Ik kom oorspronkelijk uit Chili. Ergens tussen mijn tweede en derde levensjaar ben ik geadopteerd en naar Nederland gekomen. In eerste instantie ging dat goed. Wel voelde ik me anders dan anderen en werd ik veel gepest. Toen ik hoorde dat ik geadopteerd was, werd ik opstandig. Ik kon de situatie niet accepteren.

Rond mijn veertiende nam mijn adoptiefamilie me mee naar Chili. Ze wilden mij het land laten zien waar ik vandaan kwam. Zelf wilde ik vooral mijn biologische moeder ontmoeten. Ik bleek te laat: ze was net overleden. De teleurstelling was zo intens dat ik psychisch ontspoorde. Ik werd uit huis geplaatst en ging van instantie naar instantie. Vaak voelde ik me niet gehoord en gezien. Ik raakte verslaafd aan alcohol en marihuana.

Begeleiding

In 2010 leerde ik via een vriendin mijn toenmalige vriend kennen. Hij was cliënt bij het Regionaal Instituut Begeleid Wonen (RIBW Brabant) en had daar positieve ervaringen mee. Ik meldde me er ook aan en kreeg voortaan één keer per week thuis begeleiding.

We gingen vrij snel samenwonen en trouwen. We hielden erg veel van elkaar. Dat hij zelf ook ervaringen had in de psychiatrie, zorgde ervoor dat hij veel begrip voor me had. Maar net als ik was hij verslaafd. We trokken elkaar mee naar beneden.

Op mijn 32e kwam ik in een afkickkliniek terecht. Daarna meldde ik me aan voor een opname in de psychiatrie en een diagnostisch onderzoek. Het krijgen van een diagnose heeft me enorm geholpen. Eindelijk wist ik wat er aan de hand was. Nu kon ik gericht therapieën gaan volgen en de rest van mijn leven plaatsen. En mijn omgeving ook. “Ik heb me nooit gerealiseerd hoe het voor jou allemaal moet zijn geweest en heeft gevoeld,” zei ze. Die erkenning was heel fijn.

Inmiddels heb ik geen begeleiding meer nodig maar werk ik zelf bij het RIBW Brabant. Ik heb een opleiding tot ervaringsdeskundige gevolgd en ondersteun nu één-op-één cliënten. Verder volg ik een MBO-studie voor Persoonlijk Begeleider Specifieke Doelgroepen. Deze wordt deels betaald door mijn werkgever.

Roots

Op een gegeven moment heb ik via social media contact kunnen leggen met familieleden in Chili. Mijn man en ik reisden samen naar hen toe. Ik hoorde toen voor het eerst wat er allemaal speelde in de tijd dat ik geboren werd. Ik kon nu beter begrijpen waarom mijn moeder niet voor me had kunnen zorgen. Ik had zelfs warme gevoelens voor haar.

We bezochten samen het graf van mijn moeder. Dat wilde ik per se, als bevestiging voor mezelf. Mijn familie van daar gaf me een portret van mijn moeder mee naar huis. Ik bleek als twee druppels water op haar te lijken. Inmiddels heb ik fijn contact een volbloed zus, ooms, tantes, neefjes en nichtjes in Chili en een halfzus in België.

(lees verder onder de foto)

Mantelzorgen

In 2015 kwam mijn man tijdens het uitlaten van de hond in een zinkgat onder het wegdek terecht. In eerste instantie had hij alleen last van zijn enkel. Later bleek zijn been gebroken te zijn. Hij bleef maar pijn houden en kreeg de diagnose Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS, ook wel posttraumatische dystrofie genoemd).

Hij had een traplift nodig, een aangepaste douche en raakte aan zijn rolstoel gekluisterd. Ik moest veel doen in huis en steeds meer voor hem zorgen. Voor het eerst in mijn leven was ik even niet met mezelf bezig. Recht op thuiszorg had hij niet, want hij had mij als mantelzorger. Verder kregen we hulp van een vriendin en zijn moeder.

Toch was de situatie op een gegeven moment niet meer houdbaar. Ik ging er zelf aan onderdoor. Bij mijn man weggaan was de moeilijkste keuze die ik ooit heb moeten maken. Vorig jaar is hij overleden. Ik had daar veel verdriet van, want ik hield nog steeds van hem.

Vaste baan en relatie

Het was mijn redding dat ik een vaste baan en structuur in mijn leven had. Hiervoor had ik heel veel banen gehad, maar nooit echt vastigheid. Ook niet in mijn wonen. In totaal ben ik al 23 keer verhuisd. Eerder was ik volledig arbeidsongeschikt verklaard. Dat is teruggedraaid toen ik een vaste baan kreeg bij het RIBW. Ik ben heel blij dat ik niks meer met uitkeringen etc. te maken heb.

Daarnaast werk ik al 15 jaar als EHBO’er vrijwillig bij het Nederlandse Rode Kruis. Tijdens een evenement ontmoette ik collega Roel. We kregen een relatie en wonen inmiddels samen. Volgend jaar gaan we trouwen. En sinds een paar weken hebben we samen een pup.

Overgave

Het geluk begint weer te komen. Ik heb nog wel moeite om me eraan over te geven. Mag ik er wel van genieten? Ik laat het nog niet helemaal toe. Straks wordt er weer iets weggenomen. Mensen zeggen weleens tegen me: met jou is het nooit saai. Nee, dat klopt. Er gebeurt altijd wel wat.

Ik had bijvoorbeeld al jaren last van complicaties na een maagverkleining. Ik belandde twaalf keer bij de spoedeisende hulp, maar werd steeds naar huis gestuurd. Uiteindelijk bleek ik een middenrifbreuk te hebben. Pas geleden ging ik hiervoor opnieuw onder het mes. Maar twee dagen later kreeg ik weer heftige complicaties: tijdens het eten scheurde mijn slokdarm. Ik kon nog net 112 bellen. Dat was echt weer even een rollercoaster. Het mag nu wel rustiger worden. Ik ben een beetje klaar met alle ellende.

Veilige basis

Mijn huis is mijn veilige basis. Ik heb het gevoel dat ik hier kan landen. Ik probeer regelmatig te fietsen en besteed veel tijd aan mijn studie. Ook zit ik graag te Netflixen. Daarbij moet ik wel uitkijken, want ik blijf verslavingsgevoelig. Om de balans te bewaren, moet ik in veel dingen een grens trekken.

(lees verder onder de foto)

De buitenwereld ziet het niet aan me, maar ik merk het nog steeds dagelijks. Het is een onderdeel dat ik met me meedraag. Ik leer er steeds beter mee omgaan. Ik heb te veel te verliezen om er nog aan toe te geven. Het contact met cliënten helpt me daar ook bij. De confrontatie met hun psychische kwetsbaarheden en verslavingen is soms pittig maar maakt me sterker.

Mijn ontwikkeling is hard gegaan. Vroeger had ik last van zelfstigma. Ik dacht vaak: “Ze zullen wel zo en zo over me denken”. Nu ben ik daar minder mee bezig. Daardoor krijg ik ook minder te maken met vooroordelen. Mijn hoofdmotto is: je krijgt op je bordje wat je aankan. Dat geeft me een sterk gevoel. Ik ben blij met waar ik nu sta en kan in liefde terugkijken.