foto van een groep kinderen waarop ik lachend en met opgetrokken schoudertjes naast de juf sta, met krullen en strik.

Als mijn broertje geboren wordt, komt er een strenge dame met witte jas in huis die het huishouden overneemt van mijn moeder die nog in bed ligt. De papillotjes – het ouderwetse woord voor die lapjes wil ik er niet door haar ingedraaid hebben – worden door mijn moeder gedaan.

Broertje of autoped?

Het broertje huilt vaak en veel. Ik voel me bedrogen door mijn vader die mij vroeg wat ik het liefste wilde voor mijn verjaardag: een broertje of een autoped? Ik koos voor zekerheid: een autoped. Een rode. Dat er ook nog een broertje kwam, vond ik geen winst. Daar had ik niet om gevraagd. Het lot wil dat hij later zijn been brak op diezelfde autoped. Toen deed men niet aan pedagogie of iets dat daar op leek, zo kort na de oorlog. Dat er geen broers of zusjes mee mochten tijdens het bezoek aan patiënten in het ziekenhuis, werd door mijn ouders zonder morren geaccepteerd. Zo kwam het dat ik mijn broertje gedurende de zes weken die nodig waren om te genezen van de beenbreuk niet heb gezien. Hij was toen vier jaar oud, ik negen.

Die krullen bij mij zijn nooit gekomen, ook daarin lijk ik niet op mijn moeder.

Plicht om te winnen

Moeder brengt het die dag tot kampioen sjoelen en verdient een grote medaille aan een lint met de kleuren van de Nederlandse vlag. Ze is er trots op maar schept er niet over op. Het is niet knap vindt ze, maar een plicht om te winnen, omdat zij vroeger thuis ook altijd won tijdens de sjoelavondjes met mijn vader en mijn oma. Als kind mocht ik dan ook wel eens meedoen, maar ik kon er niets van. Mijn moeder heeft het nog steeds in haar vingers na al die jaren nooit meer één steen geschoven te hebben, grappig is dat toch.

Friet met mayo

Vandaag is het weer moedersdag. Als ik tijdens ons rolstoelritje buiten aan haar vraag wie er de 17e en de 21ste jarig zijn, kan zij zich die data – de verjaardag van mijn broer en mij - absoluut niet herinneren. Zij merkt op dat het toch gek is dat je dat soort dingen als de verjaardag van je kinderen zomaar kunt vergeten. “Geeft niks mam, zullen we een patatje nemen en de lunch in het huis laten voor wat ie is?”

Ze eet het hele bakje met heerlijk krokant gebakken frietjes leeg en ik weet net nog te verhinderen dat ze de rest van de flinke portie mayonaise met haar vinger erachter aan naar binnen werkt. “Mam, dat is slecht voor je lijn - we zijn bezig om een beetje te letten op wat zij eet, omdat zij inmiddels 12 kilootjes te zwaar is voor haar lengte – argumenteer ik. “Ja, dat zal wel, maar wel lekker”, antwoordt zij onbekommerd.

Ik ben trots op haar, op de manier waarop zij de wereld ziet en de dingen zegt zoals ze zijn. Dubbele gevoelens genoeg weer. Schaamte en trots, het moet niet gekker worden, toch? Als we terugkomen ligt er een hardgekookt eitje dat ze gemist heeft, voor haar klaar. Dat kan er net nog bij.