Mijn aderen hebben veel geleden

Waarschijnlijk heb ik minder pijn dan degene wiens botten terug moesten groeien (Skelettine staat bekend om zijn pijnlijke en langzame uitwerking). Maar ik voel me wel altijd heel zielig als de naald erin gaat. Zeker als blijkt dat de ader niet dik genoeg is of als er verkeerd geprikt wordt. Gelukkig gebeurt dat laatste bijna niet. Mijn aderen hebben door de chemo’s en allerlei andere prikken veel geleden, waardoor ze niet zo makkelijk zijn. Een heel gepuzzel om een ‘mooi vat’ aan te prikken.

Opbeurende woorden

De mensen die op de infuuskamer werken, zijn sterren. Niet alleen omdat ze – bijna – nooit fout prikken, maar ook omdat ze voor iedereen een opbeurend woord hebben. Een grap, kwinkslag of een plaagstootje. Zo mag ik me best zielig vinden, beamen ze; tien minuten! Er is geen haast, koffie en thee en koekjes zijn er in overvloed: warme badjes om aderen vriendelijk te verzoeken zich te openen. Wat dwingender tikken om een goede plek te vinden.

Lotsverbondenheid

Er is een grote lotsverbondenheid. Ook als je niet wilt praten. Soms komen mensen alleen. Dan is er altijd wel een andere bezoeker die even thee en koek haalt. En als je eens bij een ander bezoek iemand tegenkomt van de oncologie, dan is er tijd voor een praatje en oprechte belangstelling. Er is geen gezelligere afdeling in het ziekenhuis dan de oncologiekamer.

Fotografie: Fleur Kooiman