De reuma startte met zere vingers. Daar lette ik eigenlijk niet zo op. Tot de klachten toenamen. Er werd bloed geprikt, maar de reuma was nog niet zichtbaar. De arts zag het al wel aan mijn vingers.

We hebben het even aangekeken en zijn later gestart met medicatie. Nu zijn mijn vingers nog pijnlijker, omdat er artrose bij is gekomen. Dat krijg je als je ouder wordt. Ik zeg dan: ‘Er zijn ergere dingen’. Maar dat mag ik niet zeggen van de huisarts, omdat dit mij aangaat. 

Vermoeid

Iedere drie maanden ga ik naar de diabetesverpleegkundige. Die houdt me in de gaten. Ik zei tegen haar dat ik zo moe ben. Ze vroeg of ik al bij de dokter geweest was en maakte meteen een afspraak voor me. Ze noteerde alles wat ik haar had verteld. Ze dacht natuurlijk: 'anders gaat ze niet'. En daar had ze gelijk in. Ik denk altijd: 'niet klagen maar dragen'.

Op dit moment ben ik flink belemmerd in mijn doen en laten. Dat is niet leuk. Ik doe toch het huishouden, maar gedoseerd. Ik ga stoffen, stofzuigen en neem dan een pauze op bed. Vroeger deed ik alles in een dag.


Hoe ervaart u of uw naaste de kwaliteit van leven? Vul de vragenlijst in en help u zelf én de zorg vooruit.


(lees verder onder de foto)

Vermoeidheid tijdens het douchen is lastig. Ik heb gekeken voor een douchestoel, maar die kan hier niet aan de muur bevestigd worden. Van mijn man moet ik de deur openzetten, zodat hij me kan horen als er iets is. Vorig jaar heb ik een hoge kruk gekocht om mee te nemen naar het zingen in het verzorgingstehuis. Die zet ik neer bij het afwassen als ik moe ben. Nu gebruik ik hem ook onder de douche. 

Al een jaar of acht val ik ineens in slaap. Soms zelfs als we op visite zijn, of als ik tv kijk of de krant lees. Het is maar kort. Ik ben zo weer terug. ’s Nachts slaap ik niet goed. Ik droom ook veel. De huisarts vroeg of ik snurk. Hij gaf me informatie mee om te lezen op internet over slaapapneu en over hartfalen. Dat kan ook door de ademhaling komen. Verder ben ik getest op B12 tekort.

Plezier

We zijn vrijwilliger bij het verzorgingstehuis. Dit ontstond toen mijn vader dement was en op de pg-afdeling zat. We doen het nu acht jaar. Deze week zijn we er drie dagen.

We zingen bij het koor, er zijn sjoelkampioenschappen, mijn man doet de bingo en we maken plezier. We hebben een karretje met een platenspeler en draaien plaatjes. Zo gaan we zingend de afdelingen af. Een keer in de week gaat mijn man wandelen in de polder met een van de bewoners die in een rolstoel zit.

Onze kleinkinderen komen graag op bezoek. We hebben altijd opgepast. Dat was hiervoor de dag invulling. Je krijgt zo’n fijne band met je kleinkinderen. We lazen voor, deden spelletjes. Dat mis ik nog wel eens.

Ik maak kaarten voor vrienden en familie. Die verstuur ik bij verschillende gelegenheden. Mijn man knipt tegenwoordig de plaatjes, omdat dat lastig is met mijn handen. Daar ben ik bij om.

(lees verder onder de foto)

In beweging blijven

Ik wilde geen rollator, maar ben er nu blij mee. In het verzorgingstehuis zet ik er een dienblad op en kan ik de bewoners koffie brengen. Ik loop als een kievit met dat ding.

Het is wel lastig om dingen te laten. Op dit moment ben ik bijvoorbeeld alle zomerkleding aan het strijken. Tussendoor ga ik zitten met een kop koffie. Daarna ga ik toch weer even naar boven om wat te doen.

Ik sportte elke week bij de fysio. Daar ben ik mee gestopt. Er zijn zeventien keer verbruikt en ik wil er tien over houden voor als er wat is. Inmiddels fiets ik elke dag op de hometrainer en doe ik oefeningen. Dat moet ik blijven doen. De huisarts zei dat ik anders binnen een jaar in een rolstoel zou zitten. Dat gaat me niet gebeuren. Ondanks mijn klachten heb ik geen hekel aan het leven. Ik vind het nog steeds leuk.