Ik was vestigingsmanager van de grootste interieurbouwer in Nederland en heb mijn hele leven geen moment hetzelfde werk gedaan. We hebben onder andere de plenaire zaal van de Tweede Kamer ingericht, directiekantoren en vergaderzalen voor oliemaatschappijen en banken. Daardoor werkte ik met verschillende mensen, van schoonmaker tot directie en internationale architecten. Het was keihard werken, maar wel gevarieerd en leuk.

Ik sta altijd aan, ben nogal gedreven en heb moeten leren dat dat bij andere mensen soms anders ligt. Zelfs onder narcose heb ik nog spierspanning. Ik heb daar gelukkig zelf geen last van en slaap altijd goed.

Pensioen

Op 60-jarige leeftijd ben ik met pensioen gegaan. Daarna deed ik nog wat advieswerk, ging wat vaker naar de golfbaan en assembleer hier thuis voor het bedrijf van mijn familie sensoren en stel lasers af. Zij sturen de materialen op met een pakketdienst. Ik maak het in orde en stuur ze terug. Ik heb een snijapparaat en andere hulpmiddelen ontworpen, waardoor de snelheid en kwaliteit van het werk omhoog ging.

Mijn vrouw doet als vrijwilligster huisbezoeken bij mensen boven de 70 jaar in de gemeente. Naarmate je ouder wordt, is de gemeente waar je woont van belang. Capelle doet veel voor haar bewoners.

Woning

Sommige mensen wachten naar mijn idee te lang met verhuizen. Dan kunnen ze bijvoorbeeld de trap niet meer op. Wij zijn verhuisd rond ons 55e. In deze woning kunnen we in principe blijven wonen. We slapen op de begane grond. De auto parkeren we naast het huis, voor de boodschappen en mijn golfspullen. We hebben bewust gekozen voor deze plek vanwege de stand van de zon. Het is een praktisch en licht huis.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Piet laadt zijn golftas uit de auto

Van een aantal buren hebben we een sleutel. Het contact wordt wel wat oppervlakkiger. In het begin organiseerden wij gezellige bijeenkomsten, maar niemand nam dat over. Jammer dat de tweeverdieners zo druk zijn. Maar als er iets is, kunnen we op elkaar aan.

Versleten schouder

Vroeger had ik een hekel aan het werken in de tuin. De tuin hiervoor was zo groot. In deze tuin hoef ik alleen wat te vegen. Mijn vrouw onderhoudt de planten.

Ik kon de tuin fysiek niet meer aan, want mijn schouder was versleten. Vijf jaar geleden kreeg ik een nieuwe schouder. Mijn spieren en sleutelbeen zijn ingekort. Ik sportte altijd: eerst waterpolo, daarna volleybal en tennis. Op een gegeven moment zat ik ’s nachts met pijn op de bank. Dat ging niet meer, dus er volgde een operatie. Mijn arm moest 8,5 week een mitella en revalideren duurde een jaar. Ik moest veel oefenen, continu een beetje door de pijn heen.

In beweging

In de berging doe ik nog iedere dag oefeningen voor mijn schouder. Niet omdat ik het leuk vind, alleen omdat het nodig is.

Twee keer per week golf ik ’s morgens. En als het droog is, lopen we na de lunch samen minimaal een half uur. We ontdekken veel paadjes in Capelle waarvan we het bestaan niet afwisten. We proberen de drukte te vermijden en met regen lopen we niet. Dat vindt Anneke niet fijn. Ik blijf wel golfen als het niet te hard regent.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Piet doet gedisciplineerd zijn oefeningen

Opname in het ziekenhuis

In juli dit jaar kreeg ik tijdens het golfen pijn op mijn borst, angina pectoris. Het was de derde keer. De druk kwam op en ik dacht: even langs de huisarts voor een spray. Een van de golfpartners wilde me brengen, maar dat leek me niet nodig.

Onderweg werd de druk heviger en bij de huisarts werd het nog erger. Het was acuut. Een ambulance kwam me halen en binnen een half uur waren ze bezig op de operatiekamer. Er is toen een stent in een stent geplaatst en nog een extra. Inmiddels heb ik zo veel stents dat we er grappen over maken.

De eerste keer dat ik druk op mijn borst had, liep ik zelf naar de huisarts. Die verwees me door naar de cardioloog. Toen ben ik gekatheteriseerd in het ziekenhuis. De tweede keer moest de halsslagader schoon geschraapt. De andere kant zat al dicht. Er is toen een tijdelijke bypass gemaakt, anders zou ik te weinig bloedtoevoer naar mijn hersenen krijgen. Dit is een vrij riskante operatie. Het was volgens de artsen hard nodig, nadat ik meldde dat af en toe mijn rechteroog wazig zag en ik wat duizelig werd als ik omhoog keek. Daarom ben ik toen ook naar de neuroloog verwezen.

Overgave

Tien jaar geleden kregen we schippers als buren. Op hun uitnodiging zijn we op hun schip op de koffie geweest. Voordat we naar de machinekamer gingen dronken we eerst even koffie. Toen ik mijn kopje wilde pakken ging dat niet. Ik kon niet meer praten en de hele rechterkant niet meer bewegen. Ik hoor Anneke roepen: 'dat is een tia’. De buurman belde meteen 112 en de brandweer, want een leeg schip ligt heel hoog. Ze bevestigden touwen aan het schip en lieten me langszij zakken op de brancard. Ik dacht: als ik nu val verdrink ik. Maar ik kon alles helemaal loslaten en gaf me over. Het was een soort bewustzijnsvernauwing.

Opletten

Ik ga altijd fluitend naar het ziekenhuis. Ook al gebeuren er wel eens rare dingen. Tijdens de eerste keer dat ze stents plaatsten, zei de cardioloog: ‘Doe maar zoveel procent ascal’. Ondanks dat ze wisten dat ik hiervoor allergisch was. Ik kon nog net op tijd ingrijpen.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Piet doet een puzzel

Bij de tweede keer voelde ik de druk op mijn borst oplopen. Ik zei: ‘Jullie moeten opschieten’. Maar ze wilden me eerst laten testen door een allergoloog, een maand later. Ik zei: ‘Dan ben ik er niet meer’. Toen heb ik zelf gebeld met de afdeling en hebben ze me ertussen geschoven. Toen kreeg ik te horen dat ik 14 dagen moest wachten op de uitslag, maar ik zag de allergoloog lopen op de gang. Omdat mijn lichaam niet had gereageerd op de testen heb ik haar aangesproken en gevraagd om goedkeuring voor het plaatsen van de stents.

Wanneer het nodig is moet je er soms zelf een beetje achteraan zitten. Als je te horen krijgt dat je pas na enkele maanden terecht kan in een ziekenhuis voor behandeling, terwijl je zelf voelt dat dat te lang duurt, bel dan een ander ziekenhuis. Je moet zelf opletten en meedenken. Nooit op je strepen gaan staan en alles in goed overleg. Dat werkt het beste.

Hoe gaat het met uw zelfstandigheid thuis? Breng het in kaart met de vragenlijsten 'Mijn leefomgeving'