Ik doe onder andere vrijwilligerswerk bij KBO-PCOB en de parochie. Voor KBO-PCOB doe ik administratieve taken. Alles gaat tegenwoordig digitaal. Een paar jaar geleden heb ik een computer gekocht en het kwartje viel meteen. Nu heb ik een smartphone, tablet en computer.

Voor de kerk poets ik het koper, ben ik koster bij uitvaarten, help ik bij het kerkkoor en nog veel meer. Iedere week komt mijn oudere buurman eten en voor mijn 90-jarige buurvrouw zet ik de afvalbakken buiten. Dit hoort ook wel bij het dorpsgevoel dat hier heerst. Het zorgen voor anderen die het iets minder goed hebben, is er eigenlijk met de paplepel ingegoten. Ik heb zelf ook geen moeite met hulp vragen. Vanmiddag komt een 80-jarige dorpsgenoot een houten plintje op de vloer vastmaken. Vriendendienst!

Tegenslag

Ik breng in de omliggende dorpen het parochieblaadje rond dat eens in de zoveel tijd uitkomt. Hiervoor fiets ik dan totaal 70 kilometer. Afgelopen december is mijn fiets gestolen. Hier heb ik erg mee gezeten. Ik kan er nog emotioneel van worden. Het was écht een fijne fiets en ik gebruikte hem elke dag. Op aanraden van mijn dochter heb ik nu een elektrische fiets gekocht. Ik gebruik alleen nog maar de lichtste stand. Gek genoeg merk ik dat ik nu een beetje last van mijn knieën krijg. Ik mis stiekem mijn oude fiets nog steeds!

Toekomst

Ik ben bang om mijn vitaliteit te verliezen. Daarom eet ik gezond en beweeg ik voldoende. Mijn buurvrouw zit de hele dag in haar stoel. Toch verveelt ze zich niet. Dat vind ik knap, ik zou dat niet volhouden. Ik wil meer bedrijvigheid en mensen om mij heen. Dus mocht ik de deur niet meer uit kunnen, dan zou een woonzorgcentrum voor mij een goede oplossing zijn. Tijdens het laatste bevolkingsonderzoek vonden ze iets. Ik was bang. Toen het niets ernstigs bleek te zijn, heb ik chocoladebollen gehaald. Mijn grootmoeder droeg dezelfde voornaam. Zij is 105 geworden. Ik hoop op haar genen!

Fotografie en interview: Romi Tweebeeke