Fred zei altijd: ik word niet ouder dan 70. Daar kreeg hij bijna gelijk in, want ongeveer 14 jaar geleden werd hij getroffen door een herseninfarct. Hierdoor heeft hij uitval aan de rechterzijde van zijn lichaam.

In het begin had hij bij alles hulp nodig. Dat was wennen, voor ons allebei. Ik had destijds nog een fulltime baan. Gelukkig mocht ik het eerste half jaar na het infarct halve dagen werken. Later heb ik mijn werkgever gevraagd of ik vervroegd met pensioen kon, om meer tijd voor Fred te hebben.

Fred moest iedere dag wandelen, maar voor een rollator of stok was - en is - hij te trots: “Ik ben niet invalide!” Ook kon hij nog prima autorijden, vond hij. Ik wist dat hij zelf moest ervaren wat er nog mogelijk was en wat niet meer, dus zijn we op een leeg parkeerterrein gaan oefenen. Daarna wilde hij zelf naar huis rijden. Toen we moesten stoppen voor de brug trapte hij het gaspedaal in, in plaats van de rem. Daar schrok hij zo van dat hij direct de autosleutels bij me inleverde. Hij heeft nooit meer zelf gereden. Het duurde nog wel een jaar voordat Fred durfde te vragen of iemand hem ergens naar toe wilde brengen.

Ondersteuning

Inmiddels kan Fred binnenshuis aardig zelf uit de voeten. Hij heeft nu meer geestelijke dan lichamelijke zorg nodig, omdat hij zich snel onzeker voelt en emotioneler reageert. Daarom gaan we ook niet meer op vakantie naar Bali, wat we voorheen jaarlijks deden. De laatste keer moesten we na een vulkaanuitbarsting in alle haast het eiland verlaten, niet eens omdat we in levensgevaar waren maar omdat Fred zo van streek was.

Later bleek dat er door de uitbarsting bij Fred traumatische herinneringen aan zijn jeugd in Nederlands-Indië naar boven waren gekomen. Hij had hier nog nooit met me over gepraat. Naar aanleiding hiervan hebben we een aantal gesprekken gevoerd met een psychiater. Dat heeft zowel Fred als mij erg geholpen. Ook kreeg hij een uitkering toegekend vanuit de Wet Uitkeringen Burgerslachtoffers.

Tot voor kort deed Fred regelmatig nog wat advieswerk in de branche waar hij vroeger werkzaam was. Hij merkte alleen dat het hem teveel belastte – en daarmee mij ook, want ik moest hem steeds weer rustig zien te krijgen. Daarom heeft hij besloten er echt mee te stoppen.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Net een taxibedrijf

Naast Fred vraagt nu ook mijn moeder veel aandacht. Ze is slecht ter been en begint geestelijk wat achteruit te gaan. Sinds mijn vader is overleden, help ik haar met van alles. Ze komt drie keer per week eten, ik doe haar boodschappen en poetste tot voor kort iedere week haar huis.

Verder breng ik haar naar al haar afspraken: de kapper, de huisarts, de pedicure, de bridge. Ik ben net een taxibedrijf. De benzine krijg ik niet vergoed, omdat de meeste afstanden onder de 12 kilometer zijn. Ik heb bij de gemeente aangegeven dat ik voor twee mensen mantelzorger ben, maar dat kan niet volgens hen. Het kleine jaarlijkse bedrag dat ik kreeg, is merkwaardig genoeg verlaagd van 100 naar 75 euro.

We willen mijn moeder absoluut niet naar een verpleeghuis laten gaan en ook thuiszorg zien we niet zitten. Mijn zus, schoonzus en ik hebben alle drie een achtergrond in de verpleging, dus we kunnen het prima zelf regelen. Mocht mijn moeder in de toekomst meer zorg nodig hebben, dan laten Fred en ik haar gelijkvloerse woning uitbouwen en trekken we bij haar in. Dat scheelt mij vele ritjes.

Eigen tijd

Ik ben gewend om het elke dag druk te hebben en met schema’s te leven. Iedere zondagavond leggen Fred en ik onze agenda’s naast elkaar en spreken we de week door. Verder maak ik elke avond to do-lijstjes voor de volgende dag. Er komt altijd wat tussendoor, waaronder veel onverwacht bezoek.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Zelf ben ik op een jaarlijks griepje na nooit ziek. Daar heb ik helemaal geen tijd voor. Je gaat gewoon door, je denkt er niet bij na. Wel merk ik dat ik een dagje ouder word. In plaats van 100 dingen op een dag kan ik er nog maar 50 doen. Bovendien heb ik niet altijd meer zin om overal bij te springen. Daarom ben ik nu aan het kijken hoe ik dingen anders kan oplossen. Dat moet wel, anders houd ik het niet vol.

Sinds kort gaat mijn moeder op donderdag met Taxbus naar de bridge, dat ontlast mij in ieder geval een dag. Ook heeft ze nu om de week huishoudelijke hulp. Als het nodig is, poets ik tussendoor wat bij. Op woensdag spreek ik altijd met een vriendin af, Fred gaat dan golfen. Verder ben ik ’s avonds op de bank weer begonnen met lezen. Fred ligt dan in zijn luie stoel te slapen, met het geluid van de tv heel zachtjes aan.

Toen ik nog in loondienst werkte, begonnen mijn dagen al om 6 uur ’s ochtends. Nu start ik rond half 10, 10 uur op en doe dan gerust nog een spelletje op de computer. Dat was wel wennen, ik ben zo gewend om bezig te zijn!

Hoe druk bent u met zorg voor anderen? Doe de test >