Ik dacht dat dat einde oefening was voor mij. Toch bleek mijn arts optimistisch. Er was een nieuw middel: veel te duur daarom niet toegelaten tot de Nederlandse markt. Maar er waren gratis samples uitgezet. En ik mocht er eentje van. So far so good.

Eén van de neveneffecten - niet van de medicatie - is het bezoek dat je krijgt. Echt erg leuk om al die mensen te zien en bij te praten. Maar ook erg vermoeiend. Bezoek geeft me een blik op de ‘normale’ wereld. Even wat andere praat. Want als je weinig doet, maak je weinig mee en zijn de gespreksonderwerpen teruggebracht naar wat je het meeste bezighoudt: je gezondheid.

Ik betrapte me erop dat ik wat egocentrisch werd. Dat was de niet de bedoeling. Ik ben er nog niet over uit hoe dat te compenseren. De bezoekers, telefoneerders en appers willen weten hoe het gaat. Logisch. Ik wil weten hoe het met hen gaat. Nu heb ik een soort van standaardverhaaltje en dan vraag ik hoe het met hen gaat. Dat levert al wat meer gespreksstof op.

En we hebben een limiet aan het bezoek gesteld. Tot nu toe is daar nog weinig van terechtgekomen. Mensen reizen soms lang of komen maar heel even langs. En ik wil ook graag de mensen om mij heen. Ik heb dus nog maar 3 mensen moeten vragen om een andere keer te komen of de bezoektijd wat in te korten. Meestal komt het erop neer dat iedereen komt. ‘Leuk, wat fijn dat je langskomt.’ Dat is dan ook zo!

Af en toe hebben we opeens een dag dat we niemand zien. Ook heerlijk. Met elkaar buiten liggen op de nieuw aangeschafte loungebank onder de parasol, een boekje lezen, breien en lekkere hapjes en drankjes uit de keuken halen. Het lijkt wel vakantie!