Nadat mijn schouder weer hersteld was, kon ik weer zelfstandig wassen en aankleden. Het tijdelijk afhankelijk zijn van thuiszorg vond ik niet zo’n probleem. Ik wist waar ik aan werkte: herstellen en weer zelfstandig worden. Het was zoiets als een tijdelijk ongemak (niet persoonlijk bedoeld, beste zusters en broeders van de thuiszorg).

Nog langer afhankelijk

Toen eenmaal ook mijn andere schouder veel problemen ging opleveren, werd ook deze schouder geopereerd. Helaas verliep dit niet volgens plan. Meer operaties en verschillende complicaties volgden. En al die tijd had ik thuiszorg, omdat ik mij niet meer zelfstandig kon wassen en aankleden. Herstellen en zelfstandig worden kwamen steeds verder weg te staan.

Eindsituatie

De dag brak aan, dat ik op controle moest bij de orthopeed. Tijdens de lange reis ernaartoe had ik al een slecht voorgevoel. Eenmaal daar aangekomen, bevestigde de arts wat ik al vermoedde: de schouder zou niet meer herstellen. De schade was te groot om nog te kunnen repareren. Ineens zat ik in een eindsituatie in plaats van in een herstelperiode.

Een dichte deur

Gedurende de twee uur durende terugreis heb ik met pijn in het hart afscheid genomen. Afscheid genomen van vanzelfsprekende dingen: nooit meer alleen en zelfstandig douchen op de tijden waarop ik dat zou willen, nooit meer spontaan mijn jas aandoen en eropuit gaan, nooit meer zelfstandig aankleden, nooit meer zonder thuiszorg, nooit meer de heerlijke truien aandoen die ik zo graag droeg, nooit meer lekker op mijn zij slapen, nooit meer skeeleren, nooit meer auto rijden, nooit meer tekenen, nooit meer zonder pijn.

Een open raam

Het klinkt misschien dramatisch, maar het hoort er wel bij. Ik kwam in een verwerkingsproces en het werkt helend om hiervan ook bewust te zijn. Ik neem echt afscheid van mijn zelfstandigheid en dat gaat gepaard met pijn en verdriet.

Tegelijkertijd mag ik ook nieuwe dingen verwelkomen: elke dag verschillende personen over de vloer, een nieuwe (aangepaste) kledinglijn, maar ook de kleine dingen die niet meer vanzelfsprekend zijn worden nu ineens kadootjes. Een rondje fietsen (veel pijn, maar wát een vrijheid), de schoonheid van de natuur, een keertje in de avonduren douchen (wat een heerlijke luxe), fijne gesprekken en nieuwe hobby’s ontdekken. Het cliché blijkt dus waar te zijn: als er een deur dicht gaat, gaat ergens anders wel een raam open.

Al blijft het pijn doen om afscheid te nemen van de dingen die ik als vanzelfsprekend zag, ik leer het bijzondere te zien in andere dingen, juist omdat niets meer vanzelfsprekend is.

Foto: Renee Fisher