Toen ik 58 jaar geleden werd geboren, bleken mijn ogen niet ontwikkeld. Mogelijk is mijn moeder tijdens de zwangerschap besmet geraakt met rode hond. Dat kan tot oogbeschadigingen leiden bij het ongeboren kind, net zoals bij prinses Christina het geval was.
Van 1968 tot 1979 woonde ik op het voormalige blindeninstituut Henricus in Nijmegen. Mijn ouders brachten en haalden me wekelijks, want destijds waren er nog geen taxivoorzieningen. Later reisde ik zelf met de trein op en neer. Ik ben blij dat ik dat heb geleerd, want een taxi lijkt ideaal maar maakt je afhankelijk: je gaat zitten en hoeft verder niks te doen.
Reizen & sport
Nog steeds reis ik veel met de bus en trein. Vroeger kwam er in het buitengebied waar mijn ouders woonden geen OV. Inmiddels is er een bushalte op een paar honderd meter lopen. Daar maak ik veel gebruik van, onder andere om te gaan sporten.
Sinds eind jaren zeventig speel ik goalbal. Hierbij dragen alle spelers een afgeplakte skibril en moeten ze zich op gehoor oriënteren op een rinkelende bal, die ze in het doel van de tegenstander proberen te werpen en uit hun eigen doel te houden. Ik heb tien jaar bij de Nederlandse selectie gezeten en twee keer meegedaan aan de Paralympische Zomerspelen. In 1980 vonden deze plaats in Nederland, omdat de Sovjet-Unie (waar dat jaar de Olympische Spelen plaatsvonden) geen Spelen voor gehandicapten wilde organiseren.
Bij de Olympische Spelen van 1988 was ik gestopt met internationaal goalbal en wilde ik toch graag een verre reis maken. Ik heb toen een reis naar Bali geboekt en aan het reisbureau uitgelegd waarbij ik begeleiding nodig had. Inmiddels kent dat reisbureau me goed en heb ik al veel landen over de hele wereld bezocht. Ook als blinde is dat zeker de moeite waard: je kunt op zoveel meer manieren indrukken opdoen dan alleen via je zicht.
Hulpmiddelen
Ik maak als het ware gebruik van collectieve begeleiding: als ik ergens ben, vraag ik om hulp als dat nodig is. Wanneer het me niet lukt om de drukke weg bij de bushalte over te steken, kan ik bijvoorbeeld het nabijgelegen café bellen.
Bij de bushalte zelf vind ik mijn weg mede dankzij de tegels met ribbels (geleidelijnen) en noppen (instapmarkering). Ook op alle stations zijn voelbare markeringen aangebracht. Het zijn wel handige hulpmiddelen, maar het is geen sprookje: in een nieuwe omgeving is het toch flink zoeken. Als ik daarentegen een station eenmaal ken, kan ik er zelfs rennend mijn weg vinden.
(Het verhaal gaat onder de foto verder)
Buitenshuis zou ik mijn stok niet kunnen missen. Eén keer ben ik hem vergeten, toen ik met iemand meegereden was. Ik ben toen schuifelend naar het terras gelopen, dat gelukkig vlakbij een deeltaxiplek was.
Ook bijna onmisbaar is mijn iPhone. Er zitten veel handige functies op, zoals de VoiceOver: een schermlezer die vertelt wat er op het scherm gebeurt en die ik met mijn vingers kan bedienen. Daarnaast zijn er allerlei handige apps voor mensen met een visuele beperking, bijvoorbeeld apps die teksten voorlezen.
Werk
Techniek heeft het leven gemakkelijker gemaakt, maar er zijn ook veel werkzaamheden overbodig geworden die ik als blinde nou juist goed kon uitvoeren. In totaal heb ik bijna 29 jaar bij de debiteurenafdeling van een groothandel in sportartikelen gewerkt. Ik schreef daar brieven en had nauwelijks aanpassingen nodig, blind typen kon ik immers al. Na de zoveelste reorganisatie moest ik vertrekken en bleek het lastig om nog een passende baan te vinden.
Met mijn handicap heb ik geen problemen, maar mijn mogelijkheden zijn nu eenmaal beperkter. Van bepaalde werkzaamheden is het duidelijk dat ik die niet kan doen, daar is geen discussie over nodig. Voor wat ik wel zou kunnen, wordt naar mijn idee al snel een hoger opleidingsniveau gevraagd. Dat is soms wel frustrerend, want ik zou dolgraag nog betaald werk doen.
Wonen
De Wajonguitkering die ik momenteel heb is geen vetpot, maar biedt een basis. Doordat ik bij mijn ouders ben blijven wonen, heb ik toch altijd kunnen sparen en reizen. Ik heb wel overwogen om alleen te gaan wonen en kreeg daar ook alle ruimte voor van mijn vader: ‘Je moet het zelf weten jongen, maar wij vinden het wel gezellig zo.’
Inmiddels is mijn vader overleden en woon ik hier nog alleen met mijn moeder. Ik probeer haar zo goed mogelijk te helpen, onder andere door de financiën te regelen. En ik doe boodschappen: zij maakt een lijstje, ik ga met de bus naar de supermarkt en word daar geholpen door een medewerker. Online bestellen is wel handig maar doe ik niet. Ik zou veel te weinig buitenshuis komen.
(Het verhaal gaat onder de foto verder)
Sociaal
Sinds mijn werk is weggevallen en ik ouder ben geworden, heb ik toch al minder sociale contacten. Vroeger ging ik regelmatig uit met de vriendengroep van mijn broer. Inmiddels heeft iedereen een gezin en zien we elkaar alleen nog bij verjaardagen en de jaarwisseling.
Bovendien lagen vanwege corona sinds maart de goalbaltrainingen stil. Als blinde heb je een grotere kans op besmetting, omdat je veel meer dingen aanraakt. Maar ik wilde niet volledig in een lockdown vanwege mijn handicap. Ik ben gewoon boodschappen blijven doen en heb in mijn eentje carnaval gevierd.
Ik heb een milde vorm van Covid-19 gehad en doneer nu wekelijks bloedplasma aan de bloedbank. Met mijn antistoffen kan een tijdelijk medicijn tegen het coronavirus gemaakt worden dat mensen met een verzwakte afweer kan helpen beschermen.
Alleen maar niet eenzaam
Een relatie heb ik nooit gehad. Ik ben erg op mezelf en heb vrijheid hoog in het vaandel. Anoniem-sociaal noem ik mezelf weleens en persoonsonafhankelijk: ik maak graag een praatje aan de bar, maar ik wil zelf blijven bepalen wat ik doe. Misschien zou dat met een partner ook kunnen, dat weet ik niet.
Mocht mijn moeder er straks niet meer zijn, dan wordt mijn leven helemaal anders. Ik ben niet bang dat ik eenzaam word, maar kan het ook niet helemaal uitsluiten. Het risico is toch wat groter, doordat ik geen partner en kinderen heb.
Het liefst zou ik zelfstandig blijven wonen. Waarschijnlijk wel met huishoudelijke hulp, want van andere blinden hoor ik dat ze soms toch dingen over het hoofd zien. Voor activiteiten buitenshuis kan ik vrijwilligers inschakelen. Maar ik gewend om het alleen te doen en hoop dat ik op dezelfde wijze kan blijven opereren.
Hoe is het voor u om te leven met een aandoening of beperking? Met de vragenlijst 'Leven met een chronische aandoening of beperking' zet u het voor uzelf op een rijtje. U helpt met uw antwoorden ook de zorg vooruit.