Dat ik prostaatkanker had, ontdekte ik bij toeval. Ik ging naar de huisarts omdat ik maar verkouden bleef. Hij stelde voor om mijn PSA-waarde (Prostaat Specifiek Antigeen, een eiwit dat in de prostaat wordt aangemaakt, red.) te checken. Dat was nog nooit eerder gedaan. De waarde bleek 5,6. Voor mijn leeftijd is dat niet echt hoog. Maar de huisarts kon de uitslag niet met een eerdere meting vergelijken. Daarom stuurde hij me toch door voor verder onderzoek.

Ik kon naar twee ziekenhuizen gaan. Het ene was dichterbij, maar het andere was in de woonplaats van mijn broer. En mijn vader was daar eerder behandeld voor zijn nieren. Bovendien zou ik toch naar dat ziekenhuis moeten als er iets aan de hand bleek te zijn. De keuze was zo gemaakt.

Wachten op de robot

Ik bleek een gezwel van vier millimeter te hebben. Tijdens een gesprek met de uroloog kreeg ik de keuze: wilde ik me laten bestralen of mijn prostaat operatief laten verwijderen? Het laatste leek me veiliger. Dan wist ik zeker dat alle kwaadaardige cellen weg waren.

Ik had gehoord dat dit soort operaties in een Duitse kliniek met een robot werden gedaan. Dat leek mij ook wel wat. Er zou dan veel minder gezond weefsel beschadigd raken. Daarnaast was ik benieuwd naar de nieuwe technische mogelijkheden. Ik had jarenlang in de kwaliteitszorg bij een caravanbedrijf gewerkt. Daar hadden we ook robots die tot op de millimeter nauwkeurig konden werken.

Toevallig bleek het ziekenhuis waar ik onderzocht was een paar maanden later het nieuwste model van de robot te ‘krijgen’. Volgens de uroloog was mijn gezwel zo klein dat ik daar best op kon wachten. Anders was ik voor de operatie naar de kliniek in Duitsland gegaan.

Ik was de zesde patiënt die met de nieuwe robot werd geopereerd. De operatie verliep goed en het herstel ook. Ik had een litteken van vijf centimeter dat snel genas. Ook heb ik maar twee weken incontinentieklachten ervaren. Normaal gesproken duurt dat een jaar.

Bij de eerste controle na de operatie heb ik een plaatselijk kruidenlikeurtje aan de uroloog gegeven als bedankje. Vanaf het begin waren hij en de verpleegkundigen heel betrokken. Ik heb dat als erg fijn ervaren.

(lees verder onder de foto)

Hoe ervaart u uw kwaliteit van leven? Of uw naaste? Vul de vragenlijst en help uzelf, uw naaste en de zorg verder! 


Op tijd checken

Vaak wordt prostaatkanker te laat ontdekt. Het zou mooi zijn als mannen vanaf een bepaalde leeftijd jaarlijks gecontroleerd zouden worden op prostaatkanker, net zoals vrouwen op borstkanker. (Zo’n algemene screening is in Nederland vooralsnog niet toegestaan, red.)

Ik ben er steeds heel open over geweest en wil andere mannen graag over de streep trekken om zich tijdig te laten nakijken. Als ik voetbal ga kijken bij mijn kleinzonen, sta ik tussen vaders van gemiddeld een jaar of vijftig. Ook hen heb ik gewaarschuwd. Een aantal heeft zich inmiddels al laten onderzoeken. Ze zijn zich er nu in ieder geval bewust van hoe snel het kan gaan.

Vanuit het hart

In september van hetzelfde jaar voelde ik me ’s ochtends niet zo lekker. Mijn vrouw stelde voor dat ik terug naar bed zou gaan, maar dat durfde ik niet. Net voordat ze de deur uitging, vroeg ik haar om 112 te bellen. Binnen tien minuten was de ambulance er. Ik ben nog met hulp van het ambulancepersoneel van de trap afgekomen. Onderweg in de ambulance kreeg ik een hartstilstand. Twintig minuten lang ben ik gereanimeerd. In het ziekenhuis werd ik gedotterd en kreeg ik vier stents. Tijdens de operatie werd mijn hart gekoeld. Dat is een vrij nieuwe techniek waarbij de schade aan het hart kan worden beperkt.

Een tijd na de operatie ben ik naar de ambulancepost gereden om de mensen die mij thuis opgehaald hebben te bedanken. Ze waren helemaal overdonderd. De vrouwelijke verpleegkundige die me gereanimeerd had, werd zelfs emotioneel. Ik heb haar een dikke knuffel gegeven. Blijkbaar gebeurt het nooit dat ze na een rit nog contact hebben met patiënten. Alleen met familie, bij overlijden. Ik vond het heel normaal om ze te bedanken. Dat er geweld tegen ambulancepersoneel wordt gebruikt, vind ik onbegrijpelijk. Ik heb mijn kleinkinderen gezegd: “Als je dat ooit in je hoofd haalt, heb je een hele kwaaie aan mij.”

(lees verder onder de foto)

Weer fit en actief

Na de hartstilstand heb ik een keer of vijf begeleid gesport in het ziekenhuis. Ik had er leuk contact, maar vroeg me af wat ik er deed. Thuis kon ik ook oefeningen doen en gaan wandelen of fietsen. Bossen genoeg in onze omgeving waar je kilometers lang niemand tegenkomt. En bij slecht weer klim ik op mijn hometrainer.

Inmiddels speel ik als het uitkomt weer een potje voetbal met mijn kleinzonen. Normaal gesproken ga ik iedere wedstrijd en training van ze kijken. Door mijn gezondheidsproblemen heb ik één wedstrijd gemist. Maar door corona ligt de boel stil en zit ik al anderhalf jaar thuis te koekeloeren.

Gelukkig heb ik ook andere bezigheden. Ik heb twee cursussen fotografie gevolgd. Soms ga ik om 7 uur ’s ochtends naar een bijentuin. Dan ligt de dauw nog op de bloemen en kun je prachtige foto’s maken. Ook mijn drie kleindochters staan regelmatig model.

Daarnaast ben ik voorzitter van de bewonersraad in deze regio. We vertegenwoordigen 4000 huurders bij de gemeente en de woningstichting. Een tijdje geleden was ik betrokken bij het laten ombouwen van drie woningen tot een kleinschalige woonvoorziening voor licht dementerenden. Dat soort projecten vind ik belangrijk. Mijn vrouw is de één na jongste in een gezin van zestien. Bij haar broers en zussen zien we wat er gebeurt als de voorzieningen niet op orde zijn.

Ik ga trouwens wel stiekem naar de voetbaltrainingen van mijn kleinzonen kijken. Via een gat in het hek kan ik bij de dug out komen. Daar ga ik dan zitten. Als ik soms wat eerder vertrek voor een vergadering van de bewonersraad roepen ze: “Hé opa, ga je nou al weg?”