Normaal gesproken gebruiken we de domeinen van het OMAHA-systeem, aangevuld met de anamnesevragen van Gordon, om een beeld te vormen van de cliënt en de domeinen waar zich problemen voordoen Het is leerzaam en interessant te zien wat de vragenlijst van Mijnkwaliteitvanleven.nl daarnaast oplevert.

Breder beeld van de cliënt

De vragenlijst helpt om met een open, frisse blik te onderzoeken welke wensen een cliënt heeft naast de medische zorgvraag. Om niet alleen met een verpleegkundige blik te kijken, maar meer holistisch, gericht op welzijn. Is degene bij wie je steunkousen aantrekt bijvoorbeeld eenzaam? Ook helpen de vragen om niet te sturen vanuit wat ik denk te weten en mijn professionele blik van ‘zo hoort het’. Dat is anders dan wat ik tijdens de opleiding heb geleerd. Een beetje rommel in huis hoeft bijvoorbeeld niet meteen op psychische problemen te duiden: sommige mensen voelen zich daar gewoon prettig bij. Het zit in hele kleine dingen, waarin je je kunt aanpassen. Zo vraag ik bijvoorbeeld altijd of iemand met koud, lauw of heet water gewassen wil worden. Mensen zijn zo verschillend.

Voordat de intake plaatsvindt, heeft de huisarts vaak al mee bepaald wat er nodig is. De eventuele overdracht vanuit het ziekenhuis helpt om al een beeld te krijgen, maar brengt ook het risico met zich mee dat je teveel invult. De vragenlijst nodigt cliënten uit om zelf na te denken: wat wil IK, wat mis IK?

De verpleegkundige zorgvraag blijft voor mij de kern, daar komen we niet sneller bij door de vragenlijst. We krijgen wel een breder beeld van de cliënt. En doordat er een ander soort gesprek plaatsvindt, zet je eerder een ander soort zorg in. Eén cliënt had heel veel meegemaakt en gaf aan daar wel over te willen praten. Ik heb toen een geestelijk verzorger ingeschakeld, die ik inmiddels vaker heb benaderd.

Goede teamcommunicatie

Om persoonsgerichte zorg te kunnen blijven bieden, is het belangrijk om te communiceren, elkaar op de hoogte te houden en te rapporteren. We informeren elkaar via het digitale dossier van de cliënt, bellen wanneer nodig en ontmoeten elkaar tussen diensten door op kantoor. Samen sparren is fijn, want ons werk is soms best heftig. Het helpt ook om elkaar weer op scherp te zetten, bijvoorbeeld wanneer cliënten met langdurige zorg bijna als familie gaan voelen en de grenzen vervagen.

(De tekst gaat onder de afbeelding verder)

Overleg met een collega

Voor mij als wijkverpleegkundige is het prettig om terugkoppeling te krijgen. Ik sta elke week twee à drie keer in de route. Eén collega zit in het laatste jaar van haar opleiding tot wijkverpleegkundige, zij is mijn back up. Ik ben eindverantwoordelijk, zij coördineert de zorg van één van de zeven routes. We overleggen wekelijks, want er gebeurt zoveel. Ik ben nogal een controlefreak en vind het soms lastig om mijn werk los te laten. Het gaat altijd door, ook als ik op vakantie ben. Tot voor kort had ik de apps waarmee we rapporteren ook op mijn privételefoon staan.

Schakelen met andere zorgprofessionals

Onze organisatie is zo groot dat we zelf veel soorten zorg in huis hebben en kunnen bieden, zoals dagbesteding, ergotherapie, fysiotherapie, specialist ouderengeneeskunde, diëtist. Toch was het in het begin wel even mijn weg zoeken. Hoe langer je in de zorg werkt, hoe meer je weet wie of wat je wanneer kunt inzetten.

Het is belangrijk om goed op de hoogte te zijn wat er allemaal is en hoe je ermee in contact komt. Mij helpt het om er ook een gezicht bij te hebben. Voor de corona-uitbraak hebben we een netwerkbijeenkomst gehad met allerlei verschillende soorten zorgprofessionals van buiten de organisatie waarmee we ook samenwerken. Dat was heel fijn: we konden goed overleggen over wat hun functie inhoudt en wat zij in een bepaalde situatie zouden doen. Door corona vinden deze ontmoetingen even niet plaats, dat is wel een gemis. Gelukkig staat er nu een digitaal overleg gepland.

