Ze ziet dingen die anderen niet zien, wil naar huis, naar haar man, mijn vader, die al 25 geleden is overleden. Na zijn dood heeft ze nooit meer over hem gesproken.

Wat zij voor herinneringen heeft bewaard aan mijn vader zou ik niet weten. Die deelt ze niet met mij. Of daar kan ze niet meer bij. Hoewel haar geheugen van voor de uitbraak van dementie bij haar nog redelijk aanwezig is, komt er geen enkele nieuwe informatie meer bij. Op de cursus heb ik geleerd dat er ‘gaten’ gehapt worden uit het korte termijngeheugen. Er zit dus geen grijze materie meer in zo’n gat, want een gat is een gat. Duidelijk, denk ik.

Hoera zon!

Vandaag wandel ik weer buiten met mijn moeder. In de rolstoel dit keer. Ze is nog wat wiebelig na haar ziekte waar ze toch weer bovenop is gekomen. Door een besmettelijk virus mocht niemand van de afdeling af. Nu dat weer op zijn retour is mogen de bewoners weer naar buiten. Ze geniet van de wandeling in de zon en is weer opmerkelijk helder en opgeruimd na de blaasontsteking die haar bijzondere dingen deed zien. Het is voorlopig absoluut miraculeus hoe mijn moeder telkens opnieuw de pijp nog lang niet aan Maarten geeft.

Familieverhalen

Toch ben ik blij met elke dag dat ik naar mijn moeder kan fietsen en met haar kan praten over het weer en over vroeger toen ze als jong meisje opgroeide in Rotterdam. Waar ze samen met mijn oma onder de trap zat en getuige was van het brullen van de vliegtuigen die het tehuis voor ouderen bombardeerden, dat zich precies tegenover het huis van mijn oma bevond.

Dat het Engelse vliegtuigen waren die uit waren op verwoesting van de haven en opslagplaatsen van munitie en vijandelijke soldaten, weet mijn moeder nu nog heel goed. Ze was toen al getrouwd met mijn vader en woonde in Amsterdam en ging zo vaak als het kon naar haar moeder toe, mijn oma, die net zwanger bleek te zijn van haar 4e kind. Zo ben ik aan een oom die twee jaar ouder is gekomen.

Herinneringen

Aan die oma heb ik heerlijke herinneringen uit de tijd dat ik helemaal alleen op de fiets van Amsterdam naar Rotterdam trapte om bij haar te gaan logeren. Zij ging elke dag naar een werkadres waar ze schoonmaakte en zo extra geld opzij kon leggen voor de grote reis naar Nieuw Zeeland. Daar woonde de jongste zus van mijn moeder samen met man en kinderen op het Noordereiland. Net als mijn andere oma die naar haar dochter in Australië ging in 1952, reisden mijn oma en opa van moeders kant per schip daarheen. Hoe oma dat voor elkaar heeft gekregen met haar enorme watervrees vind ik nog steeds een mirakel. Het was de reis van hun leven.

Oma had ook Alzheimer en is in een verpleeghuis gestorven. Opa was nog helemaal goed bij de tijd maar kon mijn oma niet meer zelf verzorgen. Zij liep voortdurend weg, was constant heel erg in de war en kon niet meer praten op het laatst. Zij was 84 toen ze stierf. Mijn moeder is op dit moment 13 jaar ouder dan zij en is weer helemaal boven Jan. Ik vraag mij wel eens af of die mentale aftakeling veroorzaakt door Alzheimer misschien te maken heeft met die herinneringen van de oorlog en het eventuele trauma dat zij heeft opgelopen toen.

Meerkoet met rode ring

Elke dag geniet ik van de meerkoeten in het postzegelparkje tegenover mijn huis. Ze maken onderdeel uit van mijn kwaliteit van leven. Ik geef graan aan deze dieren met hun te grote pantoffels. Die met het rode bandje eet uit mijn hand, kennelijk omdat hij of zij al eerder met mensenhanden in aanraking is geweest. Dat zou geweest kunnen zijn in de laatste strenge ijsperiode in 2013, toen er een meerkoet door de dierenambulance is opgehaald die het even moeilijk had. Als dat zo is, dan worden ze ouder dan ik dacht. De reiger die lange tijd elke morgen met grote passen achter mij aan draafde om zijn portie hart te scoren, is verdwenen. Ook reigers bouwen nesten en leggen eieren die uitgebroed moeten worden. Zo houden we met zijn allen de wereld draaiend.