Daarna ben ik dingen anders gaan doen. Maar met mijn werk was het zoals met mijn voornemen om minder koffie te gaan drinken: ik viel snel terug in mijn oude gedrag. Het burgemeesterschap is een turbulent vak. Er komt veel bij kijken. Ik was gewend om van 8.00 tot 23.00 uur met mijn werk bezig te zijn. De tien dingen die ’s ochtends in mijn agenda stonden, werden er altijd vijftien.

Ik vergeleek mezelf vaak met een circusartiest die heel veel schoteltjes omhoog moest houden. Daar had ik altijd van genoten. Nu begon ik er last van te krijgen. Na een ontbijt in een klas op school kreeg ik kinkhoest. Ik viel weer uit en merkte ik dat ik opnieuw veel van mezelf gevraagd had.


Hoe ervaart u uw kwaliteit van leven? Of uw naaste? Vul de vragenlijst in en help uzelf en de zorg vooruit.


Burnout

Uitteindelijk viel ik definitief uit door een klein incident. Achteraf gezien waren er al veel eerder signalen. Tijdens een vakantie in Zuid-Frankrijk voelde ik me anders. Mijn vrouw en ik dachten toen nog dat het door de hitte kwam. Op werkvlak had ik angst voor vergaderingen en het oppakken van nieuwe verantwoordelijkheden.

Op een dag besloot ik: ik doe het niet meer. Ik wilde eigenlijk al tegen de Commissaris van de Koning gaan vertellen dat ik ermee stopte. Maar op advies van een bevriende huisarts heb ik eerst aangegeven dat ik een burn-out had.

De drie weken die ik kreeg om wat tot rust te komen werden vier jaar. Pas toen er een waarnemend burgemeester was aangesteld, liet ik mijn werk echt los. Ik kreeg huilbuien, stond ’s ochtends met angst en beven op en kon nergens meer tegen. Ik hield altijd van progressieve rockmuziek, maar kon alleen nog rustgevende muziek verdragen.

(lees verder onder de foto)

Hulp en restverschijnselen

Ik had meteen de wil om eruit te komen en greep alle hulp met beide handen aan. Ik bezocht een psycholoog en ging veel sporten. Reiki- en voetreflexbehandelingen brachten me tot rust.

Ik heb veel gehad aan een zeer begripvolle sociale omgeving en de steun van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters. Ook vanuit de mensen in de gemeenschap kreeg ik alleen maar ondersteunende reacties. “Pas op jezelf hè, het gaat daar (op het gemeentehuis, red.) wel door.” Dat was hartverwarmend en voel ik nog steeds. Mede daarom ben ik hier na mijn aftreden toch blijven wonen.

Ik ben dan ook altijd betrokken geweest bij de inwoners. Vanuit mijn burgervaderschap wilde ik graag verbinden tussen mensen, verenigingen en bedrijfsleven. Nog steeds word ik vaak gevraagd voor adviserende functies in een of ander bestuur of werkgroep. Maar ik moet nu doseren, anders word ik meteen teruggefloten.

Huilbuien heb ik niet meer, maar nog wel restverschijnselen die me behoorlijk belemmeren. Ik kan niet meer tegen druk en spanning, tegen ‘moeten’. Als ik daar tegenin ga, resulteert dat in angst en paniek, in depressies en lichamelijke klachten. Wel kan ik me nu weer wat langer concentreren dan vijf, zes jaar geleden.

Relatie

Voor mijn vrouw is het ook moeilijk geweest. Je gaat met z’n tweeën door zo’n proces. Hoe reageer je als je man ineens iedere ochtend zit te janken? Ze is er heel goed mee omgegaan. Maar natuurlijk heeft ze weleens een baaldag. Ze is eind 2019 met pensioen gegaan en heeft veel meer binnen gezeten dan ze bij haar afscheid had verwacht. Dat komt ook door corona. Ze is erg bang dat ik besmet raak. Ik heb namelijk ook chronische bronchitis en COPD, dus ik moet niets aan mijn longen krijgen.

(lees verder onder de foto)

Heel ander leven

Sporten en bewegen blijkt voor mij de beste manier om neerslachtige buien te voorkomen. Vanwege corona is de sportschool nu gesloten. Ik probeer zelf iedere dag 10.000 stappen te halen of 30 tot 40 kilometer te fietsen.

Wat me ook helpt, is leven volgens PRET: planmatig, rust inbouwen, één voor één je dingen doen en je tijd ervoor nemen. Dat is niet altijd even makkelijk, want zo zag mijn leven er helemaal niet uit. Maar het brengt me wel rust. Ik plan nog één of twee dingen op een dag, daarna is het op.

Ik besteed veel tijd aan lezen, muziek luisteren en de natuur in gaan om vogels te spotten. Buiten coronatijd ga ik graag naar voorstellingen en musea. Er zijn ook nieuwe hobby’s bijgekomen: ik zing bij een koor en zit bij een kookclub.

Het is heerlijk om ergens heen te gaan zonder bezig te hoeven zijn met regelen en kijken of alles wel goed verloopt. In mijn rol als burgemeester was ik gewend om in te grijpen als er iets niet lekker liep. Nu hoeft dat niet meer. Nog steeds is het afkicken. Mijn omgeving wijst me regelmatig op oud gedrag: “Je doet het weer!” Tja, zeg maar eens tegen een zanger dat hij niet mag zingen.

Vanuit mezelf

Het lijkt misschien alsof ik nu een veel beter leven heb. Ik kan alles doen wat ik wil. Toch mis ik iets. Dat is het moeilijke: enerzijds heb ik mijn beperkingen, anderzijds heb ik de behoefte om wat te betekenen. Ik ben daarom aan het kijken of ik toch weer wat meer verantwoordelijkheid op me kan nemen in een bestuursfunctie. Van de psycholoog en huisarts mag het. Op voorwaarde dat ik nee kan zeggen en gemist kan worden. En voor zover er ruimte is naast ontspanning, sport en mijn sociale leven.

De grootste winst is misschien wel dat ik me niet meer zo druk maak over politiek. Ik vind het belangrijker hoe het met mijn familie en vrienden gaat. Ergens heb ik het gevoel dat ik vrijer met ze omga, meer vanuit mijn eigen zijn. Niet dat ik vroeger niet mezelf was in mijn functie, maar ik hield er wel altijd rekening mee. Nu ben ik gewoon wie ik ben. Al is dat natuurlijk relatief: voor sommige mensen blijf je altijd de oud-burgemeester.