Onze moeder was gewend om er veel op uit te gaan. Ze deed alles op de fiets, zaterdag en zondag ging ze altijd naar het dorp. We kennen haar niet anders: ze zocht de gezelligheid op en stond voor iedereen klaar. Ook voor onze vader: hij had COPD en zat de laatste jaren van zijn leven aan de zuurstof. Mam heeft hem samen met de thuiszorgorganisatie thuis verzorgd. De oudste dochter van Marion zat in dit team en heeft opa dus mee helpen verzorgen.

Ondersteuning bij het mantelzorgen

Toen pap in 2018 overleed, vonden we dat natuurlijk hartstikke erg. Maar we dachten ook: nu kan moeder haar eigen ding gaan doen. In het begin was dat inderdaad even zo, maar ze ging al vrij snel achteruit. Kort na onze vader overleden ook haar tweelingzus en beste vriendin, dat heeft veel met haar gedaan.

(lees verder onder de foto)

Op een gegeven moment merkten we dat ze haar medicijnen begon te vergeten. Toen hebben we ook voor haar thuiszorg ingeschakeld. Zij zetten haar medicijnen klaar en hielpen haar met aankleden, want ze was al een paar keer gevallen. Onze schoonzus deed via een pgb het huishouden, in het begin om de week en later elke week. Tussendoor sprong Marion bij en deed ze de was.


Hoe ervaart u uw kwaliteit van leven? Of uw naaste? Vul de vragenlijst en help uzelf, uw naaste en de zorg verder! 


Na een tijdje vergat mam ook om warm te eten. We bestelden maaltijden voor haar die de thuiszorg iedere dag klaarzette op het aanrecht. Maar vaak bleven ze onaangeraakt in de koelkast of magnetron staan. In plaats daarvan ging mam een paar keer per week naar de friettent.

Toen ze eenmaal de diagnose Alzheimer en een Wlz-indicatie had, is ze een tijdje naar de dagopvang geweest. Dat vond ze heel leuk, zo was ze weer onder de mensen. Daarnaast kwamen er vrijwilligers bij haar thuis om bijvoorbeeld met haar te kaarten. We zijn ook heel goed geholpen door de casemanager dementie. We konden alles aan haar vragen. En doordat we de thuiszorgmedewerkers  allemaal al kenden van de zorg voor onze vader, voelde het heel vertrouwd.

Dwalen

We kwamen veel bij haar, Marion zelfs bijna iedere dag. Dat vonden we niet erg: mam is altijd goed voor ons geweest, dat wilden we graag terugdoen. Ze had misschien nog thuis kunnen blijven, als ze niet was gaan dwalen. Vaak stond ze ergens op straat en belde ze dat ze naar ons onderweg was, maar was ze eigenlijk de weg kwijt. Er belden ook regelmatig mensen uit het dorp: “Jullie moeder staat daar en daar.”

We maakten ons veel zorgen. Als we haar belden en ze nam niet op, reden we een rondje om haar te zoeken. Eén keer vonden we haar op het terras: een bekende had haar zien lopen en haar onder haar hoede genomen.

We wilden voorkomen dat ze ook ’s nachts zou gaan dwalen en zagen geen andere weg dan haar te laten opnemen. In overleg met de casemanager dementie hebben we haar op de lijst voor acute zorg laten plaatsen. Al na drie dagen hoorden we dat er een plekje voor haar was in een verpleeghuis hier vlakbij.

Weer weg

In het begin vond ze het er wel leuk, want ze kwam allemaal bekenden tegen en ze mocht meteen mee-eten. Maar op een gegeven moment vond ze het genoeg en wilde ze naar huis. “Ik hoef hier toch niet te blijven?” vroeg ze dan. Als we haar uitlegden dat het voor haar veiligheid was, zei ze dat ze nog prima op zichzelf kon wonen. Ook nu nog vraagt ze regelmatig: “Wie woont er nu in mijn huisje? Zeg maar dat ik er weer in wil!”

Ze is een paar keer uit het verpleeghuis weggelopen. Op de ochtend dat we haar huisje hadden leeggehaald, zagen we haar een paar straten verderop ineens met haar rollator lopen! Ze is levensgevaarlijk op de weg, want ze steekt gewoon over en blijft midden op de weg staan.

Nu draagt ze een sensor, maar ook daarmee heeft ze het een keer voor elkaar gekregen om naar buiten te gaan. Zodra het mooi weer wordt, krijgt ze weer die drang. Vaak staat ze met haar jas aan bij de deur van de gesloten afdeling te wachten. Het doet pijn om haar zo te zien. Wat dat betreft zouden we weleens willen dat ze al wat verder weg was. Gelukkig doen haar verzorgenden er alles aan om haar gerust te stellen en af te leiden.

(lees verder onder de foto)

Gezelligheid

Toen ze pas net in het verpleeghuis zat, maakten we ons nog veel zorgen. Nu weten we dat ze daar beschermd zit. We worden goed op de hoogte gehouden en kunnen altijd vragen stellen. Ook hebben we tegen elkaar gezegd: als er toch iets met mam gebeurt, dan is het zo. Anders krijg je geen rust.

We appen elkaar vaak en hebben onze eigen taken. Marion doet nu nog de was voor mam, Karin regelt de post en financiële zaken. Dat is goed te doen. Het is alleen lastig als ze weer zo verdrietig is. We lezen dat dan in het zorgdossier, dat we via onze telefoon kunnen bekijken. Allebei kijken we wel twee tot drie keer per dag, dat kunnen we niet laten.

Mam is midden in de coronatijd in het verpleeghuis gekomen. De gezelligheid die er normaal in de woonkamer is met alle bezoek, heeft ze niet meegemaakt. We mogen nu niet eens koffie drinken met haar. Vroeger waren we altijd iedere zondag bij onze ouders, vaak samen met de kleinkinderen. En we hebben misschien wel dertig jaar iedere donderdagochtend met een hele club familie bij de HEMA koffie gedronken. Dat is nu allemaal weggevallen.

Binnenkort is ze jarig, vanwege corona kunnen we dat nu niet samen vieren. Zodra het weer mag, gaan we meteen een etentje plannen. Ondertussen proberen we haar iedere zondag te halen en hebben we een bezoekrooster voor de familie. En af en toe heeft ze ook binnen het verpleeghuis een uitje. We zijn allebei kapster en kunnen haar prima zelf knippen, maar ‘echt’ naar de kapper gaan is natuurlijk veel leuker!