Ik had al een tijd een irritatie aan mijn hoornvlies en was in behandeling bij de oogarts. In september 1999 werd er onverwacht glaucoom geconstateerd. Er was al veel schade aan beide ogen. De oogarts zei: ‘Mevrouw u wordt blind.’ Dat viel rauw op mijn dak. Ik was daar kind aan huis en verwachtte dit niet.

Ik wilde niet blind door het leven gaan en kon niet stoppen met huilen. Het gevoel dat alles me ontnomen was, was vreselijk. Ik voelde me verloren en opgesloten in mijn eigen huis. Om het zicht wat er nog was te behouden, heb ik 2 operaties aan beide ogen gehad. Nu heb ik kokerzicht en kan ik ver weg kijken. Dichtbij zie ik slecht.

Opnieuw leren

Met hulp van alle kanten moest ik opnieuw beginnen. Ik was opeens patiënt. Om mijn gezin te ontlasten, ben ik bewust activiteiten voor mezelf gaan zoeken. Ik was niet alleen patiënt, maar ook een persoon, een vrouw, een moeder. Onze opgroeiende kinderen hadden aandacht nodig. Alles ging gewoon door. Ik raakte mijn baan kwijt en heb niet kunnen doen waarvoor ik gestudeerd heb.

Net nadat ik slechtziend werd, kreeg ik 2 frontale botsingen op straat. De 1e keer liep ik zonder stok en wilde oversteken bij een zebrapad. Daar werd ik bijna aangereden door een auto. Daarnaast botste ik ook tegen mensen op de stoep. Deze ervaringen maakten me onzeker. Toen heb ik hulp gevraagd. Via mijn oogarts kwam ik bij Visio terecht.

Activiteiten

In de begeleiding kwam eerst de emotionele kant. Hoe ga ik er mee om? Ik heb gesprekken gehad bij een maatschappelijk werkster. Stapje voor stapje kwam ik iets verder. Ik voelde me begrepen en ging zoeken naar activiteiten waardoor ik me beter voelde.

Later heb ik cursussen gevolgd. Bijvoorbeeld weer leren omgaan met Word en de computer. Voor uitleg over het vergrotingsprogramma op de computer kwam er een slechtziende dame met een stok bij me thuis. Ze zag nog minder dan ik. Van haar leerde ik niet op te geven. Na ons gesprek heb ik me afgevraagd waarom ik klaagde en ging het beter. Nu zie ik die periode als een rouwproces. Ik moest afscheid nemen van het goed zien.

Via een ergotherapeut kreeg ik hulpmiddelen. Er waren praatgroepen en ik heb een kookcursus gedaan. Het was best moeilijk om weer achter het fornuis te staan. Ik had het gevoel dat ik niks meer kon. Bij Visio kreeg ik te maken met andere slechtzienden. Daar hoorde ik hoe zij zich redden en kreeg ik tips en aanmoediging. Hoe meer ik hoorde, hoe sterker ik werd.

Wandelen

Na de periode met alle cursussen zat ik veel binnen. ’s Avonds liepen mijn man en ik buiten. Hij was moe van zijn werk en deed het echt voor mij. Bij Visio werd ik geattendeerd op Running Blind: Nordic Walking in het Kralingse Bos met een buddy.

Ik ben eerst op proef meegelopen. In het begin had ik zo weinig zelfvertrouwen dat mijn buddy en ik met een lint liepen. Nu vind ik het heerlijk. Ik loop lekker in de buitenlucht en de buddy’s willen iets zinvols doen. Omdat zij er van genieten is het voor mij ook fijn, want ik voel me vaak een last. Ik was zelfstandig en ben hulpbehoevend geworden. Dat valt tegen. Het accepteren is lastig. Ik weet niet of dat ooit helemaal lukt.

Aanpassen

Gelukkig heb ik toch nog een beetje zicht en met aanpassingen kom ik heel ver. Ik zit wel elke dag vast aan medicatie en moet regelmatig op controle komen. Ik ben een perfectionist. Wil graag alles schoonhouden en goed doen. Dat is pijnlijk als je slecht ziet. Ik heb ook weinig energie en ben snel moe. Soms word ik boos en verdrietig als iets niet lukt. Een vuiltje op de vloer ruimde ik vroeger meteen op. Nu zie ik het niet. Als iemand opmerkt: ‘Daar ligt iets’, vraag ik of diegene het op wil rapen. Ik heb geleerd anders te denken.

Met elkaar

Ik woon met mijn gezin in een benedenwoning met een tuin. Deze woning ligt centraal in de wijk. We wonen hier nu bijna 30 jaar. Ik red me goed hier. Dat is belangrijk. ’s Zomers werk ik graag in de tuin. 

Het is ook anders voor mijn gezin. Vroeger hielp ik hen. Nu helpen ze mij. Ik ben hulpbehoevend geworden en ben mijn zelfstandigheid kwijt. Daarom voel ik me soms een last, ook al ervaren mijn man en kinderen het niet zo.

Hindoeïsme

Ook het hindoeïsme houdt me op de been. Het is de rode draad naast mijn gezin. Nadat ik slechtziend werd, heb ik cursussen gevolgd om Hindi te leren lezen. Daarna kon ik mee lezen uit het Ramayan (een religieus boek).

Het contact met de mensen deed me goed. Ik begon met spellend lezen van grote letters. Zo heb ik het op leren bouwen. Tijdens het lezen ontstaat er een soort rust in mezelf. Ik probeer diensten in de tempel bij te wonen. Daar zitten we op de grond. Ik neem een inklapbare tafel mee die ik als hoge leesplank gebruik. Zo kan ik de letters beter zien.

Acceptatie

In het begin overheerste het verdriet. Op een gegeven moment kon ik weer denken in mogelijkheden Ik wil veel, zit vol met wensen. Op een dag dat ik tevreden ben, vergeet ik dat ik een beperking heb. Door me nuttig te voelen is mijn dag volmaakt.

Fotografie en interview: Fleur Kooiman