Joosje: ‘Het is leuk als de aanhang er bij is, maar niemand moet komen. Ik denk dat we daarom zo veel bezoek krijgen. We zeggen er nooit iets van als het een tijd geleden is. We hebben ook nooit een beroep gedaan op onze dochters om te komen stofzuigen of zo. We doen zo veel mogelijk zonder hulp van onze kinderen.’

Jaap: ‘Volgende week donderdag gaan we met onze 4 dochters uit eten voor onze verjaardagen. Cadeaus hoeven we niet meer. We zijn al meerdere malen met de hele familie naar de Ardennen geweest. Vorig jaar nog omdat we 65 jaar getrouwd waren.’

Zelfstandig

Joosje: ‘Ik kook 2 keer per week zelf en haal ook wel kant-en-klaarmaaltijden. Een paar jaar geleden had ik bloedarmoede. Toen kwamen de kinderen elke keer met eten aan. Dan kwamen ze op de koffie en legden gehaktballen in de koelkast.

Hulp in huis hebben we niet. We doen alles samen. Je kunt toch iedere dag best iets doen? Elke week de ramen hoeft tegenwoordig niet meer. De administratie doen we ook allemaal nog zelf. Wat we kunnen, doen we gewoon.

Mijn vader had vroeger een tuinderij. Daar werkten we de hele zomer. Ik heb er een hoop van geleerd. Dat het niet zo maar allemaal aan komt waaien. Nu hebben we het erg goed in Nederland. Er wordt zo gemopperd!’

Bewegen

Jaap: ‘Ik ben graag buiten. Het is geen vaststaand feit, maar ik denk dat je langer leeft als je beweegt. Dat bevordert de gezondheid. Als ik op mijn knieën in de tuin zit, kom ik bijna niet meer overeind, maar ik blijf het toch volhouden.’

Joosje: ‘Wij zijn doorzetters hoor. Gaan niet bij ieder pijntje zitten. Na de regen ga ik even in de tuin de uitgebloeide bloemen er uit halen. Lekker naar buiten. We lezen beiden veel. Breien en handwerken doe ik graag.

We worden een beetje vergeetachtig. Af en toe vergeten we een naam, maar samen komen we er wel uit. We voelen ons hier veilig. De 2 appartementen hierboven verhuren we. Er is dus altijd wel toezicht.’

Gezelligheid

Joosje: ‘Een vaste ochtend in de week gaan mijn oudste dochter en ik handwerken in het kroegje hier op de hoek. Dat doe ik erg graag. Soms zijn we wel met 20 dames aanwezig. Het geklets onder elkaar is gezellig. Jaap haalt die ochtend de grote boodschappen voor de hele week met de auto.’

Jaap: ‘Dan ga ik meteen koffie drinken en taart eten. Dat vind ik heerlijk. Ik ga elke keer naar een andere plek. We hebben in huis een biljartkamer. Elke maandag komen een vriend, mijn schoonzoon en een vriend van hem hier naar toe. We gaan eerst biljarten en dan discussiëren.

Eens in de 2 weken is er Probus, een soort Rotary voor ouderen. Daar ben ik de oudste. Ze geven veel lezingen en we drinken een borreltje aan de bar en praten wat. Het is vooral vanwege de gezelligheid. Af en toe is er een excursie, dan gaan de dames mee. Ik ga altijd op de fiets. Dat vindt Joosje in de winter wel spannend. Ik fiets in het donker langs het water terug.’

Autorijden

Joosje: ‘Als er geen Probus is gaan we samen op pad. Ergens gezellig koffie drinken. Dan rijden we bijvoorbeeld een stuk de polder in. We zijn gezegend dat we nog auto kunnen rijden. Ik ga liever naast hem zitten dan dat ik zelf rijd. Eén keer per week ga ik rondjes rijden. Om het bij te houden. Ik neem een paar rotondes en zo. Op mijn 90ste kijk ik weer hoe het autorijden gaat. We zijn 2 volhouders hoor. We houden elkaar in de gaten. Anders doen we het niet meer.’

Ouder worden

Jaap: ‘We hopen niet ernstig ziek te worden voor we dood gaan. Zouden het liefst samen overlijden. We hebben al jaren geleden een hoop geregeld met de huisarts. Dit is bij veel mensen een taboe. Gelukkig kunnen we goed praten met onze kinderen. Maken er ook gewoon grappen over.’

Joosje: ‘Ik probeer rekening te houden met vriendinnen die alleen zijn. We gingen ze altijd ophalen en terugbrengen. Helaas wordt het soms te veel. Het mag niet meer van onze kinderen. Ik wil graag voor de hele wereld zorgen. Dat gaat nu eenmaal niet.

Onlangs is er een tweeling geboren, 2 meiden. We zeggen tegen elkaar: Daar gaan we voorlopig weer even voor.’

Fotografie en interview: Fleur Kooiman