Dat noorderlingen gesloten en niet gastvrij zouden zijn is absoluut een fabel. De warmte en betrokkenheid van de mensen hier vind ik geweldig.
Grote pakken hondenvoer die ik zelf niet in en uit de auto kan tillen, worden zonder te vragen thuisbezorgd. Mijn auto wordt door de wasstraat gereden omdat ik dat zelf niet durf. Toen ik laatst, na een stormachtige nacht, op straat iemand sprak die ik amper ken, vertelde ik dat mijn regenpijp scheef stond door de storm en ik even de ladder op moest. Hij bood direct aan om dat even voor me te doen. ’s Middags was hij er en maakte alles weer in orde.
Nadat mijn man overleed, kwam de buurvrouw langs met soep. Zo gaat dat hier. Ik heb veel vrienden door heel Nederland die ik al het grootste deel van mijn leven ken. Maar je merkt dat we allemaal ouder worden. Afspreken wordt lastiger als iemand niet meer autorijdt, of geen lange afstanden meer aflegt. Zelf rijd ik wel auto, maar niet meer op de Rijksweg. En ik ben nachtblind dus ik wil voor het donker thuis zijn. Daardoor zie je elkaar minder.
Geen flattenmens
Mijn kinderen wonen ver weg, in Den Helder, Rotterdam en in de buurt van Tiel. Ze zijn erg betrokken en staan altijd voor me klaar. Toen mijn man ziek werd, hebben zij ook een deel van de verzorging op zich genomen. Maar het is en blijft een stuk rijden voor hen om hier te komen. Laatst zei mijn dochter dat ze een mooi flatje voor me had gevonden in Rotterdam. Dat lijkt me niets, ik ben geen flattenmens. Ik hou van ruimte. Mijn tuin loopt over in eindeloos platteland. Heerlijk! Dat vind ik het fijnste aan dit huis. Ik hoop hier nog lang te kunnen wonen.
Ons huis is aangepast nadat mijn man door een hersenbloeding deels verlamd raakte en in een rolstoel belandde. Toen zijn de drempels weggehaald en is de douche verbouwd. Ook kwam er een slaapkamer beneden. Verder heb ik hulp in de huishouding, Annet komt hier al 12 jaar. We zijn goede vriendinnen geworden. Ik ben nog heel mobiel. Ik wandel veel met Boy, mijn hond. En met de auto rijd ik zo naar Hoogzand, 7 kilometer verderop, waar winkels, apotheek en dokter zijn.
36 keer verhuisd
Op mijn 13e verhuisde ik met mijn oudste zus van Nederlands-Indië naar Nederland. Mijn ouders vluchtten uiteindelijk ook naar Nederland. Vlak voordat ik trouwde, kwamen zij hierheen. Ik ben in mijn leven 36 keer verhuisd. Mijn oma, bij wie ik in Nederland woonde, had een bijzondere hobby. Ze knapte woningen op en als het klaar was, gingen we door naar het volgende project.
Ik heb veel meegemaakt, het was heftig om als kind op te groeien in Nederlands-Indië. Ik heb veel geweld gezien, martelingen, heb honger gehad en armoede gekend. Maar ik haal mijn hoogtepunten uit mijn dieptepunten. Als je weet wat honger is, heb je ook meer waardering voor voldoende en goed eten. Als je gevaar hebt ervaren, waardeer je vrede en veiligheid des te meer.
Alleen
Het alleen-zijn vind ik zwaar, ik mis mijn man heel erg. Maar mij zelfstandig redden, ben ik gewend. Mijn man was marinier en dus vaak lang weg. Tijdens zijn afwezigheid was ik op mezelf aangewezen. De administratie, de tuin, klusjes in huis; alles gaat gewoon door. Ik kan wel uit de voeten met een boormachine of elektrisch heggenschaar hoor. Je moet wel en ik doe het graag. Hop aanpakken en doorgaan, is mijn instelling.
Veilig
Ik ben heel blij met mijn hond: Boy. ’s Ochtends komt hij kijken of ik wakker ben en legt hij zijn snuit op bed. Ik heb wel eens een onderzoek gelezen over een groep 65-plussers. Een deel met en een deel zonder huisdier. De groep met huisdier ging een stuk minder hard achteruit dan de groep zonder. Logisch. Een dier brengt gezelligheid in huis. Je blijft in beweging door het uitlaten, je komt buiten, je spreekt mensen tijdens je rondje.
Nu ik alleen ben, vind ik het ook een veilig idee dat Boy er is. Hij is erg waaks en beschermend voor mij. Laatst was er hier in de buurt een inbreker gepakt. Hij had een briefje in zijn zak met adressen en daar stond bij waar een hond in huis was en waar niet. Als inbrekers moeten kiezen, gaan ze toch eerder voor het huis zonder hond.
Toekomst
Hulp vragen en accepteren vind ik best lastig. Ik ben gewend om het zelf te kunnen of te doen. Dat moet ik echt leren. Hoe het gaat als ik minder mobiel ben? Ach, boodschappen kunnen bezorgd worden en de dokter komt aan huis. Of ik neem de regiotaxi. Ook de wetenschap dat mijn kinderen me altijd met raad en daad, advies of een knuffel bijstaan, geeft me moed. Mijn ervaring is dat er altijd lieve mensen zijn, als je hulp nodig hebt. Daar maak ik mee geen zorgen om. Ik heb er wel vertrouwen in en daarbij: niemand kan in de toekomst kijken.
* Drents voor nabuurschap: buren die elkaar met raad en daad bijstaan. Vanouds een ruime en intensieve vorm van burenhulp, die onontbeerlijk was voor de bewoners van boerderijen en in dorpen die niet kunnen rekenen op goede openbare voorzieningen. (Bron: Wikipedia)
Interview: Inger Hoegee-Bout
Fotografie: Romi Tweebeeke