“Ik woonde eerst in een woning bij een zorgcentrum. Dat werd te duur. Nu woon ik in dit appartement. Het is niet groot, maar ik red me wel. Het belangrijkste is dat het betaalbaar is en ik mijn eigen gang kan gaan.

In dit gebouw zijn allemaal van dit soort appartementen. Ik kende al veel mensen voordat ik hier kwam wonen. We kijken naar elkaar om. Af en toe brengen we elkaar eten.

Op de rails

Naar mijn vrouw ga ik op de fiets, dat is een halfuurtje. Zij woont in het huis waar we in 1996 samen zijn komen wonen. We zijn getrouwd, maar wonen niet meer bij elkaar. Voor de kinderen wil ik niet scheiden.

Mijn been over het zadel van de herenfiets zwaaien gaat niet meer zo makkelijk. Daarom spaar ik nu voor een damesfiets met lage instap. Ik heb ook nog een auto en ik ben goedgekeurd om te mogen rijden. Toch wil ik de auto wegdoen vanwege het geld. Zo vaak gebruik ik ‘m niet. Eerst reed ik nog wel naar mijn zoon die in Friesland woont. Hij had problemen en ik hielp hem een handje.

Tegenwoordig ga ik met de trein. Er zijn goedkope treinkaartjes waarmee je een hele dag kunt reizen. Het is alleen lastig dat je zo’n ticket via de computer moet activeren. Ik heb geen computer, alleen een mobieltje. Dan moet ik iemand vragen om mij te helpen.

Ander ritme door corona

Mijn vrouw heeft een herseninfarct gehad. Ze heeft een maand in het ziekenhuis gelegen en moest daarna een maand revalideren. Eigenlijk moet ze met een rollator lopen, maar dat wil ze niet. Eerst werd ze naar mijn huis gebracht om bij mij te ontbijten en de dag door te brengen. Dat gaat nu niet meer, vanwege corona. Nu fiets ik naar haar toe, op verzoek. Dan haal ik eerst boodschappen voor haar en zorg voor haar.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Cliff doet boodschappen en maakt een praatje

Ik krijg nog geld terug van de energiemaatschappij. Ze hebben teveel afgeschreven. Zo’n brief schrijven is wel lastig. Als ik er niet uitkom, ga ik naar het sociaal-maatschappelijk steunpunt. Daar kan ik om hulp vragen. Ik weet precies waar ik met mijn vragen bij de gemeente terecht kan. Helaas is het gemeentehuis nu gesloten vanwege corona.

Muzikale familie

Ik heb veel hobby’s, ik ben altijd bezig. Tekenen en schilderen doe ik graag. Hier in mijn eigen kamer kan ik alles laten staan. Niemand die daar moeilijk over doet. Ook ben ik al heel lang lid van het koor in de katholieke kerk. Zingen doe ik al sinds mijn jeugd: als misdienaar en op het internaat bij de paters Jezuïeten. Gewoonlijk zingen we twee tot drie keer per week, bij rouw en trouw. Nu ligt het koor stil, ook vanwege corona.

Mijn vader zat in een jazzband, mijn grootouders speelden piano en viool. Een tante is operazangeres. Het meeste zing ik uit mijn hoofd, ik oefen nu bijvoorbeeld op de Deutsche Messe van Schubert. Ik vind het ook leuk om gitaar te spelen. Eerst kreeg ik les van een docent. Dat hield op en nu probeer ik zelf via YouTube verder te komen.

Ik heb niet veel contact met familie. Mijn dochter woont in Zuid-Duitsland. Mijn broer is pas overleden, hij woonde op Curaçao. Ik heb nog drie halfbroers. We zijn geboren in Nederlands-Indië (nu Indonesië) en hebben daar de oorlog meegemaakt. Mijn vader is krijgsgevangen gemaakt en wist te ontsnappen. Vier jaar woonden we in de bossen en leefden van de natuur.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Cliff en zijn bladmuziek

Sporten

Sporten is mijn allergrootste hobby, vooral sinds militaire dienst waar ik een opleiding volgde tot militair gymleraar. Ik heb 35 jaar gediend en ben vroeg met pensioen gegaan, ik moest stoppen op mijn 58ste.

Toen ben ik als vrijwilliger verder gegaan in de sport. Ik werd trainer, coach en verzorger bij verschillende sporten: tennis, badminton en voetbal. Ik heb mijn scheidsrechtersdiploma gehaald en heb heel veel badmintonwedstrijden geleid, ook Nederlandse Kampioenschappen. Mijn 80e verjaardag heb ik in een sporthal gevierd.

Mijn pupillen van vroeger kom ik nu nog tegen op straat, dat zijn mannen van twee meter lang die zelf alweer kinderen hebben. Doordeweeks doe ik aan fitness en yoga. Helaas is de sportschool ook dicht. Dan kan ik daar ook geen koffie drinken. Dat doe ik graag en ik weet overal wel een adresje: de inloopochtend in een kerk, het buurtcafé in het gemeentehuis.

Gezond

Het huishouden moest ik altijd zelf doen, mijn vrouw deed niet veel. Sinds 1991 kook ik zelf. Ik heb in militaire dienst leren koken. Vroeger maakte ik vaak snert met veel spek, worst en varkenspootjes. Nu is zo’n pan veel te veel voor mij. Ik probeer zo goedkoop mogelijk boodschappen doen. Ik maak eenvoudig eten, zoals rijst en een ei. Het moet wel gezond zijn.

(Het verhaal gaat onder de foto verder)

Cliff in de keuken

Ik ben nooit ziek. In mijn prille jeugd heb ik difterie en de bof gehad. Dat is het wel. Met de verhuizing naar deze woning heb ik mijn rug geblesseerd. Ik heb nog steeds klachten door de overbelasting van het sjouwen van dertig dozen. Daar krijg ik fysiotherapie voor. Alleen nu even niet.

Ik weet dat ik voor corona tot de risicogroep behoor. Ik ben er wel huiverig voor, maar niet bang. Ik ga naar buiten, spreek bekenden. Dat is fijn.”

Hoe gezond en zelfstandig bent u nog? Vul de vragenlijst in >

Vragen over corona? Bel het Nationale Zorgnummer >