Onze moeder kon niet alleen zijn. 's Nachts zwierf ze rond, zette de waterkoker op het gasfornuis en voerde soms hele gesprekken met mensen die er helemaal niet waren. We hebben een grote familie. Dus maakten we een schema wie wanneer bij haar kon zijn toen onze vader in het revalidatiecentrum verbleef. Dit ging een tijdje goed. Alleen werden de zorgen steeds zwaarder en zelfs de kleinkinderen werden ingezet.

Tegelijkertijd gaven het revalidatieteam van onze vader en de wijkverpleging aan dat het niet veilig was om weer zelfstandig te gaan wonen. Dit advies en de gezondheid van onze moeder deed ons beslissen dat het thuis wonen niet meer ging. Onze vader was het hier niet mee eens en wilde zo lang mogelijk voor zijn vrouw zorgen. Onze ouders kregen beiden een indicatie.

Zoektocht

Dat onze moeder soms nog helder kon zijn, zorgde bij ons voor schuldgevoelens. We probeerden deze gevoelens opzij te zetten en gingen op zoek naar een fijne plek. Dit was nog een lastige keus. We hadden 2 opties: kiezen voor een Molukse woongroep in Assen een stuk verder weg of kiezen voor een Nederlandse woongroep dichterbij.

We hebben beide woonzorgcentra bezocht. Wij vonden het belangrijk dat onze ouders samen konden blijven en dat de sfeer van de locatie goed zou voelen. Na wikken en wegen kozen we gezamenlijk toch voor de Nederlandse woongroep. Het gevoel was warm. Het is klein, er zijn mooie kamers en veel persoonlijke aandacht. Bovendien was dit dichterbij voor het grote deel van onze familie, waardoor de zorg niet op de schouders van 1 persoon kwam.

Vader

Onze moeder zou als eerste verhuizen en onze vader zou verhuizen als hij hier klaar voor was. Hij was nog best een beetje sceptisch om in een woonzorgcentrum te gaan wonen en we hoopten dat dit nog zou veranderen. We verhuisden moeder haar spulletjes. Onder andere haar eigen televisie en kanaries. Hierdoor voelde de kamer écht als eigen. Vader, die op dat moment nog revalideerde, kwam kijken. Hij was verbaasd. Positief verrast. Hij was het revalidatiecentrum gewend, dat veel meer voelde als een soort ziekenhuis. Hij draaide 180 graden, vond het goed voelen en ook zijn verhuizing mocht in gang worden gezet. Een week later overleed hij.

Meedenken

De medewerkers van de woongroep van onze moeder denken goed mee over de mogelijke cultuurverschillen. In de Molukse cultuur zeggen we bijvoorbeeld geen 'Mevrouw' maar 'Tante'. Iedereen noemt onze moeder dus Tante Seleky. Het personeel spreekt Nederlands, onze moeder voornamelijk Maleis. We merken dat dat niets uitmaakt, de bewoners en verzorgenden begrijpen elkaar wel degelijk. Wij nemen geregeld lekker eten voor haar mee en zorgen dat er iedere dag iemand langsgaat. Met een WhatsApp groep houden we elkaar op de hoogte. We doen dit echt samen!

Fotografie en interview:  Romi Tweebeeke