'Totdat eind april de coronamaatregelen verruimd werden, ging opa alleen naar de (klein)kinderen. Ondertussen vinden mijn muzieklessen opnieuw plaats via de computer. Hetzelfde geldt voor de reken- en taallessen die ik aan mijn groep 8-leerling geef: deze verlopen sinds de kerstvakantie via Skype.

Al jaren ga ik op woensdagmiddag naar een gezin in Eindhoven met drie kinderen. Via via was ik in contact gekomen met een (alleenstaande) moeder uit Ghana. Zij vroeg mij in eerste instantie haar te helpen met Nederlands, omdat ze op haar werk vooruit wilde komen.

Van het een kwam het ander. De oudste dochter zat op dat moment in groep zeven en had vooral wat moeite met rekenen. Of ik dat meisje misschien ook kon helpen? Al gauw werkte ik op woensdagmiddag een à twee uur met dochterlief. Na groep acht kwam zij terecht in het voortgezet onderwijs en zat haar broertje in groep zes: een ander kind, andere behoeftes en daarmee een andere aanpak.

Een nieuwe uitdaging
Dit schooljaar zit het jongste meisje in groep acht en voor de lockdown ging ik nog steeds vrijwel elke woensdagmiddag naar Eindhoven. Deze jongste, een bijdehante tante, wil graag al wat Frans leren en zoekt daarvoor op internet naar verschillende sites.

Dan uit ze in november een wens. Ze wil eigenlijk extra oefenen om, als dat kan, op een wat hoger niveau uit te komen dan het eerste advies van de basisschool aangaf aan het begin van dit schooljaar. Dat betekent voor mij ook enige aanpassing: naast taalkwesties als werkwoordspelling en begrijpend lezen, moet ik me, na bijna 60 jaar, ook weer verdiepen in breuken, procenten en redactiesommen.

(lees verder onder de foto)

Hoe ervaart u uw kwaliteit van leven? Of uw naaste? Vul de vragenlijst en help uzelf, uw naaste en de zorg verder! 


Haar basisschool verschaft ons wat materiaal en verwijst naar internet. Maar voor het ‘echte’ werk (deze oud-docent werkt graag met een boek) bestel ik via internet een rekenpakket voor groep acht en zo ook een oefenboek voor de eindtoets. Het valt nog niet mee om in de kerstvakantie om de paar dagen via Skype les te geven, maar het gaat. Na de kerstvakantie schakelen we even een tandje terug, maar met het zelfvertrouwen groeit ook haar motivatie om vol te houden.

In februari moet mama om verdrietige familie redenen een maand naar Ghana. De drie kinderen zijn in deze periode zelf verantwoordelijk voor de gang van zaken thuis. Eens te meer realiseer ik me, dat menig kind het echt veel lastiger heeft, als het iets wil bereiken waar de eigen school zelfs niet aan lijkt te denken.

Het lukt dit meisje desondanks vrijwel elke dag extra sommen te oefenen. Deze juf neemt het dan voor lief als oudere broer luid, ook via een computer, contact heeft met zijn vrienden of het grote zusje van haar verwacht dat ze nú eerst boodschappen gaat doen. Dat is allemaal geen onwil van de andere kinderen, maar wel iets onbekends. Ik hoop maar dat ze  bij het maken van de eindtoets kan laten zien dat alle moeite heeft geleid tot het gewenste resultaat. Dat lukt en inmiddels heeft ze officieel een duidelijk VMBO-t/HAVO-advies.

Eigen examens
Op dit moment heb ik zelf mijn handen vol aan het voorbereiden van de overgangsexamens van mijn zang- en muzieklessen. Ik ben er iedere dag een behoorlijke tijd mee bezig. Door mijn beperkingen is het studeren toch wel een stuk zwaarder geworden. Ik heb de stof niet zomaar in een uurtje onder de knie. Vanwege mijn verlamde linkerhand lukt het bijvoorbeeld niet om een ritme te klappen. In plaats daarvan tik ik op tafel.

De cursus notenleer vindt nog steeds online plaats. Het kijken naar een scherm vermoeit tamelijk snel, maar is beter dan niets. Ik vermoed dat de netvliesloslating van een paar jaar geleden hierbij een belangrijke rol speelt. De zangles vond eerst met drie leerlingen plaats en is nu één-op-één. Privéles lijkt misschien een voordeel, maar ik ervaar het als een verschraling. Zo kan ik niet profiteren van het luisteren naar anderen.

Noot van de redactie: Inmiddels hebben de examens plaatsgevonden. Marieke kan met een ‘goed’ en ‘zeer goed’ door naar het derde jaar.

(lees verder onder de foto)

Op bezoek bij oma
Tussen half december en eind april worden de bezoekmogelijkheden aangescherpt of beter gezegd: nog beperkter. Knarsetandend moet ik accepteren dat opa voorlopig opnieuw in zijn eentje wekelijks naar de kleinkinderen rijdt. Opa en oma zijn weliswaar nog steeds getrouwd, maar wonen niet onder één dak. Onze kinderen wonen in het midden van het land en vinden het niet prettig wanneer oma die afstand in haar eentje aflegt. De rit van anderhalf uur is door NAH en zeker ook sinds de netvliesloslating een stuk vermoeiender.

Gelukkig staat daar tegenover dat beide zoons vanaf dat moment zoeken naar een mogelijkheid om af en toe alléén met kind of kinderen naar oma te komen. Heerlijke momenten die voor alle partijen nieuwe ervaringen opleveren. Ik had nooit bedacht dat een lift zó bijzonder zou kunnen zijn: als een perfecte liftboy staat de vijfjarige bij de liftdeur. Hij wacht geduldig tot oma en zijn jongste zusje (2) ook binnen zijn voordat hij, met gepaste trots, op het knopje voor de juiste verdieping drukt.

Voor zijn blinde zusje (3) heeft de lift weer andere bijzonderheden. Als de lift stopt, voel je even een tegenbeweging. Ik heb daar nooit bij stilgestaan, maar zij, ze was niet eerder in een lift, benoemt het gevoel in haar buik onmiddellijk: “Hé, we gaan nog even terug.” Oma moet de oudste wel even uitleggen dat je bij verstoppertje spelen zo’n lift niet mag gebruiken als verstopplaats. Al begrijpt ze echt wel hoe verleidelijk dat is.

Als mama na een van de bezoekjes vraagt wat er leuk was bij oma zegt de oudste spontaan: álles was leuk bij oma. Wanneer je dat later terug hoort, blijkt zelfs deze COVID-beperking positieve effecten te hebben.

Inmiddels mag er weer meer en konden opa en oma samen onlangs hun nieuwe kleinzoon gaan bewonderen. Al was het op gepaste afstand, omdat we onze tweede vaccinatie nog niet hebben gehad. En zo komen er steeds weer mogelijkheden bij.'