Het is belangrijk om in grote lijnen met de stroom mee te gaan. Het is af en toe verstandig om tegen de stroom in te zwemmen, maar ook erg vermoeiend. Het leven is op verandering gericht. Net zoals je water niet vast kan houden, heeft het ook weinig zin om dingen per se te willen vasthouden. Je moet kunnen loslaten. Dan krijg je de vrijheid om nieuwe dingen te ondernemen.

Ik was een vis die niet altijd met de rest meezwom. Ik heb steeds geprobeerd het leven onder controle proberen te houden. Hierdoor kon ik niet met veranderingen omgaan. Het leven is in wezen aan mij voorbij getrokken. Ik zag mezelf als toeschouwer van mijn eigen leven. Maar daar kwam op mijn  49e jaar een kanteling in.

Overgeleverd

Ik kreeg tijdens een koffietafel plotseling erge last van mijn bovenbuik en ben direct naar het ziekenhuis gebracht. Daar bleek ik een ontstoken alvleesklier te hebben. Ik moest direct naar de intensive care. Mijn lichaam werd door apparaten aan de gang gehouden. Ik was totaal overgeleverd aan wildvreemde mensen. Dat vond ik verschrikkelijk. Normaal had ik zelf de touwtjes in handen. Ik was zo’n controlefreak dat ik een officieel verzoek heb ingediend om die apparatuur weg te halen.

Gelukkig kwam er een psychiater langs die mij doorhad. Ik zag de ziekte als een beproeving van God. De psychiater vroeg: “En u wilt bij de eerste beste beproeving van God het opgeven?” Dat was voor mij een omslagpunt. De psychiater stelde vast dat ik veel duidelijkheid nodig had over de handelingen die uitgevoerd werden en de functie ervan.

Accepteren

Ik begon door die uitleg mijn ziekte te accepteren. Al was het verloop verschrikkelijk. Ik kon niet praten door een zuurstofslang in mijn keel. Mensen uit mijn omgeving, zelfs mijn stiefmoeder, hadden mij al bijna dood verklaard. Er kwamen mensen aan mijn bed, die zeiden dat ik bij hen figuurlijk nog openstaande rekeningen had, die ik moest vereffenen. Gelukkig ben ik er levend uitgekomen. Maar toen ik thuis kwam, zag ik dat mijn stiefmoeder spullen van mij van de hand had gedaan, zoals mijn fiets en kranten die ik ruim 22 jaar bewaard had. Zelfs abonnementen waren opgezegd. Eindelijk thuis was er niemand die me verwelkomde. Dat heeft me ontzettend veel pijn gedaan.

Mantelzorger

Toen begon het tweede deel van mijn leven. Ik moest mezelf  opnieuw uitvinden. Het was een weg naar accepteren en loslaten. Na mijn ziekte heb ik nog zeven jaar als mantelzorger voor mijn hoogbejaarde stiefmoeder kunnen fungeren. Om haar moverende redenen heeft ze mij uiteindelijk voor een gesloten voordeur laten staan, waarna ik met alleen de kleren die ik aanhad en een aktentas bij de huidige zorgorganisatie terecht ben gekomen. Op dat moment was ik totaal overgeleverd aan vreemden, wat voor mij als controlefreak enorm lastig was. Maar ik had geen andere keus. Omdat de begeleiding het meest voor het zeggen heeft en je geen eigen regels kan opstellen, moest ik mijn controledwang wel loslaten en er op vertrouwen dat de  begeleiding de juiste beslissingen nam en nog steeds neemt.

Luisteren

Ik heb in deze woonvorm mijn tweede leven kunnen uitvinden. Ik wou eerst graag priester worden. Maar nu ik de kans heb gekregen om hier te wonen en mensen te ontmoeten die ik in mijn eerste leven nooit ontmoet zou hebben, zie ik dat ik mijn priesterschap ook anders kan invullen. Ik probeer waar ik woon de organisatie mee staande te houden en naar andere bewoners te luisteren. Ik zal voor de rest van mijn leven in zo’n woonsetting blijven wonen, omdat alleen wonen voor mij geen haalbare zaak meer is. Maar ook dat heb ik geaccepteerd.

Genieten

Verder heb ik ontdekt dat ik koken heel leuk en ontspannend vind. Aanvankelijk vond ik het erg stressvol om voor iedereen op tijd het eten klaar te hebben. Maar nu begin ik ruim van tevoren. Het geeft me voldoening als ik andere mensen van het eten zie genieten en zelf eten doe ik ook graag. Ook waardeer ik het eten nu veel meer. Ik moet wel uitkijken met bepaalde voedingsmiddelen, omdat ik anders klachten krijg. In het ziekenhuis hebben ze mijn alvleesklier grotendeels verwijderd en ik ben vanaf toen diabetespatiënt geworden.

De grootste beperking die ik overgehouden heb van de ontstoken alvleesklier, is  minder energie. Na het ontslag uit het ziekenhuis heb ik nog een jaar moeten herstellen, Ik kreeg slechts 50% van mijn oude energievoorraad terug. Ik kan geen verre reizen meer maken. Zelfs een dagje naar Scheveningen (100 km) kost mij twee dagen hersteltijd. Nu ik erover nadenk, is het niet gek. In het ziekenhuis was de oorzaak van de ontstoken alvleesklier onbekend. Maar zelf weet ik goed waar het aan gelegen heeft. Ik heb 25 jaar een aanslag op mijn lichaam gepleegd. Ik werkte 60-70 uur per week. Ik zag mijn lichaam als een machine en die machine moest aan mij gehoorzamen. Bovendien was mijn werk ook mijn hobby. Maar tien  jaar geleden zei mijn machine dus: “Bekijk het maar!”

Signalen

Als ik nu terugkijk, heb ik een aantal signalen gekregen dat mijn lichaam het niet aankon. Ik ben meerdere malen overspannen geweest. Voor de buitenwereld heb ik het verborgen gehouden en zelf negeerde ik de signalen. Mijn lichamelijke gesteldheid is nu een veel belangrijker item geworden. De begeleiding zorgt nu ook een stukje voor mijn balans tussen inspanning en ontspanning door ervoor te zorgen dat ik 's nachts niet te veel ga werken en op tijd mijn rust en ontspanning neem. Ik houd me namelijk bezig met wetenschappelijk onderzoek over de Brexit en daarover geef ik eenmaal per week les op de universiteit. Over het algemeen lukt het me goed. 

Sterker

Hoewel ik nu in uren minder kan werken, geeft mijn werk me wel meer voldoening. Vroeger liep ik mezelf in wezen voorbij, gericht als ik was op het werk, waar ik ook niet zo van kon genieten.  Ook had ik vroeger de drang om alles na te zoeken. Ik had in mijn oude huis ruim duizend boeken. Nu heb ik dat niet meer, waardoor ik ook minder de drang heb om het op te zoeken. Ik kan nu tegen mezelf zeggen: “Waarom zou die informatie niet kloppen?” Daarmee vertrouw ik op de kennis die ik al die jaren heb opgedaan. Door deze hele ervaring ben ik nu sterker geworden en is er nog maar weinig dat mij uit balans kan brengen.