Een ander gevolg van de hersenschade is epilepsie, wat zich uit in absences: korte perioden van afwezigheid, waarin ik niet kan reageren. Meestal heb ik het zelf nauwelijks in de gaten en merk ik vooral aan de omgeving dat er iets aan de hand is, als ik weer bijkom.

De aanvallen duren misschien kort, maar de impact is groot. Het gebeurt soms op ongelukkige momenten, zoals op de fiets, en naderhand moet ik dagen bijkomen. Ik slik flink wat medicatie (anti-epileptica) en probeer te voorkomen dat mijn brein overbelast raakt, door prikkels als stress, lawaai, felle lampen en drukte. Dat betekent niet dat ik niets meer onderneem, ik probeer het gewoon op een andere manier leuk te maken.

Inmiddels ben ik al 7 maanden aanvalsvrij. Ik hoop hier een jaar van te maken, want dan mag ik autorijlessen gaan nemen. Dat zou ik erg fijn vinden, want dan kan ik zelf naar mijn snowboardtrainingen rijden.

Snowboarden

Ik heb lang gezocht naar een geschikte sport. Vanwege een beenlengteverschil mag ik niet teveel rennen. Ook springen is lastig, omdat ik bij het afzetten geen druk voel in mijn rechtervoet en daardoor gemakkelijk mijn enkel verzwik. Ik heb een tijdje gezwommen en meegedaan met een invalidengymklasje van de gemeente, maar dat bood niet genoeg uitdaging.

Aan snowboarden had ik nog nooit gedacht, tot ik omstreeks 2013 via Stichting gehandicapten op ski's op de piste belandde. Voor skiën bleek mijn rechtervoet teveel naar buiten te staan, waardoor ik steeds in een spagaat terechtkwam. Een zitski bleek ook geen succes: daarin zat ik zo vastgesnoerd dat ik het er benauwd van kreeg. Ik wilde juist vrijer kunnen bewegen!

Op een gegeven moment stelde een leraar van de stichting voor om snowboarden te proberen. Al na een half uurtje gaf hij aan dat ik er aanleg voor had. Ik was zo blij als een kind en heb mijn vader gesmeekt of ik dit alsjeblieft mocht doen.

Nadat ik de basis had geleerd, ben ik bij de Mentelity Foundation terechtgekomen, van paralympisch snowboarder Bibian Mentel. Uiteindelijk ben ik door de Nederlandse Skivereniging gescout. Ik zit nu in een traject Talentontwikkeling. Daarbij kan ik kijken of wedstrijdsporten bij me past en ik erin verder wil gaan.

Naar de Spelen?

Meedoen aan de volgende Paralympische Winterspelen is absoluut een droom. Er bestaat alleen geen klasse voor mensen die halfzijdig verlamd zijn. De indeling bij parasnowboarden vindt plaats op basis van een beperking van het bovenlichaam (upper limb) of onderlichaam (lower limb). Bij mij zit de beperking aan de hele rechterzijde, niet alleen boven of onder. Hierdoor heb ik in beide klassen een extra beperking: bij de upper limb zit ik met mijn verlamde been, bij de lower limb mis ik kracht in mijn hand om goed af te kunnen zetten bij de start.

Omdat de tegenstanders in de lower limb vaak al jarenlang ervaring hebben en daardoor te sterk voor me zijn, ben ik ingedeeld bij de upper limb. Deze klasse is bij vrouwen nog niet zo bekend, dus het is niet zeker dat dit een onderdeel wordt op de Spelen. Parasnowboarden is nu eenmaal een jonge sport, die nog wat mag groeien in aantal deelnemers. Ik hoop dat er tegen 2022 meer dames in mijn klasse zijn om tegen te strijden!

Trainen

Ondertussen ben ik flink aan het trainen. In het najaar en de winter heb ik wekelijks slalomtraining in Landgraaf en maandelijks techniektraining in Zoetermeer. Ook zijn er trainingskampen en wedstrijden in het buitenland. Daarnaast wordt geadviseerd om drie tot vier keer per week aan krachttraining te doen bij een fitnesscentrum.

Buiten het seizoen oefen ik de techniek buiten op straat met een longboard. Dat is best lastig, omdat ik de grond niet voel met mijn rechterbeen. Als jong kind gebruikte ik een brace voor mijn been. Nu draag ik alleen nog steunzolen en een spalk voor mijn rechterarm en -hand, om mijn duim in een positie te krijgen waarmee ik meer grip heb. In rust hangt mijn hand als een vuist voor mijn buik. Dankzij een botoxbehandeling van de spieren die mijn hand omlaag trekken, gevolgd door intensieve krachttherapie van andere spieren, kan ik nu mijn hand zelf omhoog bewegen. Tijdens het snowboarden draag ik de spalk vrijwel nooit.

Thuis 

Vanaf december heb ik wat minder getraind, omdat mijn vader toen een herseninfarct kreeg. Bizar genoeg heeft hij nu net als ik een halfzijdige verlamming, alleen aan de andere kant van zijn lichaam. Alles stond hier thuis op zijn kop. Mijn ouders waren een paar maanden daarvoor gescheiden, dus heb ik het huishouden gerund in de periode dat mijn vader in het revalidatiecentrum zat. Ook nu neem ik nog een aantal taken voor mijn rekening, samen met mijn zussen. Binnenkort ga ik op kamers en komt daar verandering in.

Ik kan mijn beperking accepteren, maar voor mijn vader is het nog even wennen. Dat begrijp ik wel: hij kent een leven met twee functionerende handen en voeten. Zelf voel ik me niet gehandicapt, maar ik héb wel een handicap. In sommige opzichten heb ik het daardoor pittiger, maar ik zie dat niet per se als iets negatiefs. Zonder mijn beperking had ik waarschijnlijk één keer per jaar op ski's gestaan tijdens de wintersport, nu ben ik wekelijks aan het snowboarden!

Fotografie en interview: Tom van Limpt en Sandra Willemen