What’s in a name

Het bestaan van een tandarts met de naam Au zal u niet onbekend zijn. En Hovenier Rotteveel lijkt ook goed te boeren. U kent vast nog wel een paar voorbeelden. Ik zou mijn gebit of tuin eerlijk gezegd niet toevertrouwen aan iemand met zo’n naam. Ik werd laatst wél blij van een keukenbedrijf dat tekort schoot in zijn service. Van hen kreeg ik een lenteboeket toegestuurd. De afzender: Daisy Hulst.

Voer voor mantelzorgers

In het verzorgshuis bij mijn moeder lijkt het ook wel lente. Als mijn broer en ik er elkaar tegenkomen – hij is ook mantelzorger – dan hebben we het over ons gezamenlijke logboekje, dat bij onze moeder op tafel ligt voor de dingen die het opschrijven waard zijn.

Zoals mijn moeders opmerking over de in korte broek gestoken benen van mijn broer. Ze heeft er oog voor en let er op: mannen. Ik ook wel. De enige twee mannen die op haar etage de bewoners verzorgen vind ik leuke mensen om te zien en goed in hun werk. Als mijn moeder echter één van hen in de gang tegenkomt, dan roept ze hen na, geeft ze allerlei complimentjes en dan houd ik soms mijn hart vast. Zou ”me too” hier ook gelden?

Zweverig

Thuis steek ik het zoveelste kaarsje aan voor mijn vorig jaar overleden kleinzoon Berend en vertel hem welke film ik die dag heb gezien. Hij zal de nieuwe James Bondfilm niet meemaken maar ik ga hem daarover vertellen nadat ik hem heb gezien, want wij zagen de andere bondfilms allemaal samen.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

kaarsje opsteken

Dit kaarsjes-ritueel troost nog steeds, net als het praten met hem. Dat komt misschien bij mensen die daar geen brood in zien zweverig over, maar ik weet dat ik er niet alleen in sta. Er zijn boeken over geschreven, films over gemaakt en godsdiensten aan opgehangen.

Zondagsschool

Mijn moeder had haar geloof al vroeg blijmoedig opgegeven. Als kind van een jaar of 7 ging ik echter elke zondag naar een zaaltje ergens in mijn buurt, waar lieve, zachtaardige mannen en vrouwen verhalen vertelden die ik prachtig vond.

Omdat de korfbalclub toen nog niet bestond en de speeltuinvereniging in die tijd vaak het enige vermaak was voor kinderen in de buurt, was ik doordeweeks al naarstig op zoek naar dingen die ik leuk vond. Alle honden in de straat had ik dan na schooltijd al uitgelaten en alle buitenspelletjes zoals “dieffie met verlos” en “schuilhokkie” al gespeeld.

Maar op zondag was er helemáál niets te doen en was de twee kilometer lange wandeling naar de zondagsschool een spannende afleiding. Helemaal als er plaatjes van heiligen werden uitgedeeld.

Tegenwoordig zou je het niet in je hoofd halen je kind van 7 alleen te laten gaan naar een club die je als ouder niet kent. Maar omdat mijn ouders dat wel deden hebben de bezoekjes aan de zondagsschool misschien wel de basis gelegd voor een later leven waarin plaats bleef voor opvallende “toevalligheden”, geloof in wonderen en vooral de behoefte om dingen in mijn eentje te doen. Dat is er misschien ook wel de oorzaak van dat ik na mijn huwelijk besloten heb alleen te blijven.

Toeval of bestemming

Dat er barstjes komen in die behoefte, heeft te maken met het overlijden van Berend en een daaruit voortvloeiend bezoek van een goede vriend van vroeger. Dit weerzien was zo “terug in de tijd” en heftig dat wij niets anders konden dan opnieuw verliefd te worden.

“Het moest zo zijn”, “het lag al vast tijdens onze eerste relatie” en “het was voorbestemd”, zijn dingen die we tegen elkaar zeggen. Het maakt niet uit of dat werkelijk zo is. Het maakt ons allebei heel gelukkig en wij nemen alle hobbels zo goed als mogelijk is. Want liefde is soms een achtbaan en een “battlefield” weten we beiden uit ervaring. Ik doe nog steeds veel in mijn eentje maar wacht op betere tijden om bij elkaar te zijn en onze levens te delen.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

arm in arm

Op losse schroeven

Weg uit mijn geboortestad wilde ik nooit, maar nu komt dit denkbeeld steeds vaker langs en probeer ik mij een beeld te vormen van een leven met mijn teruggevonden oude liefde.
Echte liefde denk ik, al is het lang geleden. Het gevoel dat daarbij hoort herken ik zo goed! Alles is onzeker, alles kan veranderen en waarom niet? Ik zal eens kijken of ik die oude vaardigheden flexibiliteit en geduld uit het stof kan halen en oppoetsen.

Behalve de termen “achtbaan”en “slagveld” zou ik aan mijn nieuwe verliefde status “gelukkig” willen toevoegen.

Moeder op haar best

Het is alsof er iets in de lucht hangt. Laatst dronken mijn broer en moeder op haar kamer koffie. En - zoals vaak – vertelde ze hoe mooi ze toch woonde, hoe groot haar kamer was en hoe gezellig die was ingericht, tot zij opeens focuste en mijn broer onderzoekend aankeek met de vraag: “Hoe is het nou met de liefde?”

Had ze in zijn hele leven nog nooit gevraagd en nu kwam het er toch nog van. ‘Waarom?’ vraag ik mij af; er leek op het eerste gezicht geen aanleiding voor. Ik stel me zo voor dat die vraag van ver en van diep komt, uit een verborgen, Jungiaanse bron, omhoog kronkelend uit de krochten van ons moeders brein en - in woorden vertaald – zich opeens een weg naar buiten baant.

Was dat nou een toevallige gebeurtenis? Of was de vraag van onze moeder bewust gesteld en had ze een moment van grote helderheid? Ach, we hoeven er eigenlijk geen antwoord op, maar wonderlijk blijft het wel.

Hoe ervaart u het mantelzorgen? Breng het in kaart >