Meestal loopt de samenwerking met andere professionals wel. De meeste situaties zijn stabiel. Bij sommige cliënten zijn er meer problemen naast elkaar en daardoor ook verschillende hulpverleners, dat maakt het complex. Dan is het soms moeilijk om te bepalen bij wie de regie ligt. Als niet duidelijk is wie wat coördineert, werk je langs elkaar heen. Indien nodig houden we dan een MDO (multidisciplinair overleg).

(De tekst gaat onder de afbeelding verder)

Claire bellend achter de computer

Korte lijntjes binnen de eigen organisatie

Vaak komen er meerdere hulpverleners vanuit onze zorgorganisatie bij cliënten. Ook met hen is communicatie belangrijk om persoonsgerichte zorg te kunnen bieden. Met de casemanager dementie heb ik bijvoorbeeld wekelijks contact. In zijn functie kan hij langer bij een cliënt zitten dan ons team. Hij ziet daardoor andere dingen en deelt deze weer met ons.

Ik weet binnen Stichting Humanitas wie ik kan benaderen als ik iets moet regelen. Anders kan ik dat aangeven tijdens het overleg van de vakgroep wijkverpleegkundigen, waarvan ik sinds augustus voorzitter ben. Daarnaast heb ik elke maand overleg met de manager en wijkverpleegkundige van andere teams. Tussendoor overleggen is ook mogelijk, ik kan altijd wel bij iemand terecht. Het is fijn dat de manager achter me staat. In het weekend is er een manager bereikbaar voor noodgevallen.

Samenvattend: meebewegen met de cliënt

Ik ben ervan overtuigd dat we als team passende zorg bieden. Naast de puur verpleegkundige zorg kijken we naar de mens achter de cliënt. We passen ons aan de cliënt aan, net zoals het zorgplan – dat is niet statisch maar verandert mee met de cliënt. De vragenlijst van Mijnkwaliteitvanleven.nl helpt daarbij. We komen er niet sneller mee tot de kern, dat blijft wat mij betreft de verpleegkundige zorgvraag. Maar daaromheen kijken we wel breder en krijgen we een ander gesprek. We komen eerder achter bepaalde dingen die anders misschien niet ter sprake zouden komen en zetten de zorg die daarbij past eerder in.

Ook voor evaluatiemomenten blijkt de vragenlijst heel goed in te zetten. Sommige cliënten zitten al jarenlang in de zorg, maar juist dan kan er ondertussen iets veranderen. Het is belangrijk om te blijven vragen ‘hoe staat u er zelf in?’. Sommige vragen vinden cliënten wel een beetje zweverig, bijvoorbeeld ‘bent u gelukkig?’. Normaal gesproken denken ze daar niet over na. Maar verlegen zijn ze niet, ik heb nog geen terughoudendheid opgemerkt.

(De tekst gaat onder de afbeelding verder)

Claire doet bij de cliënt steunkousen aan

We hebben nu vooral behoefte aan ondersteuning bij het praktische gedeelte: hoe en wanneer krijgen we de vragenlijst bij de cliënt? Veel zorgvragen komen binnen via de verwijslijn, centrale afdeling binnen de stichting waar de nieuwe zorgvragen binnenkomen. Officieel moet de intake door de wijkverpleegkundige binnen vijf dagen na de verwijzing plaatsvinden. Het liefst zou ik zien dat een cliënt de vragenlijst dan al ingevuld heeft, maar praktisch gezien is dat lastig. Soms moet de zorg op de dag van de aanvraag al starten. Cliënten die nog in het ziekenhuis liggen hebben niet altijd de behoefte om een vragenlijst in te vullen. En in de wijken waar ik werk is er ook vaak sprake van een taalbarrière.

Essentieel is om met de client mee te bewegen. Je mag niet uitgaan van een vaste norm voor het moment waarop de client de vragenlijst ontvangt. Er kan sprake zijn van problematiek op verschillende vlakken. Denk aan fysieke problemen maar ook sociaal-economische problematiek. Waar er ruimte is vertel je over de vragenlijst.


Claire werkt als wijkverpleegkundige van Stichting Humanitas. Samen met haar collega’s Maren (laatstejaars wijkverpleegkundige in opleiding), Suguna en Rosana (beiden in opleiding van niveau 3 tot niveau 4) doet zij mee aan het project ‘Samen beslissen in de wijkverpleging’ van Patiëntenfederatie Nederland.